Leerkrachten lopen risico's bij vertrouwelijke omgang met leerlingen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Guido van de Kreeke

Alle bewijzen leken tegen haar. Toen de jury van negen mannen en drie vrouwen haar oordeel had geveld, viel ze flauw. Even later verliet ze in tranen, wuivend, lachend en haar echtgenoot kussend het gerechtsgebouw. Omstanders juichten, chique geklede onderwijzeres Sandra Mayhew (26) was door het oog van de naald gekropen. Dagen achtereen had zij zich met hand en tand verweerd tegen een spervuur van de meest intieme vragen. Een jochie van elf jaar uit de vierde klas lagere school, waar zij les gaf, had in geuren en kleuren aan de politie verteld, hoe zijn juf hem bij haar thuis in de loop van vele maanden via de divan en het bed in alle geheimen van de liefde had ingewijd. De knaap wist alle details van haar lichaam zoals bepaalde moedervlekken, alsmede haar slaapkamer precies te beschrijven. Keiharde bewijzen leken daarnaast ook op tafel te liggen. In een boek dat Sandra aan het eind van het schooljaar ten afscheid aan de jongen gaf, schreef zij onder twee kruisjes "Bewaar een klein plaatsje voor me in je hart". De Engelse kranten besteedden veel aandacht aan dit opvallende proces en wezen er op dat de ouders van de jongen er al die tijd vanuit waren gegaan dat de jongen de allerbeste en extra hulp bij zijn schoolwerk kreeg. Maar de jury liet er tot slot geen twijfel over bestaan. De juf was lief en de jongen had de meest monsterlijke fantasieën aan de grote klok gehangen. Sandra, die al sinds april van dit jaar van haar school geschorst was, moet weer aangenomen worden. Maar er zal voor altijd een smet aan haar blijven kleven.

Het hoog opgelopen proces rond de Engelse onderwijzeres Sandra Mayhew is voor Nederlandse leerkrachten opnieuw een bewijs dat ook zij risico's lopen bij de vertrouwelijke omgang met leerlingen. Onderwijskrachten hebben altijd hun gevoelens moeten onderdrukken ten aanzien van leerlingen die hun speciale genegenheid opriepen en dan als "het lievelingetje" en als "voorgetrokken" werden aangewezen. Sinds vele normen zijn verschoven, blijkt steeds meer dat leerlingen op uiterst vrijmoedige wijze hun leerkrachten benaderen. Een fractie van deze gevallen komt ooit naar buiten. Maar de praktijk wijst uit dat menigeen, voordat hij of zij het zelf wist, voor de klas in de grootste problemen zat.

Arm

"Juffrouw, ik wil met je naar bed!" Dat was de rechttoe rechtaan verklaring die door de telefoon van een getrouwde leerkracht uit Woerden klonk. Het was haar al eerder opgevallen dat de veertienjarige knaap zo onopvallend mogelijk langs haar arm streek en op een gegeven moment om een vertrouwelijk onderhoud over een persoonlijk probleem bij haar aankwam. De dame die les gaf op een lagere landbouwschool nodigde hem in haar onschuld na vele aandringen van de jongeman uit bij haar thuis langs te komen, maar zorgde er wel voor dat op dat moment ook haar echtgenoot thuis was. De leerkracht, die nog steeds niet wist, waar het precies om ging, werd dat wel duidelijk, toen de knaap bij een volgende gelegenheid de aap uit de mouw liet komen en geen twijfel liet bestaan over zijn bedoelingen. Niet veel later stond de jongeman met een bos bloemen op de stoep om het goed te maken. De onderwijzeres zegt nu: "Als je er een beetje aan toegeeft, blijf je nergens. Ik heb het voorval maar met de mantel der liefde bedekt. Ik voelde er in ieder geval niet voor het aan de grote klok te hangen. Er blijft altijd iets van hangen".

Loopbaan

Kon nog niet zo gek lang geleden het feit dat een onderwijzer bij het nakijken van gemaakte sommen een naast hem staand kind aanraakte het einde van zijn loopbaan betekenen, nu is men er zich van bewust dat zelfs jonge kinderen lang niet zo onschuldig zijn als zij er uitzien. Menige leerkracht weet uit ervaring hoezeer hij op zijn tellen moet passen om niet in uiterst benarde situaties te verzeilen. Het bijna ouderwets aandoende advies "Laat nooit een leerling alleen schoolblijven, want dan vraag je om moeilijkheden" is nog steeds van kracht, volgens G. Speelman, oud-hoofd van een grote school in Amsterdam en thans werkzaam als schoolbegeleider in de hoofdstad. "Dit geldt vooral voor meisjes. Vooral als je gelegenheid geeft na lessen seksuele vorming met persoonlijke problemen te komen, zijn zij gauw geprikkeld en kunnen er vragen komen om je echt uit te dagen. En dat zeker ook in de zesde klas van de lagere school". In de praktijk blijken er nog steeds onderwijzers in moeilijkheden te raken. Er komen klachten van moeders bij hoofden van scholen als: "De meester gooit expres papiertjes op de grond die m'n dochtertje moet oprapen". Maar heeft men, vooral in volksbuurten, eenmaal het vertrouwen van de ouders gewonnen, dan is dat bijna blindelings en worden de meest krankzinnige dingen geaccepteerd. Vooral op scholen waar men zo ver mogelijk bij de belevingswereld van het kind aansluit, worden er heel wat grenzen overschreden om het sextaboe te doorbreken.

