Handboek voor seksuele en relationele opvoeding in het basisonderwijs

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Zij [pedofielen] voelen zich voortdurend, van jongs af, seksueel aangetrokken tot kinderen en kunnen er ook echt verliefd op worden. Het zijn vriendelijke mensen, die goed met kinderen kunnen omgaan. Ze sluiten gemakkelijk vriendschap met een kind en daaruit kan - als het kind meewerkt - een pedofiele relatie ontstaan met pedofiele contacten. De man die op deze manier toenadering zoekt (van vrouwelijke pedofielen hoor je minder) kan van alle leeftijden zijn en hij is voor het kind meestal geen vreemde. Hij kan een familielid zijn, een buurman, een onderwijzer, huisvriend, de krantenjongen van de buurt, enz. De contacten bestaan uit aanhalen of stoeien, aanraken, betasten en zich laten betasten. Meestal blijft het bij seksuele spelletjes zoals kinderen die met elkaar ook wel doen. Soms wordt er voor de ogen van het kind gemasturbeerd of de man laat zich door het kind bevredigen. Geslachtsgemeenschap komt in de regel niet voor.

bron: Uit 'Leren verkeren - Handboek voor seksuele en relationele opvoeding in het basisonderwijs' door Wies Stael-Merkx & Hein Jansen; Met bijdragen van diverse auteurs; Deze uitgave is tot stand gekomen onder auspiciën van het Katholiek Bureau voor Voorlichting en Begeleiding bij Seksualiteit en Relatievorming; Uitgeverij Bekadidact Baarn; 1985