Homodok krijgt in beslag genomen videobanden terug

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Op 28 juni 1991 heeft de Amsterdamse zedenpolitie in opdracht van de Officier van Justitie twee videobanden in beslag genomen, die via de post naar het Dokumentatiecentrum Homostudies van de Universiteit van Amsterdam (Homodok) waren gezonden, omdat deze "kinderporno" zouden bevatten. Tegen de coördinator van het Homodok werd proces verbaal opgemaakt. Op 26 september 1991 besloot de Officier van Justitie dat tegen het Homodok en de coördinator geen vervolging zou worden ingesteld, maar dat het Homodok de videobanden niet terug zou krijgen, omdat er sprake zou zijn van ongecontroleerd bezit bij het Homodok en de banden zouden kunnen dienen tot het begaan van het misdrijf van art. 240b van het Wetboek van Strafrecht, het zgn. "kinderporno-artikel".

Tegen deze beslissing van de Officier van justitie heeft het Homodok op 19 december 1991 een klaagschrift ingediend bij de Amsterdamse rechtbank. Het Homodok was van mening dat er juist géén sprake is van ongecontroleerd bezit en dat de videobanden niet zullen worden verspreid of openlijk tentoongesteld in de zin van art. 240b van het Wetboek van Strafrecht. De videobanden kunnen niet door iedereen bekeken worden en worden alleen bewaard ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Het kan niet zo zijn dat justitie bepaalt wat wel en niet wetenschappelijk onderzocht mag worden. De vrijheid om materiaal te verzamelen dat van belang voor onderzoek en onderwijs kan zijn mag niet worden aangetast. Het Homodok werd in deze zaak dan ook gesteund door de Universiteit van Amsterdam, omdat "de inbeslagname en de daaraan ten grondslag liggende motivering op gespannen voet (staan) met de vrijheid van wetenschapsbeoefening".

Op 1 april 1992 heeft de raadkamer van de Amsterdamse rechtbank het klaagschrift gegrond verklaard en opdracht gegeven de videobanden aan het Homodok terug te geven. De rechtbank is van mening "dat voldoende is gewaarborgd dat de in beslag genomen videobanden niet zullen worden verspreid of openlijk tentoongesteld in de zin van art. 240b van het Wetboek van Strafrecht, noch daartoe zijn ingevoerd of zullen worden doorgevoerd, uitgevoerd of in voorraad gehouden. Het is naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk geworden dat de banden niet ter documentatie ten behoeve van alle bezoekers van Homodok worden bewaard, doch louter worden opgelegd ter archivering ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek". Tegen deze beslissing van de Amsterdamse rechtbank is de Officier van Justitie in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. Naar nu eerst bekend is geworden heeft de Hoge Raad op 19 januari 1993 dit beroep van de Officier van Justitie verworpen en de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank bevestigd.

bron: Persbericht 'Homodok krijgt in beslag genomen videobanden terug - Hoge Raad verwerpt beroep Officier van Justitie' door Dokumentatiecentrum Homostudies (Homodok); 19 februari 1993