Kinderpornowet in Denemarken - Een jaar met vele gebeurtenissen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Danish Pedophile Association

Het begon stilletjes in de lente van 1993, met een commentaar in een krant. Het parlementslid Merethe Due Jensen van de Kristeligt Folkeparti (vertaling is vast onnodig) verzocht toen de Minister van Justitie om verkoop en bezit van kinderporno strafbaar te stellen. Volgens haar was dat dringend nodig om een einde te maken aan deze 'schokkende' vorm van seksueel misbruik.

Het artikel veroorzaakte enige reacties, zowel voor als tegen het idee, maar Minister van Justitie Erling Olsen (van de sociaal-democratische partij, de grootste in Denemarken) zag geen aanleiding om de wet op dit punt te verscherpen. Er waren geen redenen om dergelijke zware maatregelen in te voeren, aldus de Minister, omdat de bestaande wetgeving kinderen voldoende beschermde (sinds 1980 is het in Denemarken strafbaar kinderporno te verkopen 'met een commerciële bedoeling'). Het debat ging nog een tijdje door, maar daarna verstomde het langzamerhand. Enkele maanden later werd de zaak toch weer actueel toen Arne Siezing, van de landelijke rechercheafdeling, zich in het debat mengde. Hij verklaarde dat hij door zijn werk rondom zedenzaken vaak in aanraking met 'harde' kinderporno was gekomen. In meerdere gevallen was er zelfs sprake van ouders die hun eigen kinderen 'uitleenden' aan pornoproducenten om veel geld te verdienen. Maar omdat het bezit van kinderporno was toegestaan, waren de verantwoordelijke misdadigers moeilijk op te sporen.

Wetsvoorstel

Door deze ernstige uitlating kwam het debat in de dagbladen en op de televisie weer op gang en een paar dagen later vernamen wij dat er een wetsvoorstel was ingediend door enkele leden van de Liberale en de Conservatieve Partij. In de officiële tekst bij dit voorstel waren Siezing's beweringen letterlijk opgenomen: 'Rechercheur Arne Siezing verklaart dat de kinderen die in dergelijke films misbruikt worden, vaak Deense kinderen zijn. Ouders ontvangen tussen 10.000 en 50.000 kroon (3.000 tot 15.000 gulden) voor het uitlenen van hun kinderen.' En ook: '...kleuters die volledige gemeenschap hebben, ofwel gebonden en geslagen worden. Eveneens kan men zien dat de kinderen schreeuwen en zich doodschrikken'. Misschien is het ook van belang te vermelden wat het al genoemde christelijke parlementslid M.D. Jensen in dit verband gedaan heeft. Een paar weken voor het debat in het Parlement organiseerde zij een 'besloten bijeenkomst' waarin een aantal fragmenten uit kinderpornofilms zou worden vertoond. Behalve verscheidene parlementsleden had zij ook Minister van Justitie Erling (die nog steeds afkerig was van het wetsvoorstel) uitgenodigd. Haar project was echter weinig succesvol; zelf zei E. Olsen dat hij 'geen onderwijs nodig had om te weten hoe schadelijk seksueel misbruik voor kinderen kan zijn', en dat hij 'niet aan Jensen's kinderpornoclub wilde deelnemen'. Gaandeweg werd Jensen's bizarre idee ook door veel anderen bekritiseerd, en uiteindelijk werd de vertoning afgelast. Naar aanleiding van het allereerste debat in het Parlement (17 november 1993) bevonden enkelen van ons (leden van de Deense Pedofielenbeweging) zich onder de toeschouwers. Zoals verwacht was het debat vrij heftig. Wij konden echter constateren dat de opwinding waarmee de twee stevigste voorstanders van het wetsvoorstel zich presenteerden, met relatieve kalmte en zelfverzekerdheid werd beantwoord door de tegenstanders. Zeer zakelijk was de Minister van Justitie. Hij zei dat zo'n voorstel, als het goedgekeurd werd, 'erg gemakkelijk een mep in de lucht zou kunnen worden'. Volgens de minister zou men zich bezig moeten houden met kinderpornoproducenten en -handelaren, en niet zozeer met de kleinverbruiker, met name wanneer dit 'tot een vervolging van bepaalde minderheden kan leiden'. Verder zei hij dat de methoden die nodig zijn om zo'n wet effectief te maken, 'werkwijzen zijn die niemand hier leuk vindt'. Hij wilde graag eerst een onderzoek door de Landsadvocaat laten instellen om de actuele omvang van het fenomeen vast te stellen. De meeste parlementsleden stonden namelijk sceptisch tegenover de opzienbarende beweringen over 'uitgeleende kinderen' (met prijstarieven!), waarop het officiële wetsvoorstel was gebaseerd. Zoals verwacht bleek later uit dit onderzoek dat er vrijwel geen commerciële produktie en handel van kinderpornografie bestond, maar dat er slechts sprake was van 'een zekere verspreiding' van materiaal uit de jaren zeventig. En bij de afsluitende stemming in mei 1994 werd het wetsvoorstel door de meerderheid van het parlement verworpen.

