Ingezonden brief: pedofilie 3

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Dr. Wolters stelt (VN, 7-2-'87) dat jongeren vanuit een verstoorde gezinssituatie contacten aangaan met pedofielen. De contacten waarmee hij in zijn praktijk te maken krijgt acht hij schadelijk (hoewel hij nergens aangeeft in welke zin en in welke mate) voor de ontwikkeling van de jongeren. Op grond van zijn bemoeienis met crisissituaties vormt hij een oordeel over alle pedofiele relaties: hij wijst pedofilie af. Dat is een rare manier van generaliseren. Hij wijst toch ook het gezin niet af terwijl hij zelf stelt dat hij altijd met in elkaar gestorte gestoorde gezinnen te maken krijgt. Integendeel, hij merkt op: '...maar als er nog iets is dat voor de kinderen opkomt, dan is dat het gezin...' maar dat is nou net niet wat hij in zijn eigen praktijk ziet. Tegen beter weten in met het gezin als hoeksteen komen aandraven, op Simonisiaanse wijze een mening geven over pedofielen (het zijn mensen die hulp en steun verdienen, maar hun sexualiteit niet mogen verwerkelijken): dat roept toch met recht en reden het beeld op van 'rechts, behoudend, CDA en katholiek'.

In tegenstelling tot Wolters acht ik een dergelijke gevolgtrekking niet onzindelijk. Onzindelijk is wel de discussie over pedofilie voeren in het kader van 'voor' en 'tegen'. Met betrekking tot elk contact, elke intimiteit, zou 'gewenst' of 'ongewenst' een beter uitgangspunt zijn.

bron: Ingezonden brief 'Pedofilie 3' door J. Bergkamp; Vrij Nederland; 21 februari 1987