Oud en eenzaam

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Het was duidelijk dat ik wel degelijk een vrouw kon bevredigen, maar ik wist tevens dat ik nooit enige vrouw echt zou kunnen liefhebben of werkelijk begeren, en ik dacht nu aan een ver verleden, aan het begin van mijn waarheid en van mijn eigen kleine geschiedenis: hoe ik ten tijde van mijn eerste hopeloze liefde, jegens een jongen uit de klas, toen ik misschien zeven of acht jaar oud was, in alle argeloosheid aan mijn moeder gevraagd had hoe het kon dat 'mijn plassertje soms heel klein en soms heel groot werd', en haar daarmede in zulk een verwarring had gebracht, dat ik deze vraag of verwante vragen daarna nooit meer aan haar had durven stellen.

bron: Uit de roman 'Oud En Eenzaam' door Gerard Reve; De Bezige Bij; 2006; Eerste druk: 1978