OK magazine 75 nummers terug: nummer 11, januari 1988

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Boysocks

Op het moment dat ik dit schrijf is de tweede Golfoorlog inmiddels in volle gang. Het is nog volstrekt onbekend wat de afloop zal zijn. Op het moment dat de OK uitkwam waarop we nu een blik werpen (ja mam, ik doe voorzichtig met de blikken) was de eerste Golfoorlog nog niet eens begonnen. Ik hoop dat het deze keer snel over gaat en bovenal dat het deze keer wel tot een regime verandering komt, want anders krijgen we over een aantal jaren weer eenzelfde situatie. Laten we terug gaan naar de OK.

Inleiding

De cover ziet er goed uit: een zomers gekleed jochie die een beetje onzeker op wat stenen of rotsen zit. Mijn verdere eerste indruk is dat er vrij veel tekst in staat. Er staan redelijk wat wisselende artikelen in. Dit komt vooral omdat er ook een aantal oude foto's en artikelen in staan om het lustrum van MARTIJN te vieren, want ze bestaat vijf jaar.

OK weet raad

Persoonlijk heb ik me redelijk aan deze rubriek gestoord. Hierin wordt nogal een loopje genomen met de werkelijkheid. Het is een persiflage op de bekende '(persoon) weet raad' rubrieken in diverse tijdschriften. De gepersifleerde personen zijn Patricia Paay (die vooral haar nieuwe plaat aan het aanprijzen is), Jules de Corte (die een probleem helemaal niet ziet), Henk Molenberg (die aan een jochie het advies geeft zijn moeder dronken te voeren) en Henny Huisman (die vindt dat je in het openbaar niet naar jochies mag lachen en dat je bovenal niet in je eentje naar de Miniplaybackshow mag kijken).

Bombay

Een week lang verblijft iemand in een hotel in Bombay. Vrijwel elke dag komt hij een jongen tegen. Er is alleen oogcontact tijdens die week, maar dan vraagt de jongen om geld te wisselen. De man en de knul raken aan de praat. Het jochie wordt zijn gids. Op zijn advies gaat hij naar een minder luxe hotel, wat vooral goedkoper is. Op een dag wordt hij wakker, waarschijnlijk van de kou. Zijn kamerdeur staat open. Het jochie staat vlak bij hem, zijn shirt ligt al op de grond. Ze raken aan het stoeien. Dan valt de jongen in slaap. Niet veel later valt ook de man weer in slaap. De volgende ochtend is de knul weg... Heeft de man gedroomd? Lees het vervolg in het magazine!

Alfons Elsen

In dit interview wordt er vooral naar België gekeken. Er wordt verteld dat de Belgische wetgeving eigenlijk het woord 'pedofilie' niet eens bevat. Bepaling 372 in het Belgische wetboek van strafrecht maakt het mogelijk om elke seksuele activiteit tussen een strafrechtelijk meerderjarige met een ieder onder de zestien jaar te bestraffen. Destijds was het bezit van kinderporno ook niet strafbaar. Het verhandelen en tentoonstellen ervan, ook aan eventuele eigen kinderen, werd wel zwaar bestraft. In de media rust er een groot taboe op; dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland. Wat later in het interview komen ook 'Het Vlaamse Blok' en de 'affaire CRIES' aan de orde. Verder wordt er over de 'Documentatiedienst' gesproken, wat een rechtstreeks uitvloeisel is van het in 1976 gehouden congres Pedofilie en Samenleving. Er wordt nog vermeld dat deze dienst op 31 augustus 1986 zo'n 846 boeken, 119 tijdschriften, 1420 losse artikelen en 13 klankbandopnamen van radio en televisie had. Tot slot merkt Alfons Elsen nog op dat hij denkt dat de pedofiel het vooral zelf moet doen. Ze kunnen niet verwachten dat anderen zullen gaan zorgen voor hun emancipatie. Natuurlijk snapt hij dat een pedofiel heel veel op het spel zet met het naar buiten treden, maar toch zal dat de enige uitweg zijn. In zekere zin denk ik wel dat dat klopt, maar aan de andere kant denk ik niet dat je met het naar buiten treden voldoende wint om je eigen beroeps- en sociaal leven op het spel te zetten. Er worden drie artikelen in verband gebracht met dit interview. Als eerste het artikel 'Zedenwetgeving' uit de Martijn, 3e jaargang (1984). Dan de 'documentatiedienst MARTIJN', wederom het 3e jaargang (1984). En tot slot het artikel over de 'affaire CRIES' uit OK 8, 1e jaargang (1987).

Uit het archief

Creatief, zo'n terugblik in een terugblik. De reden om het archief in te duiken is het vijfjarig bestaan van MARTIJN. Er wordt als eerste teruggeblikt op een leuk artikel waarin een moeder schrijft over haar zoontje. Ze had de jongen van tien betrapt met een iets ouder vriendje dat regelmatig kwam logeren. Althans, de jongens lagen naakt, in elkaars armen verstrengeld, in bed te slapen; de onderbroekjes nog bij de voetjes. Eerst schrok ze hevig en wilde de jongens wakker maken, maar gelukkig bedacht ze zich. Haar verdere reactie zul je zelf moeten gaan lezen. Als tweede - en laatste wat deze terugblik betreft - wordt er teruggeblikt naar een verhaal waarin een man en een jongen een spel doen. De uitslag van het spel betekent dat de man de rest van de middag het slaafje van de knul wordt. Allereerst mag hij de voeten van het jochie schoon likken. (Yummie! Boysocks wordt een beetje jaloers). Maar er gebeurt nog meer.

In het belang van het kind

In dit artikel wordt gesproken over de situatie begin jaren zeventig, toen de seksuele 'revolutie' op gang kwam. Het ging er steeds meer op lijken dat ook de pedofiel eindelijk uit de kast zou komen. Dan overschrijden we de jaren tachtig-grens; het tij keert. In november 1980 wordt de Stichting MARTIJN opgericht. Tevens wordt er begonnen met de uitgave van de Martijn, een maandblad. Deze lijkt, al na een maand of vier, dood te bloeden bij gebrek aan financiële middelen en mankracht. In december 1984 verschijnt na twintig maanden van stilte eindelijk een nieuw nummer, namelijk 4½. In dit nummer gaat vooral over de aankondiging van het omzetten van de Stichting naar de Vereniging MARTIJN.

En verder

Natuurlijk staan er ook weer foto's in deze uitgave. Het aantal foto’s - en vooral wat er op die foto's staat - valt deze keer wat tegen, vind ik. Er staat wel een heel lief fotootje in van een jochie dat met een hondje aan het knuffelen is. Vooral de kleine fotootjes, die bij de artikelen staan, zijn positieve uitzonderingen. Er staat ook nog een lied of vers in met de titel Mijn kleine hovenier en ik, geschreven door Benjamin Roelofsma. Tot slot zie je nog een brief van het bestuur gericht aan de Tweede Kamer. [...] Tot de volgende terugblik!

Groetjes,
Boysocks!

bron: Artikel 'OK magazine 75 nummers terug: nummer 11, januari 1988' door Boysocks; OK Magazine, nummer 86; augustus 2003