Interview Wolters

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Mijne heren,

Op het interview met dr. Wolters, waarin een door ons geformuleerd voorstel aan de orde komt, hebben wij inmiddels een reactie gestuurd naar uw rubriek Vrije Tribune. [...]

Wij kennen Vrij Nederland als een blad waar mensen en ideeën aan bod kunnen komen die daar elders weinig kans op hebben. Bij de discussie over de strafbaarstelling van seksuele contacten beneden de 16-jaargrens zijn dat, zeker sinds 1980, diegenen die, zoals wij, pleiten voor een nuancering van het verbod. Dat U tegenstanders daarvan aan het woord laat is op zich geen punt, maar het verbaast ons wel dat u met de grote stroom meegaat: uw aanpak van deze zaak verschilt in geen enkel opzicht van die van de Telegraaf of de E.O. Wij moeten vaak vechten voor elke regel aandacht voor ons standpunt. Nu we daar na lange tijd weer eens in geslaagd zijn is het uitgerekend uw blad dat Wolters uitvoerig de gelegenheid geeft ons met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geformuleerde voorstel neer te sabelen in een litanie van verdachtmakingen, leugens en misleiding. Waarom heeft u ons niet ten minste geraadpleegd over de inhoud van ons voorstel, zodat wij de onjuistheden hadden kunnen weerleggen, zoals:

  • ons voorstel zou gewoon neerkomen op legalisering. Onzin, een strafuitsluitingsgrond verschilt fundamenteel van legalisering.
  • Het zou ertoe leiden dat voor strafbaarheid is vereist dat het seksuele misbruik wordt bewezen. Alweer onwaar: in ons voorstel is de seksuele handeling strafbaar, tenzij aanmerkelijk wordt gemaakt (n.b. door de verdachte) dat er niet van misbruik sprake is.
  • Decriminalisering zou de ouderlijke macht ondermijnen. Ook niet waar: ze verschuift de zeggenschap over seksuele contacten van jongeren juist van de overheid naar ouders en opvoeders.

Ook was dan Wolters' onheuse aanval op de integriteit van de ondertekenaars ("romantiserende pedo-lobby", "nooit een kind gezien", "moeten hun mond houden") niet onweersproken gebleven. Het is bovendien onterecht dat wij op één hoop worden gegooid met die "romantiserende lobby". In feite zijn we de tegenstanders van decriminalisering ver tegemoet gekomen, zelfs zozeer dat de vereniging van pedofielen "Martijn" niet heeft willen tekenen en anderen, waaronder de door Wolters genoemde Sandfort (niet Sandfoort) het alleen steunden bij gebrek aan iets perspectiefrijkers. Het is daarom ook niet zo verbazend dat het voorstel door zovelen is gesteund. Inderdaad: het heeft een wig gedreven tussen Wolters en een aantal van zijn medestanders. Dat probeert hij nu te compenseren door het voorstel en de ondertekenaars daarvan verdacht te maken.

Intussen verbaasd het ons dat in V.N. de laatste jaren steeds de meest rabiate tegenstanders van pedofilie aan de orde komen. Het is niet het eerste interview met dr. Wolters; voorts stond in V.N. een aantal maanden geleden een kritiekloos interview met Andrew Vachss, die op de VPRO-radio net niet tot een holocaust van pedofielen opriep ("they don't belong on this planet"). Dan waren er ook nog de badinerende stukjes van Lodewijk Brunt. Is dit een bewust beleid van uw kant? [...]

In tegenstelling tot de genoemde personen generaliseren wij niet, maar we wijzen er wel op dat niet alle seksuele contacten met beneden-16-jarigen misbruik zijn. Dat is geen romantiseren, maar nuanceren. Het is al moeilijk genoeg om mensen die positieve ervaringen in hun jeugd hebben opgedaan daarover, nu zij volwassen zijn, via de media te laten vertellen. Zou het niet juist iets voor uw blad zijn om hen eens aan het woord te laten? Dat is, althans in een groot blad, voor zover wij weten nog niet eerder gebeurd. Hoewel wij niet voor deze mensen kunnen praten, lijkt de kans ons aanwezig dat enkele van de ons bekende personen bereid zijn U te woord te staan indien U serieuze belangstelling heeft. Wij nodigen U hierbij uit, daartoe contact met ons op te nemen.

Met vriendelijke groeten,
namens het landelijke bestuur,
Tjeerd van Rij

bron: Brief genaamd 'Interview Wolters' door Tjeerd van Rij (landelijk bestuur COC) aan hoofdredactie Vrij Nederland; 17 februari 1987