Abi - Ver heen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Jaap Zijlstra

Abi

Abi, kleine edelman,
bij jouw blijdschap vergeleken
ben ik niemand, ben ik niets,
ben ik voor je uitgeweken.

Want je openlijk gelaat
is voor mij de hof van Eden
die mijn oog niet mag betreden,
die mijn hand niet mag begaan.

Maar je kijkt me stralend aan -
wie ben ik om te ontmoeten
deze prins op vrije voeten,
deze pronk van de Jordaan.

Ver Heen

Je kunt er tegen razen, tegen smeken,
je kunt er tegen zwerven langs het strand,
je kunt een uitvlucht zoeken in de steden,
je kunt het gaan verstrooien op het land,

er in het openbaar de draak mee steken,
er heimelijk tot schreien mee begaan,
er in commissies en in vaktaal over spreken,
er in een zin, een onzin tegenaan,

je kunt er tegen denken en verrichten,
je kunt er tegen wanhopen en dichten,
er helpt geen vader en geen lieve moeder aan,
het steekt als noodweer op en man en macht vergaan.

bron: Gedichten van Jaap Zijlstra; OK Magazine, nr. 69; augustus 1999