De bedrieglijkheid van het Bolderkar-rapport

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Keren wij terug naar de tekst van het rapport-Baartman. Daarin worden inderdaad [...] nogal wat kritische opmerkingen gemaakt; opmerkingen waarmee de betrokken ouders en hun advocaten hun voordeel kunnen doen. Maar hoe zit het nu met de wetenschappelijke merites van dit rapport? Mijn (als vernietigend bedoelde) conclusie luidt: die zijn er niet. Het is een stuk, dat niet alleen uitmunt door onzorgvuldigheid enzovoorts; het is meer nog een stuk, dat uitmunt door bedrieglijkheid. Baartman c.s. trachten de goegemeente een rad voor ogen te draaien; uiteraard in de hoop op fortuin, dat wil zeggen subsidies. De passages waar het rapport onwetenschappelijk en bedrieglijk genoemd mag worden, zijn legio. In het hier volgende beperk ik mij tot twee van de meest saillante feiten. Ten eerste: het gegoochel met cijfers over de 'waarschijnlijkheid van het aantal'. Ten tweede: het gesjoemel inzake de gevolgde onderzoeksmethodiek, met name waar het betreft de zogenaamde anatomisch correcte poppen.

bron: Artikel 'De bedrieglijkheid van het Bolderkar-rapport' door Marten Brouwer (hoogleraar massapsychologie en openbare mening aan de Universiteit van Amsterdam); Hervormd Nederland; 20 mei 1989