Pedofilie: een emperisch onderzoek

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Ook hebben wij aangetoond, dat er geen invloed aanwijsbaar is van zulke seksuele contacten op de latere beleving van de seksualiteit. Het is dan de vraag of het wel geoorloofd is om strafbaarstelling te handhaven: om een man, die een seksueel contact had met een kind gevangenisstraf te geven en daarmee in zijn verdere leven een stigma te bezorgen. Met name als blijkt, dat de ouders degenen zijn die bepalen hoe een seksueel contact met een volwassene beleefd wordt. [...]

Wij zijn van mening, dat niet gewacht moet worden met decriminaliseren totdat er iets aan de opvoeding veranderd is. We zien in de decriminalisering eerder een stimulans om een proces van bewustwording op gang te brengen, dat uiteindelijk voor alle betrokkenen ongunstige effecten wegneemt. De volwassene, die seksuele contacten zoekt met kinderen, krijgt een kans om zichzelf te zijn. Hij hoeft niet angstig in het leven te staan en kan ongedwongen met kinderen omgaan. Van het kind wordt aanvaard, dat het ook een seksueel wezen is en de ouders leren middels voorlichting o.a. in te zien, dat er lang niet altijd sprake is van verkrachting van een kind. In vele gevallen is er sprake van interactie tussen de volwassene en het kind en het kind kan vreugde scheppen uit de omgang met een andere volwassene. Ook een incidenteel seksueel contact kan door het kind als prettig ervaren worden.

bron: Artikel 'Pedofilie: what's in a name? - Een emperisch onderzoek' door John Corstjens; Tijdschrift voor Criminologie, nummer 6; 1980