Angst voor incest leidt soms ook tot excessen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Met genoegen las ik het artikel "Verdachte ontkent" in Het Vervolg van 30 mei. Vaak staan we in de verleiding om partij te kiezen voor de incest-verdachte of voor degenen die incest vermoeden. Alsof het één waar is en het andere niet. De werkelijkheid is dat incest vóórkomt en dat zedenangst ook voorkomt, veelal tegelijk.

In 1970 was ik onderwijzer aan een der laatste plattelandsmeisjesscholen in Noord-Limburg. Mijn eerste baantje, en ik voelde mij als een vis in het water. Op een dag onderhield de pastoor, voorzitter van het schoolbestuur, mij over geruchten en klachten dat ik mijn leerlingen seksueel benaderde. Hij wilde niet zeggen van welke ouders deze klachten kwamen. Ik begreep onmiddellijk het gevaar van zo'n anonieme roddel en besloot om de bronnen op te sporen. Na enig speurwerk kwam ik twee ouderparen op het spoor, die bekenden dat zij zulke angsten jegens mij koesterden. Zij baseerden hun vermoedens op het feit dat ik als surveillant tijdens het speelkwartier stoeide met de kinderen en dat ik tegen een meisje geknipoogd had terwijl ze in een rij stond voor de schooldeur.

bron: Ingezonden brief 'Angst voor incest leidt soms ook tot excessen' door Cor van Daal (psycholoog/Gestalttherapeut); De Volkskrant; 6 juni 1992