Reactie op interview met Wim Wolters - 3

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Dr. Wolters verdient respekt voor zijn inzet en betrokkenheid ten bate van kinderen die slachtoffers zijn van seksueel geweld en machtsmisbruik. De aard van zijn funktie brengt mee dat hij de ernstigste excessen onder ogen krijgt, maar ook minder evidente gevallen verdienen meer zorg en aandacht dan nu regel is. Niemand, ook Dr. Wolters niet, kan ook maar bij benadering ernst en omvang van dit verschijnsel vaststellen. Dr. Wolters diskwalificeert elke vorm van seksueel kontakt met kinderen als 'seksueel misbruik'. Zijn gegevens en argumenten zijn echter bijna geheel gebaseerd op gevallen waar volwassenen kinderen tot seksualiteit dwingen. Tegen wederzijds vrijwillige vormen heeft hij geen sterker argument dan de theorie van de latentiefase, die naast de penistijd in het rariteitenkabinet van Dr. Freud thuishoort. Dr. Wolters introduceert een onverantwoord glibberig begrip waar hij spreekt van 'emotionele incest'. Elke opvoeder die zich naast een kind opstelt en het gevoelsmatige aandacht geeft, dreigt hier in de beklaagdenbank te komen.

Dr. Wolters pleit voor strukturen en normen, zonder deze nader in te vullen. Uit een vorig jaar in het Weekblad voor Leraren afgedrukte lezing van hem voor de katholieke lerarenvereniging St. Bonaventura is hij duidelijker en pleit onomwonden voor het gezin als hoeksteen van de samenleving en voor de traditionele R.K. waarden. Dr. Wolters' onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen - gepubliceerd in MGV en samengevat in VN - verdient de naam onderzoek niet. De methodiek deugt niet: enquêteformulieren ingevuld door politiemensen aan de hand van oude procesverbalen en geheugenwerk.

Dr. Wolters ziet een kind als 'doel van zorg' en niet als volwaardig persoon. Hij werkt een adolescent tegen die in een zelfgewenste incest-situatie terugwil; hij verklaart volwassenen die een als kind ervaren pedofiele relatie achteraf 'verrijkend' noemen, ongezien tot psychiatrische gevallen. Hij meent het steeds beter te weten dan de mensen die het 'aan den lijve ervaren' hebben. Dr. Wolters ontloopt al jaren de diskussie met deskundigen en betrokkenen die zijn opvattingen niet delen. In plaats van serieus op tegenargumenten in te gaan, maakt hij zich er van af door generalisaties als 'seksuele verbeteraars', 'pedofielen' of 'de hulpverlening'. Aan deze amorfe kategorieën schrijft hij dan karikaturale opvattingen toe. Het wordt tijd dat Dr. Wolters zijn medemensen serieus gaat nemen.

bron: Ingezonden brief 'Pedofilie 3' door J. Lutje Schipholt (voorzitter Landelijke Werkgroep Jeugdemancipatie NVSH); Vrij Nederland, jaargang 43; 10 juli 1982