Radioprogramma 'Expres VPRO' over pedofilie, deel twee: de pedofiel en de justitie

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Expres VPRO''

Uitgezonden op 8 mei 1981 op Hilversum 2.



N.B. De interviewster (Ellen Mik) wordt aangeduid met 'I'.




Liedje
Kindje kon jij weten
dat wij mensen vergeten
dat wij ook mensen zijn
met vreugde, liefde en pijn.
Wij discrimineren
en vooral saboteren
elkaars geluk uiteen.

Kindje, kindje ga slapen en kindje blijf slapen.
Droom zoet al je zoete droompjes.
Kindje blijf maar slapen,
kindje slaap zacht.
Kindje, kindje, kindje,
arm, arm, arm kindje.


De heer Nieuwenborn (spelling onzeker), hoofd justitiële dienst in IJmuiden: Ik ben hoofd van de justitiële dienst bij de gemeentepolitie Velzen waaronder dus ook de recherche en de afdeling Jeugdzaken resulteert.

I: Ik zou graag van u willen weten, meneer Nieuwenborn, hoe in IJmuiden de gang van zaken is wat betreft het opsporen van pedofielen.
Nieuwenborn: Ja, nou het is zo dat praktisch alle gevallen van pedofilie aan het ligt komen door een reactie van het publiek; dat is dus een tip of een klacht en naar aanleiding daarvan volgt dus een onderzoek.

I: Dus u gaat er nooit zelf op uit?
Nieuwenborn: Een zeer actief beleid vindt praktisch niet plaats op dit punt.

I: En als pedofielen bij u bekend zijn gaat u ze dan niet in de gaten houden of achtervolgen of schaduwen, hoe noemen ze dat in jullie termen?
Nieuwenborn: Nee, nee nee, dat vindt uitsluitend plaats op klacht.

I: Dus er moet altijd een klacht plaatsvinden wilt u achter iemand aangaan?
Nieuwenborn: Een klacht of een tip ja.

I: En als dat gebeurd is, gaat u dan kinderen verhoren?
Nieuwenborn: Ja, het is zo dat; daarna vindt het verhoor van kinderen plaats die slachtoffer c.q. getuige zijn van deze zedendelicten. Dat vindt plaats door medewerkers met een ruime politie-ervaring die speciaal voor deze onderzoeken zijn aangewezen en deel uitmaken van de afdeling Jeugdzaken. Dit verhoor vindt dan plaats na een gesprek met de ouders en de ouders zijn daarna veelal op hun verzoek bij het verhoor aanwezig. En bij dat verhoor realiseren we ons dus goed dat de mate waarin schade aan het kind is of wordt toegebracht afhankelijk is van de reactie van de omgeving van dat kind en we maken de ouders daar dus duidelijk op attent.

I: Waar wordt het kind verhoord?
Nieuwenborn: Dat verhoor vindt meestal thuis plaats, bij het kind.

I: Vindt het ook wel eens op het bureau plaats?
Nieuwenborn: In bepaalde gevallen vindt het ook op het bureau plaats, meestal op verzoek van de ouders.

I: In welke gevallen is dat dan?
Nieuwenborn: Op verzoek van de ouders.

I: Dus u gaat nooit vanuit uzelf, dat u zegt: dat kind moet mee naar het bureau.
Nieuwenborn: Nee dat gebeurt praktisch niet nee.

I: Gebeurt het dan wel dat ouders tegen u zeggen van nou haal dat kind van mij maar van school op en neem het maar mee naar het bureau.
Nieuwenborn: Ja ja, dat komt voor ja.

I: En komt het dan ook voor dat ouders zeggen nou ga maar met dat kind van mij voor de klas staan en nou laat het maar eens vertellen aan de hele klas wat hij uitgespookt met de pedofiel.
Nieuwenborn: Nee nee, dat gebeurt niet nee. Dit is zo'n zuivere privézaak die het bijzondere belang van het kind dient, dat op dat punt de kinderen op wat voor gebied dan ook in bescherming worden genomen en buiten een algemeen gebeuren worden gehouden.

I: Bent u zelf ook rechercheur of staat u aan het hoofd van de afdeling?
Nieuwenborn: Ik ben hoofd van de justitiële dienst bij de gemeentepolitie Velzen waaronder dus ook de recherche en de afdeling Jeugdzaken resulteert.

I: En hoe weet u dat uw ondergeschikten, die rechercheurs dat die niet zo te werk gaan?
Nieuwenborn: Nou het is zo dat over dit soort zaken dagelijks overleg plaatsvindt over de aanpak van zaken en zaken dus dagelijks worden doorgesproken dus die contacten met alle medewerkers van de afdelingen die zijn regelmatig.

I: Ik vind het zo vreemd hè want u vertelt dit verhaal en ik heb van andere kant ook andere verhalen gehoord.
Nieuwenborn: Van welke kant is het dan?

I: Van pedofielenkanten bijvoorbeeld uit die regio die vertellen dat kinderen... van kinderen zelf hoor, van kinderen zelf moet ik zeggen, die vertellen dat ze voor de klas gezet zijn door een politieagent.
Nieuwenborn: Nou dat zijn pertinent onwaarheden, dat is niet juist.

I: Gebeurt het ook wel eens dat u tijdens een verhoor een kind niet gelooft?
Nieuwenborn: Dat we een kind niet geloven tijdens een verhoor? Het is natuurlijk zo dat... de praktijk wijst uit dat we tot nu toe zijn geconfronteerd met onderzoeken waarbij steeds meerdere kinderen betrokken waren. En de verklaringen van deze kinderen werden dan aan elkaar getoetst en konden wanneer ze gelijkluidend waren leiden tot duidelijke bewijsbare feiten. En het hangt dus van de feiten en omstandigheden of hoe zwaar aan de verklaring van één kind moet worden getild.

I: En als één zo'n kind zegt dat ie het hartstikke fijn gevonden heeft en nou en goed contact heeft met zo'n pedofiel, wat doet u dan?
Nieuwenborn: Nou dan wordt zo'n verklaring wordt letterlijk opgenomen en dat wordt in het onderzoek meegenomen, in het proces verbaal verwerkt. En wanneer het onderzoek heeft plaatsgevonden dan wordt de zaak ter verdere beoordeling overgedragen aan justitie en wordt de dader dus geadviseerd contact op te nemen met zijn huisarts.

I: Maar het gebeurt nooit dat u dan tegen zo'n kind zegt: nee dat kan niet want het is hartstikke smerig. En dat u eigenlijk met eigen uitspraken het kind zou beïnvloeden.
Nieuwenborn: Nee, nee, pertinent niet nee. Nee, wij gaan niet in op beoordelingen, nee.

I: En u dreigt het kind ook niet wanneer het niet tot bepaalde uitspraken komt.
Nieuwenborn: Nee dat zou ontoelaatbaar zijn.

I: Ook niet wat wel eens gebeurt van dreigen dat het dan naar een tehuis moet of zo.
Nieuwenborn: Nee nee nee, pertinent niet.

I: En hoe gebeurt het verhoor bij een pedofiel, hoe gaat dat in zijn werk?
Nieuwenborn:] Nou het verhoor van de pedofiel vindt dus plaats door de medewerkers van dezelfde afdeling Jeugdzaken.

I: Zo iemand wordt dan opgepakt. Wordt die gelijk verhoord of wordt die eerst nog een aantal uren vastgezet?
Nieuwenborn: Meestal is het zo dat het verhoor meteen een aanvang neemt.

I: En gelooft u zo'n pedofiel dan, wat ie zegt?
Nieuwenborn: Uhm ja, wij moeten afgaan op zijn verklaring en daar is hij persoonlijk voor verantwoordelijk en die verantwoording zou hij moeten afleggen bij de justitie. En verklaringen die schuld inhouden worden zoveel mogelijk in zijn eigen woorden opgenomen.

I: Ik vraag me af hè, wordt er eigenlijk wel eens geslagen als het een beetje uit de hand gaat lopen?
Nieuwenborn: Nee dat is ontoelaatbaar. Het is natuurlijk wel zo dat het ons toegestaan is om in bepaalde gevallen een streng verhoor af te nemen, maar dat daarbij geweld zou worden gebruikt is pertinent ontoelaatbaar.

I: Wat vindt u eigenlijk zelf van pedofilie?
Nieuwenborn: Ik onderken dat we zitten met een wetgeving welke weinig of geen invloed heeft op de besteding van pedofilie en wij worden geconfronteerd met klachten vanuit de samenleving en we hebben de plicht op die klachten vanuit de samenleving te reageren, over pedofilie. En na het onderzoek leggen we de zaak dus ter verdere beoordeling voor aan de justitie, verwijzen de dader naar de huisarts en ik denk niet dat dit de oplossing biedt ter voorkoming van pedofilie. Maar ik weet dat alternatieven op dit gebied ontbreken.

