Pedofielen moeten eerst nog massa's misverstanden rechtzetten

From Brongersma
Revision as of 15:56, 22 November 2016 by Admin (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

Zoals ooit de homofielen zich voorzichtig begonnen te emanciperen door te spreken over de Griekse liefde, door de derde sekse uit te vinden en door het oprichten van een Shakespeare-club, als verwijzing naar de grote namen in het verleden die ook allen deze edele liefde aanhingen, zo is ook de pedofielenemancipatie op gang gekomen volgens dezelfde mechanismen. Homofielen kunnen zich tegenwoordig al permitteren om een beetje met zichzelf de draak te steken door een 'roze flikkerfront' op te richten, pedofielen moeten eerst nog massa's misverstanden rechtzetten. Nog steeds verdwijnen mensen in de gevangenis omdat ze contact hebben gehad met een jongen of meisje, jonger dan zestien. Ook al willen die kinderen zelf dolgraag, ook al betekent die extra aandacht veel positiefs voor ze. En nog steeds is de wetenschap dat iemand pedofiel is voldoende om hem of haar radicaal uit een gemeenschap te stoten. Of het nu de buurt betreft of de familie, de collega's of de gevangenisbevolking. [...]

De Belg (Astère) Michel Dhondt trekt naar het verlichte Amsterdam en start een reeks onomwonden pedofiele romans en gedichtenbundels. De eerste werkgroep pedofilie komt van de grond, het redelijk idealistisch getinte blaadje met de wat ongelukkige naam "Billy" doet verslag van wapenfeiten èn toont foto's van jongens. Vele blaadjes volgen: Joy-boy, Bambino, Wonderboy, Chicken, Boy-smile, Piccolo enz. enz. Er moeten toch nogal wat pedofielen rondlopen in Nederland. Maar terwijl Duitse pedofilie-activisten zich trots pedoseksuelen noemen en betogen dat de liefde voor het kind niet bij het middel moet ophouden, zijn de Nederlandse collega's veel terughoudender. De kinderpornografie wijzen ze volledig af. [...]

Langzaam begint het denken over pedofilie op gang te komen, ook de openbare meningsvorming ontwikkelt zich. Die is ruwweg te verdelen in twee stromingen: de Willem-Duys-adepten en de Ronald Klamer-benadering [wordt hier Alje Klamer bedoeld?]. De eerste groep wil vast blijven houden aan het vertrouwde beeld: "... als het mijn kind zou overkomen dan zou ik zo'n vent eigenhandig..." De andere groep kiest een lijnrecht tegenovergestelde benadering, begrijpelijk, maar wel bijna even onnatuurlijk. In die hoek zijn de bekeerde huismoeders, tv-presentatoren, pastors en NVSH-medewerkers te vinden die nu bij nader inzien alles even prachtig zijn gaan vinden. Pedofielen zijn eigenlijk superpedagogen, het zijn modelvaders- en moeders. De pedofilie is mooi, is teder, is goedbedoelend. [...]

En in een radioprogramma over pedofilie meldt iemand: "...omdat hij dingen met je doet waar je vader geen tijd voor heeft. Volwassenen hebben 't te druk met andere volwassenen en met hun werk. Een kind vraagt niet in de eerste plaats sex, 't wil graag..ja.. serieus genomen worden. Thuis kun je nergens over praten, ik zocht toen gewoon wat aandacht." Kinderemancipatie dus. Opdat volwassenen wat meer naar kinderen durven kijken en ze hun eigen onbevangenheid niet helemaal verloochenen. Opdat - want dat is natuurlijk ook de consequentie - pedofielen zich zelf niet zo nadrukkelijk in dat ene hokje stoppen, maar de grenzen wat meer vervagen. Misschien schrikken we dan in '81 niet meer zo van wat [Jac.] Van Hattum in '61 dichtte: Ik hield wellicht van allebei / en ken ook niet het minst berouw; / vaak sliep je jongste zoon bij mij, / maar vaker sliep ik toch bij jou.

bron: Artikel 'Pedo' door Jan van Vlodrop; NRC Handelsblad; 16 augustus 1980