De verweesde samenleving

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Er heeft zich een hardnekkig misverstand genesteld in ons soort samenlevingen. Wijdverbreid is het idee dat onderwijs gegeven moet worden om kennis over te dragen. [...] Onderwijs behoort in de eerste plaats vorming te zijn. Vorming die een leven lang meegaat, zo leert ons de ervaring. Datgene wat men opdoet in de eerste twintig jaar van zijn leven, bepaalt grotendeels de verdere gang daarvan, mentaal, cultureel, sociaal en economisch. Die vorming vindt plaats in de intermenselijke relatie. De belangrijkste is zonder twijfel die tussen leermeester en leerling. Dat kunnen uiteraard ook vrouwen en meisjes zijn.

In het onderwijs is van hoog tot laag die relatie van leermeester en leerling vernietigd. Als ze er nog is, is het omdat er nu eenmaal altijd leermeesters zijn die, tegen de stroom in, leermeester zijn en blijven.

De bestrijding van de misdaad resulteert in een roep om almaar meer cellen en bevoegdheden voor politie en justitie. De stilzwijgende veronderstelling is dat deze daar een goed gebruik van zullen maken, zonder de belangen van de burgers te schenden. Dat blijkt in de praktijk te dikwijls geheel of ten dele niet waar te zijn. Er is onvoldoende toezicht op politie en justitie, althans effectief toezicht. De rechterlijke macht is daar enigszins in meegegaan door de wet op te rekken. Dat is een buitengewoon gevaarlijke ontwikkeling. In onze rechtsorde is het immers de rechter die, onafhankelijk van politie en justitie, een oordeel velt. Hij is het schild en de betrouwen van de verdachte burger.

bron: 'De verweesde samenleving' door Pim Fortuyn; Karakter Uitgevers; 2002; Eerste druk 1995