Seksueel misbruik van jonge kinderen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Sommige auteurs benadrukken dat de gedrags- en emotionele problemen van kinderen mogelijk méér toe te schrijven zijn aan de commotie rondom het bekend worden van het misbruik, de ondervragingen van het kind, de reacties van de volwassenen in de omgeving (Brunold, 1964; Summit & Kryso, 1978; Wakefield & Underwager, 1988), de schuld die het kind zich toedenkt met betrekking tot de disruptie van het gezin (Weiner, 1962), aan de onveilige opvoedingssituatie (Browning & Boatman, 1977; Gelinas, 1983; Justice & Justice, 1979; Sholevar, 1975) en/of aan de vaak met seksueel misbruik gepaard gaande emotionele verwaarlozing (Draijer, 1990). [...]

Een probleem bij alle onderzoek is dat tot nu toe niet duidelijk is geworden of dàt wat men signaleert ook werkelijk veroorzaakt is door het seksueel misbruik. Veel zogenaamde signalen werden beschreven nadat het vermoeden van seksueel misbruik was uitgesproken, nadat men het kind had gemeld bij een 'Sexual Assault Center' of speciale units voor (seksuele) kindermishandeling verbonden aan een pediatrische afdeling van een ziekenhuis. [...] Burgess, Holmstrom en McCausland (1978) suggereerden dat wat plaats vond na de ontdekking mogelijk meer stressvol is dan het misbruik zelf (zie bijvoorbeeld ook Ingram, 1981 en Gomes-Schwartz, Horowitz & Sauzier, 1985). [...]

Yates e.a. (1985) stelden ten aanzien van de combinatie gezinsproblemen en seksueel misbruik een interessante vraag. Zij vroegen zich af of er geen sprake zou kunnen zijn van 'selection bias'. [...] Met andere woorden: een combinatie van problematische gezinssituatie én seksueel misbruik heeft meer kans ontdekt te worden dan de combinatie redelijk functionerend gezin én seksueel misbruik.

bron: Uit het boek 'Seksueel misbruik van jonge kinderen - Een onderzoek naar signalen en signaleren en naar ondervragen en vertellen inzake seksueel misbruik.' door Francien Lamers-Winkelman; VU Uitgeverij; Amsterdam; 1996; Eerste druk 1995