I: Maar dan weet ik nog niet wat u er zelf van vindt.
Nieuwenborn: Nee maar wij staan hier voor een politietaak. Wij weten en we beseffen dat we te maken hebben met een verouderde wetgeving op dit punt. De hele zedelijkheidswetgeving is sterk verouderd en ik denk dat het een aanpassing behoeft, maar wij hebben de plicht om te reageren op klachten vanuit de samenleving.

I: Dus zoals u er zelf over denkt, dat speelt verder geen rol met de aanpak?
Nieuwenborn: Dat maken we ondergeschikt aan de taak waarvoor we op dit moment staan. En het is een wetgeving die door het parlement indertijd is samengesteld...

I: Waarom stuurt u eigenlijk door naar een huisarts?, dat begrijp ik niet.
Nieuwenborn: Wij verwijzen de dader door naar de huisarts...

I: De dader is in dit geval de pedofiel voor u?
Nieuwenborn: De pedofiel ja. Omdat we toch denken dat een behandeling mogelijkerwijze een oplossing biedt.

I: Een behandeling voor wat?
Nieuwenborn: Voor het verschijnsel pedofilie.

I: Dus u ziet dat toch als iets, ja iets raars, iets abnormaals.
Nieuwenborn: Ja, u stelt natuurlijk de vraag of wij te maken hebben met een verdachte of met een patiënt. En momenteel is het zo dat de pedofiel is geplaatst in een geheel strafrechtelijk gebeuren en de vraag is natuurlijk of je deze man niet meer moet zien als patiënt en dat je het hele verschijnsel pedofilie uit de strafrechtelijke sfeer moet halen en in het kader van een behandeling moet plaatsen.

I: Uzelf vindt het ook abnormaal? U vindt dat ie onder medisch toezicht gesteld moet worden? Of voor een medisch onderzoek in ieder geval...
Nieuwenborn: Wij verwijzen naar een huisarts in de hoop dat dat een betere oplossing biedt dan strafrechtelijk aanpakken.


Commentatorstem: In onze tweede uitzending over pedofilie, vanmorgen aandacht voor pedofilie en justitie. In onze vorige uitzending lieten we u al horen hoe kinderen hun eigen seksualiteit en die met een volwassene beleven en hoe wij daar, andere volwassenen, met onze vooroordelen tegenover staan. Tijdens mijn voorbereidingen voor deze programma's werd ik steeds duidelijker geconfronteerd met de ellende die ontstaat wanneer een derde zich gaat inmengen in de fijne relatie tussen een kind en een pedofiel. Meestal door onbegrip voor het seksuele gedeelte van een relatie komen deze derden ertoe de politie in te schakelen. In Nederland hebben we een wet die seksuele handelingen met jongeren beneden de zestien jaar strafbaar stelt. En of die handelingen nu voortkomen uit een goede relatie of niet en of het kind dit zelf gewild heeft, dat doet er helemaal niets toe. Met zo'n wet in de hand kan de politie dan ook niet veel anders dan de pedofiel vervolgen. Alleen de manier waarop ze zich dan in zo'n relatie mengen laat in de praktijk nogal eens te wensen over.

Waarom moet een derde zich bemoeien met de relatie van twee personen wanneer deze voor beide partijen erg fijn is? Jos en Peter, en twee vroegere vriendjes van ze, vertellen u in deze uitzending wat het voor ze betekent wanneer er op brute wijze in hun relatie gekapt wordt. Ook kunt u horen hoe de politie in theorie haar beleid bepaalt ten aanzien van pedofilie. Ik herhaal 'in theorie' want de praktijk wijst volgens de vele verhalen die ik van pedofielen en kinderen gehoord heb vaak anders uit. Bijvoorbeeld kinderen die om vijf uur 's morgens uit hun bed gelicht worden omdat ze moeten vertellen wat ze de vorige dag met die en die vieze pedofiel uitgespookt hebben. Of kinderen die van school opgepikt worden, of dat ze voor de klas gezet worden en gedwongen worden hun klasgenootjes te vertellen wat voor viespeuk hun vriend de pedofiel is. Of pedofielen zelf die geen leven meer hebben omdat ze steeds achtervolgd worden en nog veel meer van dit soort diep treurige praktijken. U kunt ons ook weer bellen vanmorgen. Dat is dan 035 71 28 80. Dus Hilversum [tel. nr.].

Jos: Nou de ouders kwamen er op een gegeven ogenblik achter. En dat was na twee-en-een-halve maand, drie maanden ongeveer. En dat kwam doordat ik hem vaak van school haalde en dus ook die vriendjes zagen dat ik met Peter omging. Of dat nou jaloezie geweest is, ik weet het niet. Maar in ieder geval, die hebben dat denk ik een beetje doorgegeven aan mekaar en zodoende zijn die ouders dat te weten gekomen.

I: Nu hoort u Jos en in de loop van het gesprek hoort u ook nog Martijn, dat is een oud vriendje van hem. En op hun verzoek hebben we de stemmen verdraaid om ze nog meer ellende te besparen.
Jos: Peter die was dan op het bureau en nou daar werd ie ondervraagd en ondervraagd. Dat heb een paar uur geduurd. Maar hij heeft helemaal niks losgelaten, alleen dat ie het hartstikke leuk bij mij vond. Maar ja dat was aanleiding genoeg voor de politie om naar de ouders toe te stappen en te zeggen van nou als Peter nog één keer met mij om zou gaan dan moest hij naar een tehuis. En dat moesten ze maar vertellen aan Peter. Zouden ouders maar eventjes vertellen aan Peter dat dat dan ging gebeuren. En de politie had zelf tegen Peter gezegd: als jij nog één keer bij (piep) in de buurt komt; we houden je in de gaten; we patrouilleren hier. Zo erg is het geweest. En dan ga je naar een tehuis en dan geven we het door weer aan je ouders. Peter die wou toch gewoon bij me komen en die heeft toen na een paar weken, heeft ie me opgebeld, hij had m'n nummer; als z'n ouders niet thuis waren. Die wou me ontzettend graag zien en ik hem natuurlijk ook ontzettend graag want het was hartstikke fijn met mekaar. Toen belde ie vaak 's avonds op. En hij huilde ook wel. Ik heb er ook erg verdriet om gehad. Dat ik hem toen gewoon niet kon zien. Dat er iemand anders eigenlijk met de bijl in hakte. Dat een derde; wat wij leuk met elkaar hadden werd eigenlijk op dat moment helemaal kapot gemaakt. En toen belde ie vaak op, 's avonds en op dat moment gingen we weer een beetje afspraken maken.

I: Hoeveel tijd had ertussen gezeten?
Jos: Nou ik denk wel een maand of zo tussen gezeten voordat ie weer kwam. Maar dat ging allemaal op een rotmanier hè, het ging allemaal op een voorzichtige manier, alsof je twee onderduikers bent of zo. Nou dat is ook weer een tijdje is dat goed gegaan tot op een gegeven ogenblik het toch weer gezien werd door vriendjes van Peter. En andere mensen, dat kan ik niet beoordelen want de ouders zijn er weer achter gekomen dus de politie werd weer ingeschakeld. En ik vond het al verschrikkelijk want hij was al een keertje bij de politie geweest voor verhoor en nou was ik bang dat het helemaal een toestand zou worden. Dat wist ik op dat moment niet maar goed ik heb dat later van hem gehoord, omdat ik hem later tegengekomen ben, na dat verhoor. En dat heeft ie me dus allemaal verteld. Hij kwam me tegen op straat weer, nadat ie losgelaten was van verhoor en toen kwam ie naar me toe en hij had een heel rood kopje, en helemaal schichtig om zich heen kijken. Hij draaide om m'n auto heen. En toen kwam ie toch naar me toe en zei ik vind het verschrikkelijk want ik heb het verteld. Ik zeg man ik vind dat helemaal niet erg, want ik weet precies hoe ze dat doen, want ze ondervragen mensen, oudere mensen al ontzettend onder druk te zetten. En toen vertelde ie ook van dat ie de eerste dag een uur geweest was. Ze hadden hem alleen eerst een half uur in een kamertje laten zitten. 'Nou en weet je nog verder wat te vertellen, nee?' Nou lieten ze hem weer zitten. De volgende dag moest hij terugkomen. Ik dacht wel vijf keer is ie terug geweest. En bij mekaar heeft ie ongeveer zes uur op het bureau doorgebracht. Een kind van twaalf jaar zes uur lang op een bureau, terwijl er eigenlijk helemaal niks aan de hand is, als je goed nagaat. Dat je gewoon een ontzettende fijne relatie van twee mensen tussen mekaar hebt, dat gewoon verknald wordt door derden. Dat deed me ontzettend veel pijn.

