Het ogenschijnlijk objectieve nieuwsbericht - Verhulde stellingname in de 'kwaliteitspers'

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: C.C.

Dit artikel wil aantonen dat journalisten die werkzaam zijn bij wat traditioneel wordt beschouwd als de kwaliteitspers, van hun opdrachtgevers de vrijheid krijgen om verhuld commentaar te presenteren als neutrale berichtgeving. Waarin uit zich de stellingname van kranten die vanouds doorgaan voor objectieve nieuwsbrengers? In berichten die worden opgesteld in een objectief kader, maar ondertussen met mondjesmaat worden aangevuld met doordachte passages die de sentimenten van de schrijvers - of hun opdrachtgevers - weergeven. Wij zullen hier één artikel belichten - één van de honderden krantenberichten die, als Jan met de pet ze oppervlakkig leest, volmaakt objectief lijken, maar die hem ondertussen manipuleren middels mechanismen als selectiviteit, eenzijdigheid en insinuatie. Het is een bericht uit Trouw, donderdag 13 juli 2000, getiteld 'Frank van Ree: Kinderporno niet verzwegen'.

Het bericht handelt (proclameert te handelen) over de recente ophef over de kinderporno-collecties van de Brongersmastichting en de Bernardstichting. De ontwikkelingen rond de stichtingen geven Trouw een motief om het bericht in elkaar te sleutelen en in de krant te presenteren. De berichtgeving van de ontwikkelingen rond deze stichtingen vormt het objectieve kader van het artikel. Nu is het aan de schrijver om er de subjectieve zinspelingen en passages in te zetten die - het volk merkt het niet - het bericht zullen 'kleuren'.

Trouw gaat van start: 'Frits Bernard maakte nooit een geheim van de kinderporno in zijn collectie, zegt oud-bestuurslid Frank van Ree. Prof. E. Hirsch Ballin vindt een bordje 'wetenschap' aan de deur niet genoeg om strafbaar materiaal te mogen bezitten.' Goed en wel. 'Gisteren verklaarde de psychiater Van Ree nog tegenover Trouw "dat hij de collecties van de Bernard- en de Brongersmastichting niet kende", maar in NRC Handelsblad zegt hij: "Bernard en Brongersma hebben nooit verzwegen dat hun collecties kinderporno bevatten."'

Hier wordt geïnsinueerd dat Van Ree tegenover Trouw gelogen zou hebben. Uit de context van de zin valt op te maken dat Trouw 'niet kennen' uitlegt als 'niet van het bestaan van kinderporno in de collectie op de hoogte zijn'. In het artikel in Trouw van woensdag ('Kinderseks als wetenschap') staat nergens dat Van Ree de collecties niet zou kennen - (ach, wie controleert dat in een oude krant?), er staat louter dat hij de collecties nooit heeft gezien. Men hoeft iets niet met eigen ogen te zien om ervan af te weten, en Van Ree heeft slechts een intensieve betrokkenheid bij de stichtingen ontkend. Als hij had gesteld niet van het bestaan van kinderporno in de collecties op de hoogte te zijn, had dat wel dikgedrukt in het bericht van woensdag gestaan.

Voor Trouw is de 'leugen' van Van Ree vergelding waard; vergelding in de vorm van de betekenisloze maar effectieve toespeling. Volgt een passage van Story-gehalte uit het artikel van donderdag: 'Van Ree is ook getrouwd met Bernards zus, blijkt nu.' Aha. En? De gemiddelde lezer heeft na het consumeren van deze zin het concept van het 'criminele netwerk' in het hoofd. Trouw schrijft niet over 'netwerken', niet met zoveel woorden, want Trouw is immers een onschuldige, objectieve nieuwsbrenger. Trouw merkt louter op, het kan geen kwaad, dat die-en-die getrouwd is met de zus van die-en-die.

Trouw vervolgt met het opsommen van een aantal kinderporno-affaires in het verleden waarbij het wetenschappelijke bezitsmotief aangevallen werd. Oud-minister Hirsch Ballin komt aan het woord en vertelt dat het bezit van kinderporno alleen mag worden toegestaan als het 'evident' is dat het een goed doel dient en als dit 'vaststaat'. Hirsch Ballin meent dat, naast wetenschap, 'therapie' en 'educatie' goede doelen zijn. Tijdens onze educatie is ons nooit een seksfilm of -boekje getoond, maar affijn. Deze delen van het bericht zijn afdoende terzake (de zaak is de kinderpornocollectie van de Bernard- en de Brongersmastichting) en worden door Trouw objectief gebracht. Voor de laatste paragraaf mocht dit niet het geval zijn. Voor deze subjectieve passage wordt het mechanisme van de eenzijdigheid aangewend. Trouw laat een tegenstander van pedoseksualiteit, hoogleraar psychotraumatologie W. Wolters, zijn zegje doen over de Bernard- en de Brongersmastichting, maar niet alleen over deze stichtingen. Wolters mag ook, als een soort 'ten overvloede' en in de hoedanigheid van expert, verklaren hoe 'evident' het is dat seksuele contacten met volwassenen schadelijk zijn voor kinderen.