Minister bedenkt zich

Tot onze verbazing lazen we toen in de pers dat de Minister van Justitie van mening veranderd was. Hij wilde het bezit van kinderporno nu wel verbieden, mits de wet 'op een juiste manier' zou worden geformuleerd. Velen waren verbaasd over deze beslissing, omdat hij tot die tijd stellig tegen een verbod was geweest. Hij beweerde dat hij het 'dat alleen maar voor de kinderen deed', maar de meeste politieke commentatoren hadden een andere mening. In de eerste plaats noemden zij de druk die sommige buurlanden werd uitgeoefend op Denemarken (met name uit het conservatievere Noorwegen en Zweden, landen die zich om historische redenen dicht bij Denemarken voelen), maar ook wezen zij op het feit dat de Deense regering sinds april in moeilijkheden was geraakt. Omdat ook de christelijken in de regering zaten, moest de minister hen een of ander 'cadeautje' geven om de interne samenwerking te begunstigen. In die dagen stuurden wij als Pedofielenvereniging een brief aan alle 179 leden van het Deense Parlement om ons standpunt in deze kwestie kenbaar te maken. We kregen er enkele antwoorden op, en werden door een vrouwelijk sociaal-democratisch lid ook uitgenodigd voor een gesprek. Twee leden van onze groep gingen met haar praten, waarbij zij tamelijk tegemoetkomend en welwillend bleek te zijn. Begin juni besloot Minister van Justitie Erling Olsen in de herfst van dat jaar een besloten conferentie in het parlementsgebouw te houden om naar de verschillende opinies te kunnen luisteren en de basis van een toekomstige wet vast te stellen. Naast enkele deskundigen op het gebied van seksualiteit, kinderen en pornografie, waren zowel de voorzitter van de Red Barnet (Deense afdeling van de wereldwijde organisatie Save the Children) als een vertegenwoordiger van de Deense Pedofielenvereniging geïnviteerd. Vanzelfsprekend waren wij heel verheugd met zo'n 'officiële' erkenning.