I: Heeft Peter verteld hoe de politie hem ondervroeg, op wat voor manier dat ging?
Jos: Dat ging op een manier van onder druk zetten, van doordouwen. Van wat heb je nou met hem gedaan. Dat is toch vies en dat kan allemaal niet. Terwijl dat jochie dat hélemaal niet vies vond maar zoals ik dat weet gewoon van hem dat ie het hartstikke fijn vond om met mij om te gaan, en ook seksueel. En die politie bekijkt dat gewoon als iets wat helemaal niet kan, wat helemaal niet bestaat. Dat gaat er helemaal aan voorbij aan de gevoelens van dat kind en aan die gevoelens van mij. Ze hameren d'r maar op door van wat er allemaal gebeurd is en dat is voor zo'n jongen verschrikkelijk want dat is eigenlijk een geheimpie wat wij met zijn tweetjes delen. Net zoals twee andere mensen die gek op mekaar zijn ook niet aan iedereen kwijt raken wat ze met mekaar doen hè. Op dat moment wordt het jochie gewoon zo ontzettend voor het blok gezet en verlegen en eigenlijk in de war gemaakt. Dat al die dingen maar vies zijn. Nou dat vind ik op zich al een hele geestelijke verkrachting eigenlijk hè. En als dat nog eens een keertje zes uur moet duren en daarna is het ergste want daarna heeft ie weer gebeld naar mij toe. Hij wou weer bij me komen, is toch weer gebeurd hoor. Hij is weer bij me geweest en ik kom hem nog wel tegen alleen het is nu eigenlijk helemaal kapot gemaakt maar we bellen elkaar alleen nog wel.

I: Hoe is hij uiteindelijk dan toch doorgeslagen, hoe kwam dat?
Jos: Nou door de politie, bleef ondervragen. Die zetten hem gewoon weer in een kamertje neer en die kwam na een half uur of een uur terug en dan zeiden ze gewoon van nou moet je luisteren als je niet praat dan blijf je hier maar zitten. Kijk, als je ouder bent dan kan je daar al niet tegen dus laat staan een kind van twaalf jaar, die zeggen dat dan, dat is logisch. En het ergste daarvan is dat ze dus op een gegeven ogenblik dan gaan zeggen van als ze dus doorslaan dat ze ook zeggen van maar ik vond het niet zo fijn maar hij vond het wel leuk, want dat durven ze dan niet meer te zeggen omdat dat dan zo vies geworden is, durven ze dat ook niet te zeggen. Dan komt er ten eerste een heel fout rapport, komt er bij de politie terecht en dat kind is helemaal in de war en ik zit er mee, en de ouders zitten er mee. Dus het is een totale verwarring, wat eigenlijk helemaal niet nodig is. In ieder geval die ouders die waren denk ik ook niet tevreden met de hele gang van zaken want ze zullen ook wel gemerkt hebben aan Peter dat die gewoon niet in z'n normale doen en laten was.

I: Maar ze geloofden wel de politie? Van het is vies en het is smerig en die Jos dat is een gore viespeuk.
Jos: Tuurlijk, de politie kan zo overtuigend praten en omdat de mensen er zo verschrikkelijk weinig vanaf weten, zo weinig gelezen terwijl er zoveel boeken van verschenen zijn en die politie die kan daar gewoon op inhaken en die neemt die ouders gewoon mee in dat hele spel.

I: Maar had de politie wel oor naar, als jij vertelde van hoe die seksuele handelingen in z'n werk gingen. Ik bedoel dat ze niet alleen oor hebben wat jullie deden met elkaar maar wat er achter zat hè, de affectie, dat dat het belangrijkste was. Konden ze dat begrijpen?
Jos: Nee, nou ze waren met zijn tweeën aan het verhoren en ik geloof ook dat ze met zijn tweeën bij Peter verhoord hebben dus een soort kruisverhoor. De een neemt het over, dan die neemt het over. Ik geloof dat ze daar op dat moment alleen maar denken aan die wet die boven hen hangt en dat dat uitgezocht moet worden en ik geloof dat ook nog vaak een prestige kwestie is in bepaalde gemeentes van kijk nou hebben we weer een of andere ontuchter te pakken. En dat staat dan ook lekker groot in de krant allemaal, maar in feite breken ze gewoon relaties af. Dus ik denk dat ze er helemaal niet bij stilstaan van hoe fijn de mensen het met mekaar kunnen hebben.

I: Ze weten alleen van in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht staat dat en dat geschreven over seksuele omgang tussen volwassenen en kinderen; dat moeten we te weten zien te komen want daarop kunnen we hem pakken.
Jos: Ja, zo gaat dat ja. Ja inderdaad. En dan word je helemaal ondervraagd van hoe dat allemaal gaat. Ik vind, daar hebben ze in feite helemaal niks mee te maken. Na dat politieverhoor wat allemaal geweest is ben ik eigenlijk in een rotpositie geraakt door de hele toestanden: ik kan Peter helemaal niet meer zien en ik voel me eigen goed klote eigenlijk hè. Ja, het is al weer een tijdje geleden; ik kan me eigenlijk moeilijk vertonen weer in de gemeente want de politie die vraagt overal als ik een keer iemand in de auto heb zitten van wie is dat en weet je wel dat hij pedofiel is en kijk je d'r mee uit. En het wordt gelijk weer doorgegeven. Ik kan godverdomme helemaal mijn eigen leven niet leiden. Gewoon omdat ze gewoon met iets bemoeien waar ze eigenlijk helemaal geen moer mee te maken hebben. Ik voel me er gewoon machteloos tegenover staan. Ik weet helemaal niet wat ik er aan moet doen. En vooral als ik Peter weer eens een keer tegenkom, dat we gewoon naar elkaar toekomen en dat er een verschrikkelijke muur tussen gekomen is.

I: Kun jij begrijpen dat de politie het gevoel heeft dat ze die kinderen moeten beschermen?
Jos: Dat kan ik wel begrijpen maar dat is niet op die manier zoals ze het zo doen. Dat zou op een manier moeten wezen dat er inderdaad bijvoorbeeld kinderen misbruikt worden. En dat er machtsposities spelen. Maar op deze manier beslist niet. Dat kan ik helemaal niet begrijpen. Dat snap ik helemaal niet. Ik geloof ook dat ze alleen maar vanuit die rechtspositie handelen met dat artikel en dat ze dan maar zeggen van nou oké 247 en nou dat is een pedofiel en die gaat met een jongetje om en die zullen we maar lekker uithoren en dan verknallen ze dus het hele zooitje. Ik geloof helemaal niet dat ze stilstaan bij de gevoelens van mij of de gevoelens van, in dat geval, Peter.

I: Daar vragen ze ook niet naar?
Jos: Daar vragen ze helemaal niet naar nee. Daar hebben ze helemaal maling aan. Dat interesseert ze helemaal geen bal. Dus het is helemaal geen bescherming van het kind of bescherming van mensen het is gewoon wroeten in een relatie en meer is het niet. En door het artikel wat erbij is, 247, worden ze gesterkt. Misschien zijn er wel in andere gemeentes een beetje progressieve mensen die er iets anders over denken bij de zedenpolitie; ik geloof het wel. Maar het gaat ontzettend langzaam allemaal hoor vind ik. Ik geloof dat inderdaad zo'n zedenpolitie als die daar mee bezig is een keer bijvoorbeeld het rapport moet lezen van Sandfort dat uitgekomen is. En dan eens een keertje vanuit dat punt eens een keertje moet gaan handelen. En niet ondervragen over hoe je dat doet en hoe je dat doet. En in de tussentijd eigenlijk alles kapotmaakt. Maar eerst moet er eens goede informatie op het politiebureau komen van wat pedofilie eigenlijk is.

I: Je zit je knap kwaad te maken hè?
Jos: Ja ik ben er ook wel kwaad om ja. Het is ook een puinhoop want ik ben hier in de gemeente vijf dagen vastgehouden. Ik ben toen doorgestuurd naar een andere plaats op het politiebureau, een soort isolatietoestand. Nou daar leg je dan op een brits en daar leg je dan te denken van waarvoor leg ik hier nou. Terwijl je van zo'n binkie houdt. Dan ben je geïsoleerd, dan word je apart gezet. We leven helemaal niet in een rechtstaat. Het heeft helemaal niks meer met recht te maken. Dat heeft gewoon met gevoelens te maken. Als twee mensen fijne gevoelens met elkaar hebben dat een derde zich helemaal niet mee moet bemoeien, want dan maken ze alles kapot. Ze maken al zo ontzettend veel kapot. Dus als ze dat laatste, het gevoel van mensen ook nog eens een keertje kapot maken dan blijft er heel weinig nog over denk ik in de wereld wat nog een beetje mooi kan zijn.

I: Heb jij het gevoel dat je als mens eigenlijk veroordeeld bent?
Jos: Ja ik ben zeker veroordeeld.

