De dubieuze zaak Joop W.

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

De dubieuze zaak Joop W.(2)

Joop W. had geen schijn van kans toen de middelste van zijn drie dochters (16) een aanklacht tegen hem indiende die erop neer kwam dat hij zijn jongste dochter (12) zou hebben verkracht. De pers maakte hem af en onze rechtstaat sloot hem op. Barbertje moest hangen, ook al had hij niet gedaan waar hij van beschuldigd was. Gynecologisch onderzoek dat door de oudste dochter (28) was geëntameerd uit verontwaardiging over de streek die de middelste dochter uithaalde, toonde aan dat het jongste meisje nooit gemeenschap kon hebben gehad. De rechter-commissaris meende dat medisch onderzoek in deze zaken niet veel uitwijst. 'Bij jonge meisjes,' zo wist hij, 'groeit het maagdenvlies gemakkelijk weer aan.'

Joop W. werd gepakt als gevolg van wat een typische incest-zaak genoemd kan worden: ruzie in het gezin, waarbij het seksuele toch al onder de oppervlakte broeit, kan in een bepaald aantal gevallen (toch gauw een paar duizend in Nederland) leiden tot een valse aangifte wegens seksueel misbruik en geweld. In het huidige klimaat is er een opvallend groot aantal meisjes en jonge vrouwen, die hun ongelukkige levenssituatie of hun onbehagen in een relatie toeschrijven aan grotendeels vermeend seksueel misbruik. Ze worden daar door sommigen ook toe aangezet, het geeft ze een gevoel van belangrijkheid. Ze vertellen verhalen over ervaringen die ze niet zelf gehad hebben, maar waar ze heilig in geloven. Niemand kan het tegendeel bewijzen. Meestal blijven deze verhalen in kleine kring en geven ze de verteller (of klinkt het zoveel gevoeliger om 'vertelster' te zeggen?) een hoeveelheid broodnodige aandacht. In een aantal gevallen kan een crisis tot aangifte leiden. Is de justitiële molen in beweging gezet, dan moet het verhaal natuurlijk zo lang mogelijk worden volgehouden. Er zijn in Nederland een aantal grote en kleine zaken van deze aard geweest. Jaloezie en ruzie zijn de aanleiding, verdachtmakingen en achterklap maken het erger. De pers en TV vertellen sensationele verhalen. 's Avonds kijkt men naar een populair type film, waarin een jonge vrouw de meest verschrikkelijke dingen meemaakt en door niemand geloofd wordt. Een collectieve paranoia ontstaat waarin iedereen op een gegeven ogenblik denkt en vertelt dat je niet meer veilig over straat kunt.

In een dergelijk klimaat wordt de roep om bestrijding van Het Kwaad steeds sterker. Joop W. betekent voor velen bij uitstek Het Kwaad, omdat hij de man achter het kinderpornoblad Lolita is geweest. Het verbod op kinderporno, eind jaren zeventig, ging gepaard met een steeds heftiger wordende hetze die tot resultaat heeft gehad dat nu bij het horen van de combinatie 'kinderen' en 'seks' de kaken van goede burgers zich spannen en de vuisten zich ballen, omdat men aan niets anders kan denken dan geweld. Wie echter het blad Lolita kent, weet hoezeer het zich afzette tegen misbruik. Lolita stond in de voorste linie van de seksuele hervorming. Het verbod erop was een markering van de weg terug die we sindsdien gegaan zijn. Het kon niet, zei het seksuele systeem en herstelde de oude verhoudingen van vader (de baas), moeder (de bazin) en kind (seksloos, schuldloos, rechteloos).

Misschien liet de samenleving in het verbod op kinderporno vooral zien hoezeer ze zelf de bijna-absolute macht van ouders over kinderen accepteert, en hoezeer dus in feite de lust van kinderen wordt gewantrouwd omdat daarmee de gezagsverhoudingen waar de hele maatschappij op rust, in gevaar gebracht worden. En dan hebben we het nog niet eens over de definitie van 'kind'. De onderhuidse bedoeling van het 'redt onze kinderen' wordt aardig duidelijk uit de op dit moment groeiende verontrusting over jeugdcriminaliteit. De arme onschuldige bloedjes blijken nu in staat tot georganiseerde misdaden van de ergste soort. Voorlopig valt er nog heel wat af te griezelen.

bron: 'De dubieuze zaak Joop W.'; Nieuwmens, jaargang 17, zomer 1993