Vrouwe Justitia (deel 1)

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Fred

Maandag 2 februari 1981, 18.25 uur. Een van de laatste hapjes avondeten wegkauwend loop ik naar de telefoon, die op dit voor ons ongebruikelijke tijdstip rinkelt. Het is Richard, de vader van Manfred. "Zeg Fred, ik wil eens even met je praten. Er gaan hier geruchten in de buurt dat jij eh... nou ja... onzedige handelingen met enkele van de kinderen hier in de buurt gedaan zou hebben en daar zou onze Manfred ook bij betrokken zijn geweest en eh... ja, ook de gebroeders Jan en Hans B. Hun vader is gisteren zowat de hele buurt afgegaan om bij andere ouders met kinderen te informeren of zij ook bij jou over de vloer kwamen..." Gelaten en zwijgzaam, doch tegelijkertijd geschokt, hoor ik de vader van een van mijn buurtkameraadjes aan. Altijd hield ik mijzelf en vrienden gevoelsgenoten voor dat mijn relaties eenvoudig niet stuk konden lopen wat vrouwe Justitia betreft. Deze ijdele gedachte hield stand door de reeds ervaren langdurige kontakten enerzijds, en door mijn openhartige houding t.o.v. mijn vriendjes anderzijds. Zelf heb ik immers altijd de mening gehuldigd, dat een (zelfs jong) kind zelf drommels goed weet wat hij wel of niet kwijt wil over zijn relatie met een oudere vriend aan ouders en/of vriendjes en vriendinnetjes. Weliswaar appelleerde ik wel eens aan het feit dat veel mensen moeite hebben met dergelijke kontakten, maar nimmer werd door mij het waarschuwende vingertje geheven over wat wel of niet door hen naar buiten uitgedragen mocht worden. Die verantwoordelijkheid droegen mijn vriendjes altijd zelf. Bovendien waren praktisch alle ouders van mijn buurtgenootjes op de hoogte van de frekwente bezoekjes van hun kinderen aan ene Fred. Alleen enkele details bleef hen, uit puur lijfsbehoud voor zowel mij als de kinderen, onthouden. Ik huldigde immers, een uitzondering daargelaten, altijd het "wat niet weet, wat niet deert"-principe. Of dit verstandig is, kan men ter diskussie stellen, maar persoonlijk geloof ik niet dat je en fijne vriendschap met een jongen waar je dan zo veel om geeft op het spel moet zetten, terwille van je eerlijkheidscomplex. Tenzij... je bemerkt dat je vriendje(s) er gebukt onder gaan in het besef "iets" voor hun ouders verborgen te houden. In die gevallen waarin het kind in goede verstandhouding tot zijn ouders leeft, wil dit best voorkomen. In zulke gevallen trek ook ik de "stoute schoenen" aan.

Dezelfde avond werd door mij, naar aanleiding van het bewuste telefoontje, een persoonlijk gesprek met de ouders van Manfred gearrangeerd. Het werd een fijn en openhartig gesprek. De ouders van Manfred bleken geen moeite te hebben met mijn pedofiele gevoelens. "Als dergelijke kontakten bijna drie jaar lang, zonder tot de ouders door te dringen, kunnen voortduren, heb ik niet de indruk dat een en ander tegen de zin van de kinderen gebeurde", aldus Richard. Hij had er dan ook in wezen geen moeite mee, dat zijn zoon met mij omging. De man suggereerde zelfs, terecht, dat initiatieven ook wel "eens" van de kinderen uit gegaan konden zijn. Richard waarschuwde mij echter, dat de vader van de tweeling Jan en Hans op het oorlogspad was en zoveel mogelijk ouders afging, om de aanklacht tegen mij te versterken... De politie zou waarschijnlijk inmiddels ook al ingelicht zijn!!

Na dit gesprek wilde ik toch pogen ook met de ouders van de tweeling een gesprek te hebben, doch dit werd mij door de ouders van Manfred afgeraden, aangezien deze mensen in hun straat als agressief en asociaal bekend stonden. Wel ben ik dezelfde avond nog met mijn vrouw naar de ouders van vriendje Marc (10) getogen om deze mensen van de juiste gang van zaken op de hoogte te brengen en eventuele indianen-verhalen te ontzenuwen. De moeder van Marc was geschokt, maar best bereid tot een gesprek, maar vader, die het ter plaatse duidelijk voor het zeggen had, wees mij de deur, zodra hij hoorde wat hij wilde horen.

Aangezien ik er weinig voor voelde om geen gelegenheid te krijgen om ook "mijn verhaal" te doen, bleef ik zitten en probeerde alsnog voet aan de grond te krijgen. Mijn vrouw had kennelijk eerder dan ik in de gaten dat hier 'n bij voorbaat verloren poging was en raadde mij aan om maar op te stappen. De vader wilde aanvankelijk weten of het waar was, wat hij van die en die gehoord had. Op mijn antwoord dat er weliswaar een kern aanwezig was, doch dat ik hen dan wel wat meer gegevens wilde verstrekken werd door hem ontwijkend gereageerd met bovendien de vermelding dat hij de politie inmiddels al ingeschakeld had. Overigens is mijn vrouw volledig op de hoogte van mijn gevoelens en heeft ze er geen moeite mee, na een rumoerige gewenningsperiode na ons huwelijk. Momenteel leven wij als vriend en vriendin samen, met ieder zijn of haar vrienden, hetgeen in de praktijk best redelijk funktioneert. Maar dit even terzijde.