I: Niet zozeer het feit dat je iets seksueels hebt met een kind beneden de zestien jaar maar dat je niet als vol aangezien wordt of zo. dat je als mens veroordeeld wordt.
Jos: Ik word helemaal niet... ik word echt als een verkrachter gezien terwijl... En dat wordt nog aangedikt vaak in bladen. Zoals de Telegraaf en toestanden die er helemaal een klerezooitje van maken. Dan staat er in de Telegraaf: pedofiel - dat heb ik pas nog gelezen - pedofiel vermoordt kind. Nou als iemand nou goed nagaat en uit elkaar haalt wat pedofiel betekent; pedofiel betekent houden van. Dus iemand die van een kind houdt kan nooit een kind vermoorden. Dat is iemand die gewoon helemaal doorgeslagen is, die gek is. Dat is geen pedofiel. Al die feiten worden zo verdraaid en zo komt het op de mensen; bij gewone mensen komt het ook zo over en die weten er al verdomd weinig van, wat zo jammer is. Dus dan is er totale verwarring. Als ze je dan tegenkomen dan kijken ze je met een hun ogen van o daar loopt die weer. Zo gaat het door en door, en die vertelt het aan die en die vertelt het aan die. Nou ja en dan zit je dan vast in een of ander bureau en dan denk je al van godverdomme waar ben ik nou eigenlijk mee bezig want je neemt ze overal mee naartoe. Vaak zijn het jongens die door hun ouders al vertrapt zijn. Waar de ouders allebei dronken van zijn, constant. Of die altijd op reis zijn. Zo'n kind heeft toch een bepaalde bescherming. Een heleboel die komen dan naar je toe en die vragen van; die hebben problemen en die praten daar met je over, wat ze thuis helemaal niet kunnen uiten. Ik heb er echt om gehuild dat ik vastgezeten heb hoor.

I: Wat betekent dat nou voor je relaties die je hebt met kinderen? Is dat erg belemmerend voor je?
Jos: Ja dat is verschrikkelijk belemmerend, want ik kan gewoon geen kant meer uit. Want het wordt natuurlijk gauw doorverteld in de plaats. Als ik op een gegeven ogenblik iemand tegenkom die ik aardig vind en die vindt mij ook aardig, een jochie vindt mij ook aardig, en we gaan met zijn tweeën op stap, we gaan ergens heen; ja dan is het zo'n enge situatie want je weet gewoon dat je in de gaten gehouden wordt en dat de politie gewoon op een gegeven ogenblik als je met jochie in de auto zit, naast de auto komt staan of desnoods wel eens een keertje afsnijdt en aan dat jochie vraagt: 'Weet je wel wie dat is?' en 'Kijk je er wel mee uit?' En met dat uitkijken zegt dat jongetje natuurlijk ja nou ik ga al niet meer met hem mee want dan worden ze al gelijk bang. Die kleresituaties ontstaan er terwijl er in feite helemaal niks aan de hand is en het hoeft ook niet altijd seksueel te wezen. Dat komt gewoon voort uit de relatie wat je allebei fijn vindt. Maar ze hakken dan overal op in want als je eenmaal als pedofiel aangeschreven staat dan is voor hun elke vorm waar je met een jongen omgaat al helemaal niet goed meer.

I: Je voelt je in het nauw zitten?
Jos: Ik voel me helemaal in het nauw zitten ja.

I: Betekent dat ook dat je je anders gaat gedragen tegen de kinderen?
Jos: Nou dat denk ik niet. Dat denk ik niet. Het is wel zo, ik denk wel dat ze het wel merken. Dat als je met iemand meegaat dat je omkijkt in de spiegel, dat je en dat weet Martijn wel, die is hier net binnengekomen, dat je op een gegeven ogenblik veel voorzichtiger gaat worden. Kijken of er geen politie achter je rijdt. Dat is voor die jongens ook niet leuk meer en ik denk misschien wil hij er zelf zo meteen wel iets over vertellen; voeger is Martijn hier ook ontzettend veel geweest. Dat het hartstikke leuk geweest is. Maar nu dat allemaal aan het rollen gegaan is en de politie constant zit te stoken daartussen, dat het lang zo gezellig niet meer is en dat het echt een opgefokte troep is. En dat je gelijk zo vlug mogelijk uit de gemeente moet gaan en dat je je daar pas veilig voelt om met ze om te gaan.


I: Heb jij het idee dat Jos anders doet tegen jou als de politie...?
Martijn: Hij is meer zenuwachtig. Ja dat vind ik van wel, hij is meer zenuwachtig. Ik vind dat ie anders doet hier eigenlijk dan normaal, dan twee jaar geleden zo. Ja dat was veel gezelliger vind ik en nou nee. Nee ik vind het nou niks meer.

I: Voel jij je ook opgejaagd?
Martijn: Ja, ik ben al een keer geweest.

I: Waar geweest?
Martijn: Op het politiebureau, voor dat onderzoek. Maar nee dat vond ik ook niet leuk nee.

I: Hoe lang is dat geleden?
Martijn: Vier maanden of zo, drie maanden.

I: En was dat met Jos?
Martijn: Ja, en ook met Klaas toen erbij.

I: Hoe ging dat?
Martijn: Nou ze vroegen hoe je hem hebt leren kennen. Dat heb ik allemaal vertelt. En of je het ook leuk vond. Ik zeg ja, anders doe ik dat niet.

I: Vroegen ze wat je deed?
Martijn: Ja. En dat heb ik verteld aan ze. En vind je het ook leuk, ik zeg ja anders doe ik dat toch niet. Dat heb ik verteld.

I: En wat zeiden ze toen toen je zei ja dat vind ik leuk anders doe ik het niet. Geloofden ze je wel?
Martijn: Ja, eerst niet maarreh toen gingen ze met elkaar praten, 'k weet niet. Nou en toen ja toen zeiden ze dat moet je zelf ook weten en toen werden er ook foto's gemaakt toen.

I: Maar herinner je je nog hoe ze deden tegen jou? Hoe ze praatten?
Martijn: Ze waren niet aardig, nee dat niet. Ze zeiden gewoon: moet je niet meer doen. Dat zeiden ze meer niet.
Jos: Je hebt toen een tijd op bureau gezeten.
Martijn: Ja, vier uur.

I: Achter mekaar?
Martijn: Ja.
Jos: Ik geloof, dat had je me toen verteld; jij bent ook in dat kamertje geweest hè? En dan hebben ze je er toen weer uitgehaald, wat hebben ze gezegd dan? Wat zeiden ze dan tegen jou?
Martijn: Nou ze zeiden eerst of je ouders het goed vond en zo. Ik zei dat weet ik niet. M'n moeder heb wel vaak contact met Jos. En hij is wel eens bij ons thuis geweest en zo. Eerst vond mijn moeder het wel goed maar toen er werd gerommeld werd, met de politie en zo. Nee dat vond ze niet meer leuk.

I: Hoe zou dat komen denk je?
Martijn: Ik weet het niet. Dat andere moeder het niet goed vinden. En die jongens die zeggen het tegen hun moeders en die maken er politiewerk van.

I: Was dat de enige keer dat je bij de politie terecht kwam?
Martijn: Nou, ook wel eens voor andere gein, keetschoppen en zo.

I: Ja maar niet wat dit betreft?
Martijn: Nee, nee verder niet.

I: Jij bent een vriendje van Peter hè?
Martijn: Ja.

I: Kun jij er nog iets van vertellen hoe dat toen gegaan is met Peter?
Martijn: Ik was er heel effetjes bij, toen moesten we samen, hoe het allemaal gegaan is over die foto's en zo. En toen werd ik in een aparte kamer gestopt, hij ook en toen verder weet ik niet. Toen werd er niks over gezegd.
Jos: Hoe lang heb Peter toen...?
Martijn: Zes uur, want hij was twee uur eerder dan mij. Mij kwamen ze om een uurtje of elf halen en Peter om een uur of negen 's ochtends.

I: Hoe voelde je je toen toen de politie je kwam halen? Kwamen ze je van thuis halen?
Martijn: Nee van school.

I: Toen je op school zat? Tijdens de lessen?
Martijn: Ja.

I: Met een auto?
Martijn: Ja.

I: Wat dacht je toen wel niet?
Martijn: Toen dacht ik, waarom moeten ze me hebben eigenlijk nou. Ik geen geen kattenkwaad uitgehaald of zo. En toen hoorde ik over Jos en Klaas . Toen moest ik mee en hebben ze gevraagd al die vragen.

I: Maar ik ben zo benieuwd hoe jij je voelde toen die politie jou van school oppikte.
Martijn: Benauwd, ik kreeg het benauwd. Alle jongens stonden gek te kijken en zo, toen ik weg werd gehaald. Nou dat vond ik zelf niet erg, ja ik vond het wel erg maar het interesseerde me niet dat ze keken die jongens.

I: Wat zei je later tegen je vriendjes?
Martijn: Ik zei niks ik zei dat waren twee politiemensen, die moesten wat weten van me. Verder heb ik niets gezegd.

I: En weet je nog hoe je je op het politiebureau voelde toen ze je ondervroegen?
Martijn: Ja ik was bang toen. Heel erg bang.

I: Waarvoor?
Martijn: Dat komt gewoon op. Ik weet niet, dat kwam gewoon op.

I: Omdat het politie is?
Martijn: Ja. Het zijn een stelletje etters. [Onduidelijk, binnensmonds.]

