Die zwarte bladzijde in onze verenigingsgeschiedenis is in 1980 naar ik hoop voorgoed omgeslagen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Hierbij een reactie op de brief van de BC Vrouwenzaken over mijn artikeltje over 'kinderporno' in Sek 1988/2 (dat overigens was geschreven op verzoek van het landelijk bestuur). Niet om te zeggen dat ik het met de BC volkomen oneens ben, want natuurlijk is er meer te zeggen over het beleid van de zedenpolitie dan ik heb gedaan. Het zijn niet eens alleen vrouwen voor wie goed werk wordt gedaan, het gaat ook om mannelijke slachtoffers van seksueel geweld en misbruik. Of alle slachtoffers zo over het politie- en justitiebeleid te spreken zijn, laat ik nog maar in het midden. Punt is wel dat juist waar het gaat om leeftijdsgrenzen de genuanceerdheid bij politie en justitie niet alleen gering is, maar zelfs steeds verder uit het zicht lijkt te raken. Wanneer Amsterdams grootste homoboekhandel wordt binnengevallen met het aloude 'porno'-argument moet wel degelijk de homobeweging zich aangevallen weten. Die inval onderstreept dat, wat er ook veranderd moge zijn, de homobeweging, dus ook het vrouwelijk deel daarvan, kwetsbaar blijft tegenover de overheid en dat de verworvenheden steeds weer buitengewoon broos zijn.

Ik wil dus best erkennen dat dat wat genuanceerder gezegd had kunnen worden, maar hoop daarbij dan wel dat de genuanceerdheid van twee kanten kan komen. Want het is niet eerliujk om te zeggen dat de discussie over seksualiteit in het COC alleen maar wordt gevoerd in de sfeer van 'het moet kunnen'. Op het gebied van leeftijdsgrenzen in de zedelijkheids-wetgeving heeft het COC een jaar geleden een voorstel gepubliceerd waarmee in feite zover aan de tegenstanders van decriminalisering tegemoet werd gekomen dat het nogal wat mensen in de homobeweging te gortig werd. Het is ook niet eerlijk om het voor te stellen alsof homo- en pedobeweging de discussie niet willen aangaan. Vooral de laatste is bij pogingen daartoe keer op keer weer op vaak botte afweer en verdachtmakingen gestuit van diegenen die redeneren in de trant van 'het is altijd machtsmisbruik en altijd fout'. En daarbij mag niet onvermeld blijven dat het COC zich daarin in het verleden bepaald niet steeds lofwaardig heeft opgesteld. Die zwarte bladzijde in onze verenigingsgeschiedenis is in 1980 omgeslagen, naar ik hoop voorgoed.
De door de BC Vrouwenzaken voorgestelde discussie lijkt me overigens zeer welkom. Het laten varen van elke dogmatiek zou aan beide kanten een goed begin kunnen zijn.

[Onder artikel staat toegevoegd: Discussie in Sek voorlopig gesloten.]

bron: Ingezonden brief 'Kinderporno' door Jan Schuijer; SEK (uitgave COC); mei 1988