Het onomstotelijke oordeel van Wolters vormt, voor wie mechanismen herkent, het gekleurde sausje over het serieuze nieuwsbericht: het oordeel van Wolters staat op zichzelf en heeft geen enkele relevantie met betrekking tot de berichtgeving over de Bernard- en de Brongersmastichting. Trouw beeldt Wolters af als een door het intellect gedreven man die verre staat van de wilde volksjacht op 'daders' (bij de gratie van onze geaardheid zijn wij 'daders', doeners, geen woorden maar daden, 'dader' is synoniem aan 'pedofiel'). Trouw: 'W. Wolters, hoogleraar psychotraumatologie, wil alles behalve meedoen aan 'de beangstigende heksenjacht op pedofielen', maar over één ding laat hij geen twijfel bestaan: seks met volwassenen is slecht voor kinderen.'

De krantenlezer slaakt een zucht van opluchting. Gelukkig maar: de driedubbele expert Wolters, die een afkeer heeft van de blinde volkswoede, toont dat ook buiten die woede om enig geloof in de heilzaamheid van seks met kinderen neergesabeld kan worden, op wetenschappelijk verantwoorde wijze, met expertise, met intellect. W. Wolters hangt een bordje 'wetenschap' aan zijn deur. Overigens is de zus van W. Wolters getrouwd met die-en-die. Zo, dus de wetenschap van de psychotraumatologie leert ons dat 'seks met volwassenen slecht is voor kinderen'. Wat is seks? Wie beschouwen wij als 'kind'? Prepubers, of iedereen onder de achttien? Het volk houdt het op het laatste: Korthals en de rest van de politiek houden het op het laatste. De ongelooflijke generalisatie van W. Wolters wordt gepresenteerd en geslikt als zijnde 'evident'. De journalisten van Trouw bezoeken W. Wolters, geven hem een tang, en laten hem op een varken slaan. Wij pakken een andere tang, verklaren dat 'seks met volwassenen goed is voor kinderen', en slaan op datzelfde varken. Het varken slaakt een eendere kreet, want een onbenullige generalisatie blijft een onbenullige generalisatie. Trouw publiceert echter alleen de kreet die aan het varken is ontlokt middels de tangslag van W. Wolters, in een artikel dat de gevolgen van seks tussen kinderen en volwassenen niet als onderwerp heeft. Trouw is binnen, het volk is bespeeld.

W. Wolters mag 'ten overvloede' verklaren: "Bernards opvattingen zijn totaal achterhaald. Onzin, ook het argument dat kinderen zelf seks willen. Dit komt doordat kinderen in pedoseksuele relaties meestal emotioneel en affectief tekortkomen. Pedoseksuelen gebruiken die behoefte als argument."

Totaal achterhaalde opvattingen? Het moet mij ontglipt zijn dat er een tijd geweest is waarin onze opvattingen zonder hysterie werden benaderd. Kinderen in pedoseksuele relaties komen 'meestal' emotioneel en affectief tekort? Het zou me niet verbazen, want verreweg de meeste kinderen in deze paranoïde, politiek correcte maatschappij komen drastisch emotioneel en affectief tekort. Laat dat maar aan de dreiging van maatschappelijke en wettelijke vervolging over. Wie durft nog binnen een straal van tien kilometer van kinderen te komen zonder het hoge risico van verdachtmaking te vrezen; wie durft nog binnen een straal van tien kilometer te komen van personen onder de achttien (allemaal 'kinderen', ofwel 'slachtoffers') zonder zich van het risico bewust te zijn dat hij, bij machte van de wetgeving van Korthals, in de lik belandt? 'Kinderen' willen geen seks? Laat Sandfort, of wie ook, aan de hand van getuigenissen van kinderen de onhoudbaarheid van deze generalisatie aantonen en de maatschappij keert zich tegen hem, bijvoorbeeld middels de voorstelling van 'een netwerk van pseudowetenschappers', of middels het volslagen doodzwijgen van wetenschappelijk onderzoek (in welke krant kon de Nederlander eind '98 berichtgeving vinden over de in Nederland op een symposium gepresenteerde conclusies van Bauserman, Rind en Tromovitch?).

Wij pedofielen, impliceert W. Wolters - en Trouw gelooft hem graag -, zijn allemaal uitgerust met een radar die emotioneel tekortkomende kinderen opspoort teneinde ons de mogelijkheid te bieden van die kinderen te profiteren, in de vorm van 'seks' uiteraard. En 'seks' (ongedefinieerd) is slecht voor jonge knapen. Wij nemen een tang en slaan W. Wolters ermee op de knars. Het artikel in Trouw eindigt met de uitspraak van W. Wolters dat Frits Bernard een aardige man is. Zo wordt kwakzalver Wolters vrijgesproken van elke verdachtmaking van persoonlijke ressentimenten jegens pedofielen. En zo draagt Trouw moedwillig bij aan de eeuwige stroom van geopinieerde, op de emoties spelende berichtgeving, onderwijl pogende het blazoen van 'kwaliteitskrant' schoon te houden.

bron: Artikel < Het ogenschijnlijk objectieve nieuwsbericht: verhulde stellingname in de 'kwaliteitspers' > door C.C.; OK Magazine, nummer 74; augustus 2000