I: Wat zeg je?
Martijn: Zo een stelletje etters, vind ik hoor. Ze moeten je altijd hebben. Ik wou dat ze niet bestonden. Dan had het heel erg anders geweest.

I: Waren ze echt streng voor je?
Martijn: Ja, toen wel. Met al die foto's en zo. Dat was niet leuk.

I: En wat voor vragen stelde ze je?
Martijn: Vind je dat leuk of zo?
Jos: Ook vragen wat je met mij deed en zo?
Martijn: Ja.
Jos: Dat heb je gezegd ook?
Martijn: Dat heb ik gezegd. Ik zeg kijk maar op die foto's daar staat het ook.

I: Maar de manier waarop ze het vroegen?
Martijn: Een beetje op zo'n boze manier.

I: Streng?
Martijn: Ja.

I: Maar je had wel het gevoel dat ze je geloofde?
Martijn: Ja.

I: Je voelt je dus eigenlijk goed belazerd door de politie?
Martijn: Ja.

I: Maar kun jij nou begrijpen dat ze zo reageren?
Martijn: Eigenlijk wel. Maar ze denken gewoon je hebt verkering met een meisje of zo dat is normaal. Maar met een man, nee. Vind ik, ieder zijn eigen mening.

I: Wat vind jij zelf van zo'n verhouding?
Martijn: Ik vind het normaal, waarom niet? Of je nou met een meisje gaat of met een jongen. Er zijn er genoeg die het doen.

I: Ja maar Jos is al heel... Hoe oud ben je Jos?
Jos: Ik ben dertig.

I: Jos is dertig en jij bent vijftien.
Jos: Hij was toen veertien.

Martijn: Twaalf toen. Maar toen was het een gezellige tijd, met hoe heet die ook alweer?, met klaas en met Ton en ik met Jos toen. Dat was nou echt leuk. En nou, ik vind er niks meer aan.


Mevrouw aan de telefoon: Goedemiddag.

I: Goedemiddag, kunt u mij doorverbinden met mevrouw Coolen [spelling onzeker]?
Mevrouw Coolen: U spreekt met mevrouw Coolen.

I: Dag mevrouw Coolen, met Ellen Mik, Daar zijn we dan. Dag. Ik wil graag met de eerste vraag in huis vallen. Hoe komt u pedofielen op het spoor?
Mevrouw Coolen: Het is namelijk zo. In het algemeen dan krijgen wij een tip door of van ouders of familieleden of ook wel de buren en soms is het ook zo dat onze mensen die in de stad surveilleren en ook als wijkdienst [onverstaanbaar], dat die worden aangesproken door mensen die min of meer verontrust zijn dat bepaalde personen kort of langdurig of beiden, zich ophouden in parken, in recreatiegebieden, bij kleuterscholen, bij basisscholen of in kinderspeelplaatsen.

I: En gaat u deze personen dan schaduwen of achtervolgen?
Mevrouw Coolen: Nou nee, schaduwen of achtervolgen dat is natuurlijk niet. Kijk als wij deze berichten doorkrijgen dan wordt natuurlijk wel gekeken van is dit betrouwbaar of is dit toch maar misschien een of andere losse opmerking of ja, hoe zit het eigenlijk? Kijk en dan doen wij het onderzoek in zoverre dat wij toch wel als wij denken dat deze berichten toch wel op waarheid berusten dan nodigen wij deze mensen eens uit op het bureau en dan praten we daarmee en dan kijken we wat we daar verder aan moeten doen.

I: Dus u nodigt ze uit en dan vindt er een verhoor plaats. En hoe gaat dat?
Mevrouw Coolen: Ja hoe bedoelt u? Het verhoor van de aangever of van de tipgever?

I: Nee het verhoor van de pedofiel in dit geval. Hoe is de tactiek van dat verhoor?
Mevrouw Coolen: Nou dat gebeurt gewoon door een van de rechercheurs die al vaker met dit bijltje gehakt heeft en die daardoor ook al ervaren in is en die wat langer onderzoek doet.

I: En oefent zo'n rechercheur psychologische druk uit op zo'n pedofiel?
Mevrouw Coolen: O nee helemaal niet. Dit gebeurt gewoon in een gesprek. Kijk het is namelijk zo, wij beginnen niet met het verhoor meteen van de pedofiel als u dat denkt. Kijk, wij praten eerst met degene die een aangifte doet of die toch wel sterke vermoedens heeft wat hier gebeurt. Daar wordt eerst een gesprek mee gehouden en dan spreken wij met het kind.

I: En hoe gaat dat dan bij een kind, wordt die uitgenodigd op het bureau?
Mevrouw Coolen: Ja. Die wordt uitgenodigd op het bureau.

I: En haalt u zo'n kind dan van school af of van huis?
Mevrouw Coolen: Nee, nee, nee, natuurlijk niet. Dit gebeurt altijd eerst in overleg met de ouders. Bijna altijd komt een van de ouders mee of beide ouders. Het verhoor vindt ook wel eens thuis plaats of op het bureau. Dat gaat zeer informeel hoor.

I: En hoe gaat dat verhoor op zich dan? Wordt er erg doorgeramd op zo'n kind?
Mevrouw Coolen: Nee natuurlijk niet. Dat verhoor dat vindt praktisch altijd plaats door een vrouwelijke rechercheur die dit al ontzettend vaak gedaan heeft en dit al lang doet die daar ook wel bijzonder kennis voor heeft om met kinderen om te gaan en die doet dit verhoor. Dat loopt toch altijd wel prettig, we hebben er helemaal geen nare ervaringen mee.

I: Zij dreigt het kind niet? Zij dreigt kinderen niet?
Mevrouw Coolen: Maar natuurlijk niet. Elke verklaring van het kind die wordt gewoon in vrijheid afgelegd. En we laten gewoon het kind vertellen wat het meegemaakt heeft en hoe dat gebeurd is en zo en dan krijg je toch altijd wel een spontaan verhaal.


I: Tot zover mevrouw Coolen van de zedenpolitie in Den Bosch met haar zeer spontane verhaal. Naast mij in de studio zit Theo Gerritsen, eveneens uit Den Bosch. Theo, ik heb jongstleden maandag, heb ik zeven bureaus in Nederland gebeld, van noord naar zuid, van oost naar west met dezelfde soort vragen en ze hadden echt overal dezelfde antwoorden. Namelijk, ze nodigen de pedofiel uit voor een gesprek, het kind wordt maar heel kort ondervraagt en natuurlijk heel pedagogisch, het kind wordt absoluut niet gedreigd en ze hebben ook heel veel begrip voor pedofielen.
Theo Gerritsen: Ik zal er een spontaan antwoord op geven. Ja dat je zeven bureaus gebeld hebt en dat ze allemaal dezelfde antwoorden geven; mevrouw Coolen, die wou ik toch eigenlijk even op de vingers tikken om het doodeenvoudige feit dat kinderen die worden in bijzijn van ouders opgehaald. Twee weken geleden heb ik - ik zal geen namen noemen - van een pedofiel uit Den Bosch gehoord dat zijn vriendje opgehaald werd van school. Die is op het bureau vastgezet, zes uur lang. Die hebben daar een behoorlijk intensief onderzoek gedaan. er was niets op seksueel gebied geweest. Het jongetje was twaalf jaar, die kwam daar gewoon over de vloer omdat hij thuis niks zag zitten. Hij had geen praatpaal eigenlijk bij zijn ouders, en die kwam bij die jongen over de vloer. Dat kon niet, hij stond als pedofiel bekend, dus hij werd opgehaald en toen dat niks aan het licht bracht toen werd er een schoolvriendje van hem werd opgehaald. Waar dus inderdaad wel...

I: Was dat tijdens de lesuren?
Theo Gerritsen: Dat was tijdens de lesuren ja, waar de ouders beslist niets van af weten. En daarom snap ik niet dat mevrouw Coolen zo spontaan kan zeggen dat er overleg is met de ouders voordat kinderen voor verhoor opgehaald worden, want daar klopt geen moer van. Die jongen is dus na zes uur vrijgelaten. Toen is de volgende dag zijn vriendje opgehaald. En toen ze daar uiteindelijk achter kwamen dat er toch iets op seksueel gebied gebeurd was, toen zijn die twee jongens die dag daarop klassikaal met twee mensen van de kinder- en zedenpolitie van Den Bosch de hele klas, of eigenlijk was het één zesde klas maar ze zijn ook de vijfde klas en die andere zesde klas, die in dezelfde school zit, even klassikaal wezen waarschuwen met foto's en dergelijke van die man erbij; hoe gevaarlijk het dan wel was en dat die man toch echt wel eens een keer het kleine keeltje kon dichtknijpen als die jongens daar over de vloer kwamen. Ik vind het leuk dat ze zegt dat ze niet doordramt over kinderen. Ik heb van verschillende kinderen zelf gehoord dat er behoorlijk doorgedramd wordt. Als kinderen zeggen van nou ik kom daar over de vloer dan blijven ze pertinent doordrammen over hoe vaak en hoe en precies wanneer hij aan dat piemeltje gezeten heeft of wat er precies gebeurd is.

