Utrechtse treurtoneeltjes

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Paul, een verdorven homo met angst voor de ouderdom: 'De Marokkaanse jongens houden me nog in leven. Ze komen op mijn flat, ik heb nu twee vrienden, ze kleden zich uit, de een speelt op de fluit met van die ontzettend melancholieke tonen, de ander speelt tamboerijn. Ze zijn zo mannelijk van bouw. Als je met de een bezig bent, kijkt de ander niet, die speelt gewoon door. Ik heb nu een jongen die erg gesloten is. De anderen proberen hem allemaal te krijgen. Na een half jaar komt hij bij mij. Hij voelt zich in mijn huis de meester. Daar ben ik wel trots op.'

bron: Uit het boekje 'Utrechtse treurtoneeltjes' door Wouter Noordewier; Váva, Utrecht; 1977