Interview Theo Sandfort: Difference between revisions

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search
No edit summary
No edit summary
Line 1: Line 1:
Onze eerste gesprekspartner is <i>Theo Sandfort</i>, (28). Hij is psycholoog en één der weinigen in Nederland die middels gesprekken met pedofielen en hun partners empirisch onderzoek heeft gedaan naar de beleveningsaspecten van pedofilie en pedoseksualiteit. Thans is hij verbonden aan het Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht. [...]<br>
Onze eerste gesprekspartner is <i>Theo Sandfort</i>, (28). Hij is psycholoog en één der weinigen in Nederland die middels gesprekken met pedofielen en hun partners empirisch onderzoek heeft gedaan naar de beleveningsaspecten van pedofilie en pedoseksualiteit. Thans is hij verbonden aan het Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht. [...]<br>
<br>
<br>
[Sandfort:] "Ook vanuit mijn eigen achtergrond ben ik door het onderwerp geboeid. Ik ben homoseksueel en ik weet hoeveel vooroordelen mensen hebben ten aanzien van homoseksualiteit en welke uitwerking die vooroordelen op jezelf hebben. Die vooroordelen bestaan ook ten aanzien van pedofilie en kinderseksualiteit. Mijn onderzoekswerk en mijn praktische bezig-zijn met de Werkgroep Pedofilie is dus ook een bepaalde vorm van solidariteit met zowel een andere minderheidsgroep, de pedofielen, als met de kinderen die in hun seksualiteit niet ernstig genomen worden. Vanuit die achtergrond werk ik."<br>
[Sandfort:] "Ook vanuit mijn eigen achtergrond ben ik door het onderwerp geboeid. Ik ben homoseksueel en ik weet hoeveel vooroordelen mensen hebben ten aanzien van homoseksualiteit en welke uitwerking die vooroordelen op jezelf hebben. Die vooroordelen bestaan ook ten aanzien van pedofilie en kinderseksualiteit. Mijn onderzoekswerk en mijn praktische bezig-zijn met de Werkgroep Pedofilie is dus ook een bepaalde vorm van solidariteit met zowel een andere minderheidsgroep, de pedofielen, als met de kinderen die in hun seksualiteit niet ernstig genomen worden. Vanuit die achtergrond werk ik." [...]<br>
<br>
"De wederkerigheid die ik in de pedofiele relatie zie, heeft niet direct betrekking op het seksuele aspect. De wederkerigheid zit in de emotionele band tussen die twee personen, het op elkaar betrokken zijn. Gevoelens van seksuele aantrekking tot de volwassene spelen voor het kind geen rol denk ik, zeker niet als het kind jonger dan dertien, veertien jaar is. Voor die kinderen is een gevoel van genegenheid veel essentiëler.<br>
Ik denk, dat het voor kinderen niet echt opwindend is om een volwassene seksueel te stimuleren. Hij zal het soms wel doen bij wijze van vriendendienst: gelijk oversteken.<br>
Toch is er ook minstens één belangrijke overeenkomst tussen de seksualiteit van kinderen en van volwassenen: zowel een kind als een volwassene heeft een lichaam waar hij plezierige gevoelens kan beleven. Het pedoseksuele contact kan in dat opzicht heel positief zijn, dat het kind leert hoe zijn lichaam werkt, hoe hij fijne dingen kan beleven met zijn lichaam. Terwijl kinderen die geen seksuele contacten hebben, daarover met heel wat vragen blijven zitten. In die zin heeft het pedoseksuele contact een pedagogische waarde.<br>
Wanneer
<br>
<br>
<i>bron: Artikel < De kindervriend - "Het ergste wat je je kind bij pedofilie kunt aandoen, is naar de politie gaan" > door Jan van Hooydonk; De Bazuin; 19 juni 1981</i>
<i>bron: Artikel < De kindervriend - "Het ergste wat je je kind bij pedofilie kunt aandoen, is naar de politie gaan" > door Jan van Hooydonk; De Bazuin; 19 juni 1981</i>

Revision as of 15:22, 12 April 2014

Onze eerste gesprekspartner is Theo Sandfort, (28). Hij is psycholoog en één der weinigen in Nederland die middels gesprekken met pedofielen en hun partners empirisch onderzoek heeft gedaan naar de beleveningsaspecten van pedofilie en pedoseksualiteit. Thans is hij verbonden aan het Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht. [...]

[Sandfort:] "Ook vanuit mijn eigen achtergrond ben ik door het onderwerp geboeid. Ik ben homoseksueel en ik weet hoeveel vooroordelen mensen hebben ten aanzien van homoseksualiteit en welke uitwerking die vooroordelen op jezelf hebben. Die vooroordelen bestaan ook ten aanzien van pedofilie en kinderseksualiteit. Mijn onderzoekswerk en mijn praktische bezig-zijn met de Werkgroep Pedofilie is dus ook een bepaalde vorm van solidariteit met zowel een andere minderheidsgroep, de pedofielen, als met de kinderen die in hun seksualiteit niet ernstig genomen worden. Vanuit die achtergrond werk ik." [...]

"De wederkerigheid die ik in de pedofiele relatie zie, heeft niet direct betrekking op het seksuele aspect. De wederkerigheid zit in de emotionele band tussen die twee personen, het op elkaar betrokken zijn. Gevoelens van seksuele aantrekking tot de volwassene spelen voor het kind geen rol denk ik, zeker niet als het kind jonger dan dertien, veertien jaar is. Voor die kinderen is een gevoel van genegenheid veel essentiëler.
Ik denk, dat het voor kinderen niet echt opwindend is om een volwassene seksueel te stimuleren. Hij zal het soms wel doen bij wijze van vriendendienst: gelijk oversteken.
Toch is er ook minstens één belangrijke overeenkomst tussen de seksualiteit van kinderen en van volwassenen: zowel een kind als een volwassene heeft een lichaam waar hij plezierige gevoelens kan beleven. Het pedoseksuele contact kan in dat opzicht heel positief zijn, dat het kind leert hoe zijn lichaam werkt, hoe hij fijne dingen kan beleven met zijn lichaam. Terwijl kinderen die geen seksuele contacten hebben, daarover met heel wat vragen blijven zitten. In die zin heeft het pedoseksuele contact een pedagogische waarde.
Wanneer
bron: Artikel < De kindervriend - "Het ergste wat je je kind bij pedofilie kunt aandoen, is naar de politie gaan" > door Jan van Hooydonk; De Bazuin; 19 juni 1981