I: Die verhalen ken ik ook van kinderen ja.
Theo Gerritsen: En zegt een kind op een gegeven moment de waarheid van er is niets op seksueel gebied gebeurd, doodgewoon omdat er een emotionele band was. Dat er echt geen seksuele band was tussen de oudere en de jongere partner. Nou dan zegt mevrouw Coolen weer - ik zit wel in d'r vaarwater vanmorgen - dan zegt ze heel duidelijk dat er beslist niet gedreigd wordt. Ze zegt zelfs natuurlijk niet, met een groot uitroepteken erachter. Terwijl ik zou zeggen, mevrouw Coolen, er wordt op het politiebureau in Den Bosch wel zeker gedreigd. Om het doodeenvoudige feit dat ik het dreigen vind als kinderen gezegd worden van als je nou niet de waarheid vertelt dan halen we je ouders op of dan wordt de kinderbescherming ingeschakeld en dan word jij in een internaat geplaatst. Als zij dat niet ziet als dreigen en vindt dat een kind dan vrijheid krijgt om een eigen verklaring af te leggen, waar ze zo trots op gaat, nou dan vraag ik me af wat de politie van Den Bosch dan wel onder dreigen verstaat. Want ik vind dat toch op zijn minst flinke emotionele druk op een kind uitoefenen.

Mannelijke voorleesstem: De Officier van Justitie in het arrondissement 's Hertogenbosch dagvaardt Theofilus Gerardus Martinus Gerritsen, geboren te Rotterdam, 7 juli 1949, hoofdredacteur, om te verschijnen op dinsdag 14 april 1981 te 11.15 uur, ter terechtzitting van de arrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch, teneinde terecht te staan ter zake dat hij op één of meerdere tijdstippen in het tijdvak van 7 januari 1980 tot en met 15 november 1980 in de gemeente Vucht en/of in de gemeente 's Hertogenbosch en/of in de gemeente Rosmalen telkens opzettelijk ontuchtig de mannelijkheid van Jeroen Christiaan, die als toen de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, in zijn, verdachtes, mond heeft genomen en daaraan heeft gezogen. 's Hertogenbosch, 24 februari 1981, de Officier van Justitie. Dit stuk medebrengen.

I: Zo Theofilus Gerardus Martinus Gerritsen, dat was een mond vol hè?
Theo Gerritsen: Ja dat was zeker.

I: Nee, zonder gekheid. Jij hebt zelf ook het een en ander meegemaakt in Den Bosch.
Theo Gerritsen: Ja ik heb behoorlijk wat in Den Bosch meegemaakt. En dan wou ik eigenlijk nog heel eventjes terug naar mevrouw Coolen over haar ontzettend leuke opmerking over het verhoor duurt niet lang. Kinderen zes uur vasthouden dat vind ik al knap lang. Als zij dat niet lang vinden, ach dat vind ik nog wel meevallen. Maar ik heb zelf twee keer op het politiebureau in Den Bosch gezeten en dat verhoor als je daar binnenkomt; dan krijg je binnen twee uur al een bevel tot inverzekeringstelling. Dat houdt in dat je twee dagen vastgehouden kan worden. Daarna krijg je automatisch een verlenging: de Officier van Justitie heeft nooit tijd. Dus dan krijg je er twee dagen bij.

I: Dus dan zit je vier dagen?
Theo Gerritsen: Dan zit je vier dagen vast voordat je voorgeleid wordt voor de Officier.

I: En ben je dan al verhoord of moet je dan nog verhoord...
Theo Gerritsen: Dan ben je al verhoord. Dan staat de verklaring al op papier. De eerste keer was ik zo stom om de verklaring gelijk na de eerste paar uur dat ik daar binnen was, om dat gelijk op papier te laten zetten. Dat houdt dan in dat je - als dat rond is, recherche of jeugdzaken eigenlijk dan niets meer met je te maken heeft en de zaak afgerond wordt en doorgespeeld aan de Officier van Justitie. In afwachting daarvan zit je dus drie dagen in de cel vast. Waar je alleen 's morgens de cel uit kan om je matras weg te brengen en 's avonds je matras op te halen. En als je mazzel hebt dat er overdag toevallig een paar agenten in het bureau zelf aanwezig zijn, heb je de kans dat je even een kwartiertje een sigaretje mag roken op de luchtplaats.

I: Maar hoe behandelen ze je in het algemeen?
Theo Gerritsen: Ja ergens heel verschillend. Er zijn agenten bij in Den Bosch die zeggen goh wat ben je toch eigenlijk een grote viezerik en dat ook heel duidelijk laten merken. Terwijl er anderen zijn die ja ergens meer afstandelijk er tegenover staan. Terwijl ik toch ook wel mensen ken die daar zeggen van god jongen jij hoort hier eigenlijk niet. En die laatsten daar ga ik het liefste mee om, dat is logisch. Ik vind Den Bosch eigenlijk nog meevallen. Een tijd geleden heb ik in, '78 was dat, in Velp vastgezeten en daar was ik gewoon 'een grote viezerik'. En dat lieten ze ook wel duidelijk merken ook. Nou je werd gewoon afgesnauwd en echt als een brok vuil werd je daar behandeld. Ook echt dreigementen naar je toe van als je dit doet, als je dat doet dan, als je zus niet doet, als je zus zo doet dan... Je moet gewoon naar hun pijpen dansen want anders dan pakken ze je.

I: Wat gaat er dan door je heen als ze zo tegen je doen?
Theo Gerritsen: Nou eigenlijk twee dingen. Een pedofiel die vastzit en verhoord die wordt ontzettend geconfronteerd met de hele situatie. Die ziet z'n relatie op springen staan, dus dat is al een erg grote emotionele klap. De angst en onzekerheid die je boven je hoofd hebt hangen van wat gaat er gebeuren, hoe reageert de Officier, welke straf krijg ik. Dat is eigenlijk het tweede punt. Maar als dan nog na die behandeling van de politie een beetje behoorlijk rot komt dan zit je toch echt wel behoorlijk voor het blok.

I: Dan voel je je klote?
Theo Gerritsen: Ja, zwaar ook. Dat zijn echt minder prettige dingen.

I: En wat heb jij meegemaakt met vriendjes van jou? Hoe worden die behandeld?
Theo Gerritsen: Nou we hebben het net al over Jeroen gehad in de dagvaarding die voorgelezen werd. Dat was een relatie die anderhalf jaar geduurd heeft. Wat voor mij gewoon de mooiste tijd van mijn leven was. Voordat zijn ouders er vanaf wisten ging ik een jaar met hem om. Ik had hem in een cafetaria leren kennen. Het punt daarvan was; ik had toen eigenlijk onze relatie een beetje vastere vormen begon te krijgen, had ik aan hem gevraagd van laten we er een keer met je ouders over gaan praten. Daar was hij doodsbang voor. Dus hij kwam gewoon bij mij over de vloer. Op een, kwade dag eigenlijk, nadat hij een jaar bij me over de vloer kwam, kreeg ie een keer een pakje sigaretten. Hij mocht roken van thuis en kreeg een pakje sigaretten mee. Te veel gerookt. Om heel kort te gaan eigenlijk, hij werd beroerd, een beetje misselijk van de sigaretten. Pa die zag dat zijn zoontje misselijk werd en vroeg hoe kom je aan die sigaretten. Zoontje wilde het niet zeggen. Pa die stapte naar de politie toe om gewoon even te controleren of die sigaretten wat verdovende middelen... of er wat in zat en zo. Sigaretten werden onderzocht. Er was niets mee aan de hand, maar mijn naam was op tafel gekomen. Dus Jeroen werd met een rotgang opgehaald, want als Jeroen bij mij over de vloer kwam moest er wel wat gebeuren. Nou dat... Jeroen wilde dat in het begin helemaal niet zeggen, die zei er gebeurt niks. Ik kom daar en we zijn goede vrienden en voor de rest niks. Zes uur vast gehouden. In die zes uur hebben ze hem behoorlijk aan de tand gevoeld. Totdat er van hem een verklaring op papier zat, onder andere ook weer na dreigementen van als je niet wilt vertellen dan sluiten we je op in een internaat of kindertehuis. Toen heeft hij dus verklaard dat er twee keer iets op seksueel gebied tussen ons gebeurd was, gewoon een seksspelletje. Hij heeft heel duidelijk - dat staat ook in het Proces Verbaal - dat ie het zelf ontzettend fijn vond, dat ie er op aangestuurd heeft. En toch ben ik opgepakt. En toen kreeg ik wel de uitnodiging. Ik kreeg een keurig briefje of ik maandag op het politiebureau wilde komen. Hun kennende ben ik met een tas daar aangekomen. Ik had tenminste een mogelijkheid om me een keer te wassen en een ander overhemd aan te trekken.