De volgende dag bleek e.e.a. een sneeuwbaleffekt te hebben gehad en op straat voelde ik mij, al of niet terecht, door jong en oud nagekeken. Ook had ik inmiddels met nog een ouder-paar een, nu weer positief gesprek gehad. De stand was nu: 2 ouderparen hadden aangifte gedaan bij de politie inzake art. 247, en 3 ouderparen zagen die aangifte niet zitten, omdat ze mij persoonlijk toch wat beter kenden en mij om het gebeurde niet per definitie veroordeelden. Sterker nog; zij sloten een behoorlijke inbreng van hun kinderen bij het gebeurde niet uit. Velmeldenswaard is het natuurlijk, dat ieder van de kinderen het betreurde dat "het" op deze manier uitgelekt was en daarmee de vriendschappen ten dele beëindigd.

Wat was er dan eigenlijk allemaal gebeurd...?? Welnu, sinds ik de woning in deze typisch Amsterdamse volksbuurt betrok, nu ruim 8 jaar geleden, kon ik mij gelukkig prijzen met de vriendschap van een ca. 8-jarig beeld van een jochie. Zoals dikwijls gebeurt, nam hij op een gegeven moment een vriendje mee naar mijn adres. Dat vriendje vond het op een gegeven moment ook weer nodig om een of meerdere vriendjes mee naar mij toe te nemen onder het motto: "hoe meer zielen hoe meer vreugd". Van een diepergaande vriendschap, waarin ook erotische genoegen een rol speelde, was tot dan toe nog geen sprake. Uiteindelijk bleef er een vast groepje jongens over in de leeftijd van 9 tot 11 jaar. Met drie van dit uit zeven jongens bestaande groepje "ontaardde" dit na zo'n 15 maanden vriendschap in een meer sexueel getinte vriendschap, uiteraard op basis van ieders persoonlijke vrijwilligheid. Met name met de 10-jarige Marc ontwikkelde zich een zeer hechte en fijne vriendschapsband.

Met deze jongen "klikte" het 't best. Bovendien ben ik het type dat één vaste "totale" relatie nastreeft waarin beide partijen het best en volledig tot hun recht komen. Uit mijn verhaal lijkt misschien het tegendeel, maar de omvang van de vriendenkring werd eigenlijk meer door de kinderen zelf dan door mij bepaald. En welke kindervriend wijst een kind tenslotte de deur, nietwaar?? Naarmate de jaren verstreken ontdekten de kinderen in mij een makkelijke, onaangepaste vent, waar het de huidige zedelijkheidsnormen betreft en gingen zij zich zelf ook steeds vrijer voelen. Je kunt rustig stellen, dat ik binnen onze veilige muren een sfeer creëerde waar alles kon en mocht, uiteraard binnen redelijke grenzen en waar iedereen over alles wat hem of haar bezig hield kon praten.

Een sfeer dus, die de meeste kinderen van huis uit niet gewend zijn, maar waarin zij opvallend goed gedijen. Na schooltijd kwamen ze een babbeltje maken en wat drinken. Zaterdags gingen we samen naar voetballen en zwemmen. We maakten samen autoritjes, gingen naar Artis of een museum. We dwaalden door het doolhof van het Amstelpark of een fietstocht naar Zandvoort. Ook de zwembaden waar naakt zwemmen op het programma stond werden door ons aangedaan. Een heerlijke periode... En dan...

Voor je het goed en wel beseft, heb je je met je vriendjes spelenderwijs op het gebied van de seksualiteit begeven. De jongens ontdekten dat ik seksfilms in huis had en het duurde niet lang of het geleerde moest aan de praktijk getoetst worden. Hoewel er mensen zullen zijn die aan de pedagogische waarde van dit gebeuren zullen twijfelen, durf ik te stellen dat e.e.a. wel degelijk tot stand kwam op aandringen van de kinderen zelf. Al blijf ik, als schepper van een sfeer waarin dit allemaal mogelijk is, zéker voor de wet, wél verantwoordelijk. Het spelletje 21-en of pesten veranderde al gauw in strippoker en de erotische aktiviteiten namen in groepsverband en frekwentie toe. Nu wil het noodlot, dat twee van de jongens (de tweeling Jan en Hans) eenmaal thuis over het plezier dat ze bij mij thuis beleefden in alle onschuld uitweidden. Naar aanleiding daarvan kreeg de tweeling van hun ouders een verbod om nog bij mij thuis te komen. Maar ja, je laat niet makkelijk iets los wat plezier geeft, dus korte tijd later stonden de jongens (inmiddels 12 jaar) toch weer voor de deur en ik liet ze binnen. Daags er na, worden de jongens thuis door hun 13-jarige zus verraden, als wraak voor het feit dat zij thuis onschuldig wordt beticht van diefstal uit de huishoudportemonnee van moeder... Diezelfde avond rinkelde aldus de telefoon!!! De jongens hadden hun zus in vertrouwen genomen over hun vriendschap met mij... en dat, tegen het nadrukkelijke verbod van hun ouders in.

Deze story is een waar gebeurde. Lees de inleiding hiervan in Martijn nummer 9 in de rubriek In The Picture. Natuurlijk zijn namen om begrijpelijke redenen wél veranderd. In Martijn nummer 11 het vervolg van deze story en tevens het slot.

bron: Artikel 'Vrouwe Justitia (deel 1)' door Fred; Martijn, nummer 10; juni 1983