Pedagoog Maasen: pedofiel niet probleem, maar opvoeding

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Interview door: Koos Neuvel

Is een clown een verborgen pedofiel, staat achter elk bosje een kinderlokker? Na de affaire Oude Pekela lijken veel mensen dat inderdaad te denken. De pedagoog Thijs Maasen schreef een proefschrift waarin hij een ouder zedenschandaal analyseerde. Maasen concludeert dat niet zozeer de pedofiel het probleem vormt maar veeleer de verkrampte manier waarop volwassenen omgaan met erotiek in de opvoeding.

"Via zedenschandalen worden stereotypen over seksuele afwijkingen gemeengoed van het grote publiek", luidt een van de stellingen van Thijs Maasen bij zijn proefschrift De pedagogische eros in het geding. In dat boek analyseert hij het schandaal dat in het begin van deze eeuw ontstond rond de Duitse pedagoog Gustav Wyneken die een intense, hartstochtelijke vriendschapsrelatie tussen leraar en leerling bepleitte en praktizeerde. Wyneken werd evenwel door de rechter veroordeeld omdat hij met zijn eigen leerlingen homoseksuele handelingen verricht zou hebben.

Volgens Maasen wordt door middel van zo'n schandaal de publieke opinie gemobiliseerd en een stereotype geïntroduceerd. Hij vergelijkt het met de ontuchtaffaire die in 1924 ontstond rondom de gereformeerde onderwijzer en dichter Willem de Mérode: "Aanvankelijk konden zijn dorpsgenoten en collega's zich geen enkele voorstelling maken van wat het woord 'homoseksualiteit' inhield. Het verschijnsel was nog zo weinig bekend bij hen, pas later wordt voor heel veel mensen duidelijk waar homoseksualiteit, of in dit geval pedofilie voor staat."

"Ik denk dat men pas dan leert het fenomeen te onderscheiden en te zien. Een mooi voorbeeld is wat er in Oude Pekela gebeurde. Op het moment dat men vermoedde dat er clowns in het spel waren, gingen allerlei mensen denken dat zij een kinderlokker zagen. Toen werden er ook op een aantal plaatsen zomaar mensen gearresteerd." De affaire rond Wyneken, of in Nederland de affaire rond De Mérode wordt door Maasen gezien in het kader van een steeds sterker door seks gepreoccupeerde manier van denken: "Voor de relaties tussen volwassenen en kinderen worden vanuit de seksuologie heel duidelijke categorieën gemaakt, in dit geval de pedofilie. Wat er gebeurt is dat die begrippen steeds sterker afgebakend worden en de verhoudingen steeds meer in seksuele termen benoemd worden; en dat terwijl de verhouding daar op zich niet zo aan beantwoordt als de psychiatrische theorie wel suggereert."

Iedere vorm van erotiek in de relatie tussen oudere en jongere wordt door die benoeming van seksuele afwijkingen in een kwaad daglicht geplaatst, constateert Maasen: Ouderen die met kinderen omgaan in een niet duidelijk pedagogische situatie, gaan verdacht overkomen in de ogen van de maatschappij. Vroeger had je de term kindervriend, mensen die het leuk vonden om met kinderen om te gaan maar ik denk dat men nu veel sneller als pedofiel wordt aangezien. Wie durft er nu nog als clown met kinderen in de hand door Oude Pekela te lopen? Sinterklaas zou het volgende slachtoffer kunnen worden. Die zit ook in een verdachte hoek."

"Het seksuele wordt ontzettend opgeblazen", meent Thijs Maasen. "Wat ik in mijn boek heb willen zeggen is niet zozeer een pleidooi voor pedofilie of voor knapenliefde; ik heb geprobeerd iedere normatieve uitspraak in het boek te vermijden maar heb een analyse willen geven van hoe de huidige discussie rond pedofilie, liever gezegd, van erotiek in de opvoeding, ontstaan is; welke historische achtergrond die heeft."

"De huidige discussie over pedofilie is heel erg in het slop gekomen. Ik bedoel daarmee dat die discussie alleen nog maar over seks gaat, terwijl relaties veel rijker zijn. De huidige manier van denken maakt het bijna onmogelijk om op een ongedwongen manier over erotiek en intimiteit in de opvoeding te praten. Men denkt dan onmiddellijk aan pedofilie." Op de vraag of in juist dat mogelijk seksuele aspect bij een relatie tussen oudere en jongere niet een belangrijk probleem schuilt, antwoordt Maasen: "Zeker. Dergelijke verhoudingen zijn absoluut niet eenvoudig, er zitten problematische kanten aan. Dat seksuele aspect is echter niet de belangrijkste discussie.

Spontaan

"Mijns inziens is de belangrijkste vraag hoe volwassenen en kinderen op een spontanere wijze met elkaar kunnen omgaan. Het probleem wordt helemaal naar de pedofilie toegeschoven, terwijl het probleem wel eens veel meer zou kunnen zijn: de ontoegankelijkheid van het volwassen lichaam. Veel volwassenen ervaren de lichamelijke omgangsvormen met kinderen als problematisch omdat dat in onze maatschappij nauwelijks wordt toegestaan. Dat heeft heel veel te maken met de afstand die er in een pedagogische relatie gecreëerd is. Volwassenen blijven vaak buiten schot terwijl juist zij ter discussie zouden moeten staan."

Tegenwoordig heeft Thijs Maasen op een andere manier te maken met de problematische kanten van de seksualiteit. In het begin van dit jaar zegde hij namelijk zijn vaste aanstelling bij de vakgroep Pedagogiek aan de VU op om als psycholoog mee te draaien in het Aids-team van de Schorerstichting, een hulpverleningsinstelling voor homoseksuelen. Dat deed hij met name omdat hij de ziekte in zijn eigen omgeving zag toestaan en niet vanaf de zijlijn wilde toekijken.

Hoewel er een kloof lijkt te gapen tussen het werk van een historisch onderzoeker en een op de hedendaagse praktijk gerichte hulpverlener, zegt Maasen tussen beide werkzaamheden toch een zekere link te zien. "In de homo-wereld worden contacten meestal door seks gelegd. Maar met de opkomst van aids wordt de seksualiteit als aspect uitgeschakeld en worden andere aspecten belangrijker. Vertrouwelijkheid, intimiteit, warmte en veiligheid gaan een belangrijker rol spelen. Dat merk ik in mijn werk heel sterk." "Daarmee wil ik geen pleidooi voor aids houden, maar wel wordt duidelijk dat het seksuele opnieuw een problematische categorie is geworden. Aan de andere kant houdt de hele discussie rond aids het gevaar in zich dat er opnieuw een medicalisering van de homoseksualiteit ontstaat. En dat terwijl de homowereld in de afgelopen decennia zich dacht te hebben losgemaakt van de medische wereld. Aids lijkt ze nu toch weer dichter bij elkaar te brengen."

Toch verwacht Maasen niet dat het slechter wordende klimaat de homowereld kapot zal maken: "Ik was in april in Engeland en wat mij opviel was dat die beruchte wet, clause 28, een sterke mobilisatie tot stand gebracht had. Daarmee wil ik niet zeggen dat die wet toe te juichen valt maar er is wel sprake van een zekere paradox: datgene wat zo'n wet probeert te verbieden, wordt er juist ook weer sterker door gemaakt en opgeroepen."

bron: Artikel < 'Wie durft er nog als clown over straat te lopen' - Pedagoog Maasen: pedofiel niet probleem, maar opvoeding > door Koos Neuvel; Ad Valvas (blad van de V.U.); 1 juli 1988