I: En hoe, sorry hoor dat ik je in de reden van, maar hoe reageerde Jeroen toen hij hoorde dat jij opgepakt was?
Theo Gerritsen: Die is ontzettend ziek geweest. Die vond het helemaal zijn schuld dat ik daar vast zat. Op zijn verklaring. Die is er ontzettend beroerd van geweest, dat ik vast zat. Ze hebben me vier dagen vastgehouden. Ik heb behoorlijk van leer getrokken tegen de Officier van Justitie. Want ik kwam bij de Officier en die knalde gelijk voor mijn voeten dat het niet bestond dat een man van 31 een relatie had met een jongen van 13. Toen ik zei dat dat wel degelijk mogelijk was en dat dat wel hieruit bleek. En ik werd gewoon voor leugenaar uitgemaakt. En werd ik zes dagen vastgehouden in het Huis van Bewaring. Dus ik heb alles bij elkaar, de laatste keer, tien dagen vastgezeten. Nou dat was gewoon een afschuwelijke tijd.

I: En wat is er nu geëist voor je?
Theo Gerritsen: Ik heb zes maanden gevangenisstraf - de zaak is pas kortgeleden voor geweest - heb ik zes maanden gevangenisstraf gekregen, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Dus dat zou inhouden dat ik nog vier maanden moet zitten, met een aftrek van voorarrest van die tien dagen.

I: Dus vier maanden zitten voor het feit dat je een jongetje liefhad.
Theo Gerritsen: Dat ik hou van Jeroen ja. Plus daarbij komt nog dat de hele relatie met Jeroen door alle spanningen en zo eigenlijk gewoon helemaal kapot is. Waar ik dan weer kapot van ben.

I: En Jeroen?
Theo Gerritsen: Jeroen is helemaal hotel de botel(?). Die ziet het gewoon niet zitten. Groot punt is dat ik me er niet bij neerleg dat ik zeker in Hoger Beroep zal gaan.

I: Goed zo.


Vrouwelijke voorleesstem: Vier jaar geleden had Peter een relatie met de broertjes Bart en John. Het ging prima met de twee jongens en met Peter, want de moeder vond Peter ook een fijne vent en beschouwde hem zelfs als mede-opvoeder. Helaas kwam er een einde aan deze mooie verstandhouding omdat een bekende fotocentrale zo nodig voor zedenmeester moest spelen en ingestuurde foto's van Peter aan de politie doorgaf. Deze stapte acuut naar de moeder toe en wist haar er van te overtuigen dat Peter echt zware ontucht gepleegd had en smerig misbruik gemaakt had van haar kinderen. De hevig geschrokken moeder stemde daarop toe Peter te laten vervolgen.

I: Hoe is het verder gegaan? Je was verhoord enne, ja je moest weer terug.
Peter: Ja. Na vijf dagen ben ik weer op vrije voeten gesteld door de Rechter Commissaris. Die vond het nodig om me niet langer in hechtenis te houden. Zo staatsgevaarlijk was ik ook weer niet. Nou, ik ben heel snel naar huis gegaan en lekker wezen douchen, want daar heb je wel behoefte aan na vijf dagen. En ik ben teruggegaan, ik ben in de auto gestapt en ben naar hen toegegaan. Naar Bart en John en moeder. Ik heb eerst een half uurtje voor de deur gestaan of ik wel of niet zou bellen. Je weet helemaal niet hoe zij reageren. Je weet niet wat voor beeld ze op dat moment van jou hebben. Je weet niet wat de politie verteld heeft. Je weet niet wat de jongens verteld hebben, dat is ontzettend onduidelijk. Nou toch maar het lef genomen om te bellen. En dan lijkt het heel lang voordat er open wordt gedaan. Nou en daar stond moeder. Ja dan krijg je wel even moeilijke momenten allemaal denk ik. Ik heb geprobeerd er toen over te praten wat best wel goed gelukt is denk ik. Moeder die mij probeerde te helpen en zei van nou we gaan een goede dokter voor je zoeken en dan kom je er wel vanaf. Nou dat idee dat vond ik ontzettend... het stoot je af maar aan de andere kant betekent dat toch heel veel want ondanks wat er gebeurd is, wat de politie ook verteld zou kunnen hebben, wat voor beeld ze dan ook hebben; dat ze nog achter je staan. Dat ze je in ieder geval; dat het niet ineens kapot is of zo. Er waren nog nieuwe lichtpuntjes. Nou en dan ga je proberen moeder te vertellen dat je het al heel lang weet. En dat je je helemaal niet ziek voelt en dat je helemaal geen dokter nodig hebt en zo. Nou daar heeft mijn moeder ook nog een gesprek gehad met de moeder van Bart en John. Dat is toen wel langzamerhand, dat beeld van die dokter die mij moest helpen dat is langzamerhand verdwenen. En ik denk wel dat ze toentertijd er ook wel achter kon staan wat er gebeurd was en wat er... nou wat er gebeurd was. Nou, een maand of negen denk ik heb ik voor moeten komen voor de rechtbank, voor de rechter. En dat is natuurlijk een hele spannende gebeurtenis omdat je maximaal tot negen jaar gevangenisstraf kan veroordeeld worden. En dat is nogal wat denk ik. Ik ben veroordeeld door artikel 249. Dat is ontucht met minderjarigen aan zorg en waakzaamheid toevertrouwd. Ik werd voor de gewone rechtbank veroordeeld tot zes weken gevangenisstraf. Ik kon me daar helemaal niet mee verenigen. Ik ben toen in Hoger Beroep gegaan. Hebben we het wat principiëler aangepakt en op de volgende manier verdedigd van nou ik vond het fijn en die twee jongens vonden het fijn en wie zijn jullie in godsnaam om je daarmee te bemoeien. Nou gelukkig hadden ze in het Hoger Beroep daar wel wat oren voor. Ze konden het zich een beetje voorstellen. Die gevangenisstraf is ingetrokken en het is een boete van 250 gulden geworden met een proeftijd van twee jaar. Dat betekent dat een veroordeling hebt. Dat betekent dat je een proeftijd hebt. Dat is best heel moeilijk om die proeftijd door te komen omdat ik nou niet iemand ben van nou ik heb een proeftijd van nu gaan ik geen relaties meer aan of zo. Ik erken die wet eigenlijk niet. Dat is hùn wet en is niet mijn wet. Ik vind dingen die ik moet doen zo lang ik weet dat ze verantwoord zijn doe ik ze. Nou dat heb ik dus ook gedaan en dan zit je met die proeftijd boven je hoofd iedere keer als je een relatie aangaat. Dan zit het toch wel in je achterhoofd dat die proeftijd er is. Dat ze je daar op kunnen pakken. Dat je bij voorbaat al vier weken gevangenisstraf hebt.

I: Maar voel je je achtervolgd of zo door die wet? Of bang?
Peter: Ja heel erg. Nu nog. Nu die proeftijd zelfs voorbij is ben ik nog bang om weer met politie in aanraking te komen. Al is het maar voor een bekeuring. Op het moment dat je ergens voor aangehouden wordt en ze vragen even je personalia op dan weten ze meteen alles. En dat blijf je tegenkomen. Ik werk in de sociale sector. Ik werk in kindertehuizen als groepsleider en nu ik een strafblad heb is dat heel moeilijk gewoon. Zeker als je gaat solliciteren dan wil men graag weten wat je achtergronden zijn. Nou dan kan je dat best mooi vertellen en zo maar een hele hoop kindertehuizen, zeker in de kinderbeschermingssector, die screenen je. Die gaan je strafblad nakijken of je geen delicten hebt gepleegd. Sommige tehuizen die vragen zelfs een Bewijs van Goed Gedrag. Nou dat krijg je alleen maar als je dus je leven lang goed gedrag hebt gehad en dus niet voor dergelijke feiten bent veroordeeld. Je voelt je een misdadiger terwijl je zeker weet dat je het niet bent. Je voelt je slachtoffer van het wetssysteem. Je gaat twijfelen aan de hele rechtsorde, de hele rechtsgang. Je gaat er over nadenken, je komt tot conclusies en je gaat daar proberen wat aan te doen want je voelt dat er ontzettend groot onrecht zit, zowel voor jezelf als voor de kinderen waarmee je contact hebt gehad of mogelijk nog zal krijgen. Er klopt iets niet binnen dat systeem en dat wil je graag op jouw manier gaan veranderen. In de wet staat zoiets van: hij die ontuchtige handelingen met iemand van beneden de zestien jaar pleegt die is zoveel jaar strafbaar. Er wordt helemaal niet; er is helemaal geen ruimte of iemand het wel of niet goed vindt, het kind. Daar heeft men blijkbaar nog nooit over nagedacht en dat bleek toen ook wel op het politiebureau. en dat blijkt ook wel op de manier waarop ze Bart en John hebben verhoord. Dat is helemaal niet belangrijk, het gaat om feiten en zo is die wet ook tot stand gekomen.

I: Maar wat betekent dat verder voor jouw contacten naar die kinderen toe?
Peter: In het algemeen?

