We willen allemaal in het universum van Peter Pan leven

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Het kind is onze God. Aan hem zijn we bereid een offer te brengen en hij moet ons ook verlossen. Wie weinig heeft om zich op te laten voorstaan, kan zich er altijd nog op beroepen dat hij lief is geweest voor zijn kinderen of die van de buren. In de film Scarface weigert Al Pacino een auto op te blazen waarin twee kinderen zitten, terwijl hij verder weinig problemen heeft met moorden. Ik heb iemand horen zeggen dat Hitler erger was dan Stalin omdat hij ook kinderen had uitgeroeid. Het is logisch dat Elfriede Jelinek een libretto schreef waarin Don Juan kinderen verleidt.

De hindernis voor de onverbeterlijke charmeur is niet meer de vrouw, hoe mooi en rijk ook, maar het kind. En zo is de pedofiel naast de islamitische terrorist uitgegroeid tot vertegenwoordiger van het absolute kwaad. Hij hoeft niet eens te worden vergeleken met een nazi, zijn slechtheid is evident. Wie in het kind een seksueel object ziet, plaats zich buiten de maatschappij. Men kan de kinderverleider zonder gewetensbezwaren ontmenselijken. Het voorstel om pederasten te castreren of te doden is in elke democratie populair. Nu is de ontmenselijking van de ander altijd een instructief proces. Maar de reacties die de pedofiel oproept zijn zo extreem dat het niet meer duidelijk is wie hier onbehagen veroorzaakt: de pedofiel zelf of de beschermers van het kind. Anders gezegd: wie wil hier zijn handen in onschuld wassen?

Dezelfde maatschappij die de pedofiel tot symbool van het absolute kwaad heeft verheven, heeft van de jeugd een fetisj gemaakt. Jong zijn is niet alleen iets wat je moet blijven, of opnieuw moet worden, het is de enige toestand die het woord 'leven' verdient. Van het geheel of vrijwel geheel verwijderen van het schaamhaar tot de normen voor het ideale gewicht: het prepuberale lichaam doet het vuur in ons ontbranden. [...]

De commissie Melai is in 1970 ingesteld om de zedelijkheidswetgeving te herzien. Doel was onder andere om de overheid niet langer als een zedenmeester te laten functioneren. In 1970 had men de buik vol van de overheid als zedenmeester, men had van alle zedenmeesters de buik vol. Inmiddels delen de vijanden van de westerse samenleving, de islamitische terroristen, samen met veel beschermers van die samenleving een nostalgische hang naar de onbetwistbare zedenmeester.

bron: Uit de column 'We willen allemaal in het universum van Peter Pan leven' door Arnon Grunberg; NRC Handelsblad; 3 november 2006