Zijn wij dan pedofielen?

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: C.C. [edit]

Wij schijnen als wij een muur optrekken altijd meteen een paar meisjes in te metselen. Het heet dat jongens die bij ons over de vloer komen, een tijd later keurig versneden in plastic zakken in de rivier kunnen worden teruggevonden. Baby's ten­slotte worden naar men claimt door ons uitermate geschikt bevonden om tot scheurens toe te verkrachten en daarna, zo hoor ik, gaan wij ermee voetballen.

Deze en legio andere bizarriteiten vallen samen te stellen uit de praatjes des volks. Uit de imponerende 'feitenkennis' van de ethisch hoogstaande zedenpolitie, die overigens vrolijk meeleest. Ik wacht erop dat de heren hier thuis (men weet ongetwijfeld waar ik woon) de muren komen slopen om er ette­lijke kinderlijken achter weg te halen. Aan deze moord- en verkrachtpartijen doen wij allemaal mee - wij: eenieder die zich pedofiel wenst te noemen. Dat maken wijzelf niet uit; deze associatie is aan het 'normale' deel der mensheid toever­trouwd. De 'pedofiel' heeft een gifinjectie toegediend gekre­gen, en kan het gif niet uitbijten. Hoe meer hij kronkelt en hoe harder hij schreeuwt: "Help, ik ben pedo!" hoe rapper het gif zich verspreidt. Het strooien met bovengenoemde term werkt een beetje averechts.

Dr. Edward Brongersma, een van onze schaarse Christusfiguren, heeft zijn magnum opus niet tactloos Pedofilie: de feiten genoemd, maar Jongensliefde. Jongensliefde is liefde voor jongens, dat snappen de Nederlanders - dat kan nooit met lugubere metselarij in verband worden gebracht. Pedofilie (pais + philein) is Grieks, en zoals de Engelsen zeggen: it's Greek to the people. Het woord heeft ooit kinderliefde bete­kend, maar uit alles blijkt dat het in deze tijden voor de massa het tegenovergestelde inhoudt. Kinderhaat; lust tot moorden, tot scheuren. De pedofielen zìjn het gif.

Dit is natuurlijk geen opzienbarende mededeling. Het werkt echter in het voordeel van de kinderminnaars als zij hun vijanden kennen. Onder andere bij de term pedofilie wringt de schoen. Is het wel wijs om ermee te smijten als men voor zijn geaardheid uitkomt en wil bewijzen oprecht te zijn?

De bom is bij mij thuis gebarsten toen mijn moeder, een aantal jaar geleden, stiekem mijn schrijfsels las en eruit conclu­deerde dat ik 'een pedofiel' was. Paniek - peeuw - afgrijse­lijk - altijd fout - basta. Ik in het geweer. Had ik de bena­ming nooit gesteund, maar verklaard homoseksueel te zijn - kijk. Daar is een woord dat ook niet geheel onbesmeurd is, maar tegenwoordig in de meeste plaatsen toch op zijn minst genoemd mag worden. En het kan toch niet vreemd gevonden worden dat een veertienjarige homo van kinderen rond die leeftijd houdt. Het zou gelijk een minder voor de hand liggen­de vraag zijn geweest of ik dan ook op zesjarigen viel. Ook als jongen van veertien of twaalf moet je het niet in je hoofd halen om van een zesjarige te houden, maar wat mijn imago betreft was de druk toch grotendeels van de ketel geweest als ik het woord pedofilie had vermeden. Wij zeggen pedofilie, het volk hoort Dutroux.