I: Ja. Nieuwe relaties die je aan wilt gaan?
Peter: Dat betekent dat ik me in het begin erg geremd heb gevoeld om überhaupt weer contacten aan te gaan. Dat je er heel goed over na gaat denken van de schade die Bart en John hebben opgelopen door zo'n politie-optreden. Is het dan nog wel verantwoord om zulke relaties aan te gaan want het risico zit er in dat ook die kinderen met hetzelfde politie-apparaat te maken krijgen. Dan moet je een beslissing gaan nemen en als ik eerlijk ben dan ben ik daar eigenlijk niet uitgekomen. Ik heb niet kunnen constateren van mezelf dat ze er beter van worden of zo als ze een pedofiele relatie; ze worden natuurlijk weer ervaringrijker maar het risico dat ze met politie in aanraking komen dat kan nogal een behoorlijke schade berokkenen. En ja dan is het best moeilijk, van wat moet je daarmee. En ik heb daar niet zo'n heel duidelijke beslissing in kunnen nemen. Ik ben wel weer relaties aangegaan. Ik probeer ze zo open mogelijk aan te gaan door zoveel mogelijk die ouders erbij te betrekken. En zoveel mogelijk en zo vrij mogelijk over te praten. Maar dat is best moeilijk omdat... Probeer maar eens met ouders in contact te komen en probeer daar maar eens een beetje over te gaan praten. Er zijn een hele hoop ouders die er niet voor open staan en het best heel eng vinden. En ik kan me dat best ook heel goed voorstellen dat het eng is omdat het allemaal heel onbekend is. En daarom is het denk ik best belangrijk dat er wat meer over gepraat gaat worden. Het beeld wat men over pedofilie heeft, wat men over seksualiteit met kinderen heeft, dat zijn nogal rare beelden. Men denkt aan geweld en dwang terwijl dat in 99% van de gevallen gewoon niet zo is.

I: Maar je hebt natuurlijk op een gegeven moment weinig keus hè. Je kan wel zeggen ja wat moet ik doen, misschien breng ik die kinderen wel weer in een dwangpositie bij de politie; moet ik m'n eigen geaardheid veranderen. Maar je bent het of je bent het niet.
Peter: Ja, je eigen geaardheid kan je niet veranderen. Je kan alleen maar kiezen of je wel of niet seksuele relaties aangaat. Of je dat verantwoord vindt. Maar die beslissing moet ieder individu nemen die daar over na heeft gedacht. Ik heb er dan misschien door er niet voor te kiezen er voor gekozen om het wel te doen. Dus een passieve beslissing eigenlijk.

I: Maar jij kan er niet voor kiezen om te zeggen ik ga maar geen seksuele relaties meer aan met kinderen want dan zouden ze weer eens met het politie-apparaat in aanraking kunnen komen.
Peter: Ja, daar komt iets bij. Ik woon nu in een stad waar het politie-optreden heel anders is. Waar ik erg veel respect voor heb, voor de manier waarop zij met de kinderen omgaan, überhaupt met kinderen omgaan. Of het nou om het stelen van weet ik wat gaat of over seksualiteit met een volwassene, nou dat heeft een beetje de beslissing voor mij genomen van nou het kan hier wel op een andere manier. en dan heb ik er ook minder moeite mee, dan zeg ik ook van die schadelijkheid die een kind zou kunnen hebben van zo'n politie-optreden, dat ligt heel anders. Kinderen worden hier veel begrijpender behandeld. En dan zeg ik van dan kan ik het wel verantwoord doen maar als ik in het algemeen moet praten dan zeg ik van ja wanneer kan je zo'n beslissing nemen. welke argumenten, dat is best moeilijk.


Vrouwelijke voorleesstem: Vier jaar geleden was Bart het vriendje van Peter. Hij is nu achttien en kan daarom wat gemakkelijker vertellen hoe het verhoor van toen gegaan is.

Bart: Nou ze deden erg vriendelijk, ze probeerden echt aardig voor je te zijn maar in wezen waren ze dat niet omdat ze probeerden zoveel mogelijk uit je te krijgen natuurlijk. En dan beginnen ze eerst met een heel lullig verhaaltje of zo, bijvoorbeeld wat heb je bijvoorbeeld vandaag op school gedaan of zo. Nou en dat slaat dan nergens op maar waar ze naartoe willen... En ineens krijg je dan, dan word je er voor gezet en dan... Het wordt ineens heel anders, dan gaan ze echt, veranderen ze echt van karakter. Dat kan je echt; dat voel je echt. En dan slaan ze ze soms; dat weet ik dan van mijn broer John, dat die dan; dan kunnen ze zo bikkelhard toeslaan dat ze iemand echt kapot kunnen maken. En dat is echt (persoonlijk?).

I: Maar hoe deden ze dat?
Bart: Nou dan eerst je kwam binnen, nou ga zitten, wil je wat drinken? Wat heb je vandaag gedaan en zo?

I: Heel aardig?
Bart: Heel aardig in wezen alsof ze echt met je te doen hadden en je gewoon goed wilden praten en je een beetje ondersteunen voor wat er mee gebeurd is.

I: Maar voelde je dat ook zo, dat ze dat echt wilden?
Bart: Dat wilden ze, echt, dat kon je voelen dat ze dat als een uitvlucht probeerden te hanteren om jou te gauw laten praten. Want je praat makkelijker met iemand die echt vriendelijk is zoals Peter al heeft gezegd dan met iemand die echt cru tegen je is. Nou ik heb ze gewoon verteld wat mijn gevoelens waren. En hoe ik dat beleefd heb en hoe het gegaan is. Gewoon eerlijk de waarheid verteld. Daar kan je je eigen niet aan stuk maken en ook anderen niet.

I: Geloofden ze je toen?
Bart: Nou ze deden of ze je geloofden maar of ze je echt geloofden dat weet ik niet. Daar ben ik niet van overtuigd.

I: Drongen ze niet verder aan?
Bart: Op sommige punten wel want de dia's zijn dan gekomen natuurlijk. Er waren ook foto's van John en mij en dan proberen ze gewoon in je schoenen te schuiven ook van ja je bent zelf ook zo en je doet het ook met je broer en dat was helemaal niet zo want John die was geloof ik net onder de douche gegaan of ik dat weet ik eigenlijk niet en we zaten op het bed geloof ik gewoon wat moppen te vertellen. Dat kan ik me eigenlijk niet goed meer herinneren omdat het al lang geleden is maar we hadden, echt, het had niks met elkaar te maken. Het was iets aparts. Het stond helemaal los van elkaar.

I: Je vertelt het nou nog verbaasd.
Bart: Ja misschien, ja.

I: Je begreep ook niet dat ze dat soort dingen zeiden?
Bart: Nee, ze waren echt... het is moeilijk uit te drukken.

I: Maar dramden ze echt door?
Bart: Ik weet niet meer hoelang ik binnen ben geweest maar zeker op de helft hebben ze volgens mij de indruk gehad van nou we; het gaat misschien scheef of wat dan ook en toen zijn ze echt gaan drammen en toen op een gegeven moment zijn wij dus naar buiten gegaan. We mochten nog niet weg. En even later toen is John dan weer teruggeroepen. En ik weet dus niet wat in die tijd afgespeeld heeft maar naar mijn mening is doordat John niet erg makkelijk praat en nu nog steeds niet doet is die; en dat hadden ze volgens mij in de gaten ook. Dus als je hem klem zet dat hij dan echt paniekerig raakt en dan zou hij wel eens door kunnen slaan. Maar dat is geloof ik tenminste in tegendeel geweest. Omdat hij dan dichtgeslagen is heeft hij helemaal, z'n mond heeft hij niet meer open gedaan.

I: Je hebt er met John over gepraat later?
Bart: Later hebben we het er wel eens over gehad maar dan was het echt heel kort en hij wou er echt niks meer mee te maken net of een kind iets kwijt is geraakt waar die echt aan gehecht is, waar die niet meer over kan praten. Het is ja, een gevoel dat hij niet met anderen kon delen. Dat lijkt me wel beter ja.


Tot zover Expres VPRO. Tot een uur na de uitzending kunt u ons bellen naar aanleiding van dit programma. Dat is [tel. nr.]. De tekst van het programma kunt u ook bestellen. Dan moet u dat als volgt doen: vijf gulden overmaken op giro [gironummer] ten name van de VPRO in Hilversum. En dan moet u even vermelden: Expres VPRO, 8 mei. De tekst van onze eerste uitzending over pedofilie en kinderseksualiteit kunt u ook nog bestellen. Dat is dus ook vijf gulden overmaken op giro [gironummer] ter attentie van de VPRO in Hilversum. En dan even vermelden Expres VPRO van 8 mei [bedoeld wordt een andere datum]. Als u beide teksten wilt bestellen dan moet u uiteraard tien gulden overmaken. Aan dit programma werkten mee: de technici [namen]. De samenstelling was van Ellen Mik.


Uitzending online te beluisteren: http://weblogs.vpro.nl/radioarchief/2009/11/05/het-pedofielendebat-bij-de-vpro-radio/