Schandaal-uitzending

In augustus zond het landelijke televisiestation TV2 een programma van een uur uit over kinderporno. Op grond van de televisiespots, die al sinds juli door dit zelfde station werden uitgezonden, hadden wij er beslist geen grote verwachtingen van. Wij vergisten ons niet. Het werd een vervelende propaganda-uitzending in Amerikaanse stijl, met verborgen camera's en tendentieus geredigeerd. De twee journalisten waren ook een tijdje in Amsterdam geweest, maar dat had niet veel opgeleverd: slechts enkele nudistenbladen in de pornowinkels en een kort, nietszeggend gesprek met de Amsterdams zedenpolitie. Het eerste en wellicht enige doel van het programma was aan te tonen dat in Denemarken een heleboel geheime produktie van vervelende kinderporno plaatsvindt. Ze hadden daarvoor niet alleen een jongeman gevonden die er onbetwist over kon praten, maar ook de kinderpornoproducent zelf. De 20jarige jongeman zei dat hij op de leeftijd van elf voor het eerst door zijn eigen vader verkocht werd aan de producent. In het begin gebeurde er niet zoveel, maar langzamerhand werd het rauwer en rauwer, en soms huilde hij ook. Het duurde tot hij 15 jaar werd, zei hij verder. Hij had nu geen contact meer met zijn vader, en hij had een hekel aan hem. En hij had er ook een heleboel geestelijke problemen door gekregen. Maar natuurlijk was het heel veel beter geworden toen hij naar een psycholoog was gegaan om er in gezelschap van andere misbruikte kinderen aan te werken. De jongeman zag er heel overtuigend uit, ook omdat hij helemaal herkenbaar was en met een aangrijpende stem sprak. De man probeerde zich te verdedigen. Hij zei onder andere dat ieder kind dat hij gefilmd had, altijd blij was en er gelukkig uitzag (vanzelfsprekend toonde de buis tegelijkertijd pornobeelden van angstige kinderen). Het gezicht van de producent was door middel van schaduw onherkenbaar gemaakt ... dat hadden ze hem althans doen geloven. Maar al de volgende dag voelde hij zich door zo veel kennissen herkend dat hij zich bij de politie meldde. En toen begon het lollige. Enkele uren later zei hij tegen de rechter dat alles een verzinsel was. Hij was, zo vertelde hij, een soort 'voorhoede-regisseur', die weliswaar enkele films met naakte kinderen had geproduceerd, maar nooit porno. Hij had een paar dagen tevoren het hele verhaal doorgesproken met de 20jarige jongen, en alles was bedacht om TV2 voor gek te zetten, omdat hij niet gediend was van een verbod van kinderporno. Hij had het ook gedaan omdat hij er een klein bedrag voor kreeg van TV2. De jongen, die later gevonden werd door de politie, wilde er niet zoveel over praten, maar trok in ieder geval de beschuldiging tegen zijn vader volledig in. Vandaar de paniek bij het televisiestation toen de rechter de 'kinderpornoproducent' even later liet gaan. De al geplande (en aangekondigde) tweede uitzending werd onmiddellijk afgelast. Bovendien kwam de begrijpelijke reactie van de vader van de jongen, met wie het station pas na de uitzending contact had opgenomen. Tot zijn schrik had hij zich op de televisie beschuldigd zien worden van iets vreselijks waar hij helemaal geen weet van had. Enkele dagen later schreef de geachte reporter Leif Blædel in het weekblad Weekendavisen: 'Het was een oneerlijke uitzending ... maar de twee redacteuren waren ook niet geïnteresseerd in zakelijkheid. Als de journalistenvereniging ruggenmerg had (wat zij niet heeft) zou ze die twee eruit smijten'. Soms krijgen de schandaalstichters dus hun verdiende loon.

