Vanaf 19 juni brengt Hanlo een maand in het huis van bewaring te Haarlem door

Vanaf 19 juni brengt Hanlo een maand in het huis van bewaring te Haarlem door 'omdat hij een jongen van 15 met diens goedvinden even over zijn borst gestreeld heeft', zoals hij later in een voetnoot in het posthuum verschenen Go to the mosk (G. A. van Oorschot, Amsterdam, 1971) schrijft. De uitspraak in hoger beroep voor het Hof te Amsterdam (21 januari 1963) bevestigt het vonnis van de Haarlemse rechtbank (6 september 1962): '2 maanden, waarvan 1 maand aftrek (de voorl. hechtenis die ik al gehad heb) en 1 maand voorwaardelijk.'

bron: Uit het boek 'Jan Hanlo - Brieven - Deel I - 1931-1962'; Uitgeverij G. A. van Oorschot, Amsterdam; Eerste druk: januari 1989