Termen zijn buitengewoon makkelijk. Etiketten, stickers, als 'homoseksuele negers met bulten' klinkt ons dat meer dan vertrouwd in de oren. Wellicht kunnen wij echter van de volksdrift tot etiketteren gebruik maken. De burgers willen het woord pedofilie zo graag hebben, ze smachten ernaar, ze praten over niets anders - laten we het ze geven. Laten wij de leeg­gezogen, vergiftigde term pedofilie voor de honden werpen in plaats van de mensen de kans aan te reiken ons in het meest beklemmende hokje te duwen. Wie zich pedo noemt, is hoe dan ook van tevoren verketterd. Wie vertelt dat hij wel eens als oudere iets met een jongen of meisje heeft gehad... ach, wij allen zijn vreemde vogels. Ook de zogenaamde hetero’s zijn ergens homofiel en vele volwassen mannen zien wel iets in meisjes. Ergens is een raakpunt. Zoek het. Laat Marc Dutroux en medegespuis maar pedofiel wezen.

Een kennis van mij, en anderen vóór hem, reikte mij deze gedachte aan. Wij moeten niet op de barricaden staan met door het volk totaal verdraaide kreten. Het beste kan elke kinderminnaar zich anders noemen, of helemaal geen term voor zich­zelf bedenken, hoe trots hij ook op zijn geaardheid is. Wij dienen in oorlogstijd verwarring te zaaien. Mijn vriend, een dominee, heeft zich bij zijn coming out nooit pedofiel ge­noemd. Hij had het er niet levend afgebracht. Nee: hij vertel­de homoseksueel te zijn, hetgeen klopte. Laat intimi er dan maar achterkomen dat hij op efeben valt en niet op leeftijdge­noten.

Het blad OK magazine van de Vereniging MARTIJN kent vanzelf­sprekend ook een enorm stigma. Niet voor niets doet de politie dingen die herinneren aan de 'goeie ouwe tijd' van de Gestapo. Dit periodiek is in zekere zin ook vliegenpapier waar de lange arm van de wet ons vliegjes met gemak vanaf kan plukken. Beter geen 'clubblad' dan?

Het valt in ieder geval mee dat er zuiver op de voorkant staat: tijdschrift voor ouderen-kinderen-relaties. Toch lijkt er onder de schrijvers een tendens te zijn zich met gemak onder de noemer pedofiel te scharen. Ik sluit mijzelf niet uit. Maar wat we ook schrijven en hoe we ons ook noemen, het kan voor de politie nooit moeilijk zijn dit blad te zien als een bolwerk van en voor kinderverkrachters. Daar doe je weinig aan.

OK magazine is het enige Nederlandstalige tijdschrift op dit gebied dat nog legaal verkrijgbaar is, zij het slechts op een handjevol plaatsen. Er bestaat in den lande nog een klein restje boekhandels met een knipoogje naar 'ons soort' toe. Het blad is een van de weinige hebbedingetjes voor de kindermin­naar. Wat hebben wij met onze esthetiek aan de Playboy? Waar anders vind je nog verhalen en artikelen pro kinderseksuali­teit en contra leeftijdsgrens? (Op het internet.) Het is op z'n minst een troost.

Voorts is de doelstelling van MARTIJN nog altijd het geaccepteerd krijgen van ouderen-kinderen-relaties. Dit hoge doel mag dan wat aan het verkommeren zijn (hoe krijg je tegenwoordig nog een poot aan de grond); het idee alleen al werkt opwek­kend. Ergens moet in het bestaan van de vereniging toch een stimulans voor ons allen zitten. Het is beter een front te vormen dan tot holenmens te verworden. Maar dan een front zonder de geijkte slogans. Een front waar niet gemakkelijk etiketten op te plakken vallen. Een front dat deskundig pleit, de vijand verstrooit en zich distantieert van een uiterst discutabel geworden terminologie die het de buitenwereld vergemakkelijkt de hele zaak over één kam te scheren. Wij vormen geen log wezen dat De Pedofiel heet; wij zijn allemaal anders!

Dit is alvast één grillige mening die mijn collega-kinderliefhebbers allerminst hoeven te delen.

bron: 'Zijn wij dan pedofielen?' door C.C. [edit]; Geschreven: 16+17-1-1999; OK Magazine, nr. 67; maart 1999