Pedo's in Parlement

Op 5 september werd de besloten conferentie in het parlementsgebouw gehouden. Aanwezig waren de Minister van Justitie en ongeveer de helft van het Retsudvalg (Commissie Justitie). De vijf uitgenodigde sprekers hadden ieder 15 minuten om hun mening toe te lichten. Hier volgt een kort uittreksel. Volgens Landsadvocaat Asbjorn Jensen bood zo'n wet geen directe voordelen, omdat de produktie van kinderporno waarschijnlijk niet zou afnemen, maar alleen de prijs erdoor omhoog zou gaan. Hij bleek noch voor noch tegen een verbod te zijn. Seksuoloog Preben Hertoft hield een prima betoog over de pedofielen, waarbij hij duidelijk maakte dat er een groot verschil bestaat tussen pedofilie en seksueel misbruik. Criminoloog Berl Kutchinsky, die eveneens internationaal een autoriteit is op het gebied van de pornografie, verklaarde dat porno kennelijk een 'preventieve' functie heeft ten aanzien van seksuele misdrijven. Sinds 1967 kwam er meer en meer porno op de Deense markt, en vanaf 1971 tot 1980 was kinderporno erg gemakkelijk te vinden. Tussen 1967 en 1973 kon men dan ook een flinke daling bemerken van het aantal seksuele delicten tegen kinderen. Hij verkondigde verder, dat er sprake was van een werkelijke daling en niet alleen van minder aangiften, en dat een dergelijk beeld ook in andere landen merkbaar was. Niels Christian Andersen (Save the Children) zei onder andere dat er een 'evidente samenhang' bestaat tussen pedofilie, kinderprostitutie en kinderporno, dat er in Denemarken een 'enorme' produktie van kinderporno plaatsvindt, en dat die alleen gestopt kan worden door een verbod van het bezit, waarmee ook het aantal seksuele misdaden verminderd kan worden. Omdat hij zijn beweringen (die niet overeenkwamen met de meningen van de eerder genoemde deskundigen) niet gedocumenteerd had, werd hem door een van de toehoorders gevraagd of hij er argumenten voor had. Hij antwoordde van niet, maar alles was 'vanzelfsprekend' en een kwestie van 'gezond verstand', aldus Andersen. J. Nielsen sprak namens de Pedofielenvereniging. Hij probeerde de groteske verhalen over de 'enorme produktie' van kinderporno te ontzenuwen met concrete informatie (meestal oud materiaal uit de jaren zeventig, en met kinderen die eerder dertien dan drie jaar oud zijn). Hij sprak ook over de mensen die door een eventueel verbod beïnvloed konden worden, en over de consequenties die dit verbod zou kunnen hebben. Alle aanwezigen luisterden aandachtig naar hem. Daarna waren er vragen en discussie, en na ruim twee uur was het afgelopen. Een grappig moment: omdat pers en televisie bij de uitgang klaar stonden, moesten onze twee gedelegeerden door de kelders onder het parlementsgebouw geleid worden, om via een geheim achterdeurtje stilletjes de taxi te pakken. Een uitstekend optreden van het Ministerie van Justitie! In september waren er verkiezingen, en waren wij iets gespannen. De Liberale Partij kreeg weliswaar veel meer zetels, maar de Kristeligt Folkeparti haalde de drempel van twee procent niet. Voor het eerst sinds 21 jaar bleef deze seks-vijandige partij, die ondanks dat ze maar met vier leden in de regering zat toch vaak zo vrijpostig was, buiten het parlementsgebouw. Dat hield ook in, dat de regering met zijn drieën verder moest. Maar daarover waren de meeste pedo's niet zo bedroefd, hoor...

Komende wet en conclusies

Begin november presenteerde het Ministerie van Justitie het wetsontwerp. Het zal strafbaar worden afbeeldingen van kinderen te bezitten wanneer 'gemeenschap of een andere vorm van seksuele omgang' getoond wordt. De straf ervoor wordt een geldboete. We hebben veel gediscussieerd over het wetsontwerp. Het voorstel is zeker als compromis bedoeld:

  • ten eerste blijft het bezit van afbeeldingen van slechts een kind legaal, ondanks een 'openbare' seksuele inhoud.
  • Ten tweede zou de geringe strafmaat geen ruimte moeten geven voor onbevoegd onderzoek en vervolging.


Het is zeker dat de Deense Pedofielenvereniging in het verloop van de hele zaak een bepaalde rol heeft gespeeld. Wij zijn altijd georganiseerd, aandachtig en actief geweest, en we zijn ook in staat geweest van ons te laten horen, onder andere door briefjes en artikelen in de kranten. Ook is ons ledental voortdurend groeiende. Heel baanbrekend was natuurlijk onze aanwezigheid als vereniging bij een officiële vergadering in het Parlement. In ons blad Ny Sexualpolitik schrijft Dennis Nielsen, een van onze twee representanten bij die vergadering: 'Er is geen twijfel dat de aanwezigheid van de Pedofielenvereniging op de conferentie erg veel indruk heeft gemaakt op de aanwezige politici. Behalve dat we als sprekers optraden, hadden ik en Jens Nielsen tijdens de pauze gelegenheid om met enkele politici persoonlijk te praten. Ik had zeker de indruk dat men aandacht had voor onze argumenten en standpunten'. Verscheidene van ons zijn er nu al van overtuigd, dat het bovengenoemde wetsvoorstel een 'echte' wet zal worden. Sommigen vinden dat we er misschien nog steeds iets aan kunnen doen. Hoe dit verhaal ook gaat eindigen, er zijn toch wel een paar punten geweest die hoop geven op betere tijden voor de Deense Pedofielenvereniging.

bron: Artikel 'Kinderpornowet in Denemarken - Een jaar met vele gebeurtenissen' door Danish Pedophile Association; OK Magazine, nr. 50; februari 1995