Hoera!

Volgens een biologieleraar op een vooruitstrevend lyceum storten zijn leerlingen zich reeds in de brugklassen op zijn lessen met een hoera, seksuele vorming. Vooral op werkweken zouden op zijn school waar leraren en leerlingen elkaar bij de voornaam noemen en je en jij tegen elkaar zeggen zeer vrije verhoudingen voorkomen. Ook sommige ouders zouden hier geen bezwaar tegen hebben. Hij noemt het omgaan met ontluikende schoonheden een van de grote aantrekkelijkheden van zijn beroep. Bij het ministerie van Onderwijs zegt men het volgende: "Wij kunnen ons voorstellen, dat een heleboel ouders geen problemen maken. Vooral omdat er een wettig en overtuigend bewijs moet worden geleverd, moet je je nog wel eens bedenken alvorens zoiets aanhangig te maken. Vooral door het blootstellen aan een openbare terechtstelling wordt er gauw meer schade aan de betrokkenen berokkend dan de inbreuk op de rechtsorde rechtvaardigt". Ook hoofdinspecteur T. J. Platenkamp van de afdeling zedenpolitie in Amsterdam bevestigt dat veel zaken niet verder dan de politie komen of worden geseponeerd. Hij zegt: "Men is niet meer zo gauw geshockeerd. Veelal heeft men geen behoefte aan 'n rechtszaak, maar wil men wel dat een leerkracht, die in hun ogen te ver gaat, daar mee stopt. De politie is daarbij een laatste redmiddel. Tegenwoordig wordt dat zoveel mogelijk binnen de school of met het schoolbestuur opgelost." De heer Platenkamp, die in voorkomende gevallen het Wetboek van Strafrecht hanteert, vindt daarin het volgende: Vleselijke gemeenschap met een meisje beneden de twaalf jaar wordt gestraft met 12 jaar hechtenis. Vindt dit plaats op een leeftijd van 12 tot 16 jaar dan is het aan de ouders of voogd een verzoek tot vervolging in te dienen. Na het zestiende jaar worden er geen acties ondernomen als het een en ander met wederzijds goedkeuren vrijwillig gebeurt. Maakt iemand echter ten opzichte van een leerling of iemand die aan zijn zorgen is toevertrouwd tot 21 jaar misbruik van zijn bijzondere positie dan is hij volgens artikel 246 wel degelijk strafbaar.

Verstoring

De Amsterdamse officier van justitie F. von Meyenfeldt bevestigt het een en ander: "Er worden veel meer zaken geseponeerd. Er wordt meer rekening gehouden met de dader dan met de daad in vergelijking met vroeger. Aanrandingen van de nog niet seksueel rijpe worden nog als ernstig aangerekend, ondanks een kleine groep mensen met een grote mond, die beweert dat het geen verstoring in de geestelijke ontwikkeling veroorzaakt. Ik til er echter zwaar aan. Als een leerkracht het dan van uit zijn positie doet, is het nog veel erger. Gaat echter een lichamelijk volwassen meisje met een leraar naar bed, dan wordt er seksueel gezien misschien geen schade meer aangericht, maar gaat er iets in de intermenselijke verhoudingen fout". Dat een proces zoals dat in Engeland rond Sandra Mayhew speelde zo breed wordt uitgemeten is in Nederland niet mogelijk. Von Meyenfeldt: "Wij hebben een uitgebreid vooronderzoek. De rechter leest bij het Romaanse recht dat hier wordt uitgeoefend alle stukken binnenskamers van haver tot gort. In Engeland past men het Angelsaksische inquisistoire recht toe. De rechter neemt daarbij vooraf geen kennis van de stukken. Het hele proces ontrolt zich daardoor voor de jury en het publiek. Daarbij krijg je dat gebekvecht. Die openbaarheid is een extra verzwaring voor de mensen die recht moeten doen. Bij ons gebeurt alles veel ingetogener."

bron: Artikel 'Proces rond Engelse onderwijzeres bewijst: Leerkrachten lopen risico's bij vertrouwelijke omgang met leerlingen' door Guido van de Kreeke; De Telegraaf; 17 september 1977