RAI congres - De bezem door de leeftijdsgrenzen

From Brongersma
Revision as of 22:58, 14 December 2016 by Admin (talk | contribs) (Created page with "'''Door: Dr. Edward Brongersma''' Dames en heren,<br> <br> Toen in 1813 de Fransen uit ons land wegtrokken, lieten ze ons een wetboek van strafrecht als...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

Door: Dr. Edward Brongersma

Dames en heren,

Toen in 1813 de Fransen uit ons land wegtrokken, lieten ze ons een wetboek van strafrecht als erfenis na, waarin voor seksuele handelingen met kinderen geen enkele leeftijdsgrens was bepaald. Alles mocht, zowel heteroseksueel als homoseksueel, als er maar geen geweld werd gebruikt. Dat is pas in 1886 veranderd.

In 1886 werd ons tegenwoordige wetboek van strafrecht ingevoerd, dat was gemaakt in 1881 en dit bracht dan de leeftijdsgrens van 16 jaar, die we nu nog hebben. Er was helemaal geen chaos ontstaan in de voorafgaande jaren; er blijkt uit niets dat die vrijheid tot chaotische toestanden had geleid. Daar wordt ook geen woord over gezegd bij de behandeling van dat wetboek van strafrecht in de Tweede Kamer. Maar wat was het geval? Men was tor de ontdekking gekomen dat landen als België, Duitsland en nu ook Frankrijk wel een leeftijdsgrens in de wet hadden bepaald en onze vaderen wilden Nederland opstuwen in de vaart der volkeren: Nederland mocht niet achterblijven en dus kreeg Nederland ook een leeftijdsgrens. De regering, die wel eens wijzer is dan de Kamer, vond 14 jaar voldoende, maar de Tweede Kamer heeft daar toen helaas 16 van gemaakt. Heel veel is er niet over gepraat, het schijnt dat iedereen het als min of meer vanzelfsprekend beschouwde. En we hebben ook niet zoveel verklaring nodig, als we nagaan hoe in de geschiedenis onze maatschappij zich had ontwikkeld, om te begrijpen dat het eigenlijk voor de mensen van toen wel als iets vanzelfsprekends kwam. Want wat was er allemaal gebeurd? Net zoals in andere culturen - meneer Wafelbakker heeft vanmorgen terecht gezegd: het is zo belangrijk te kijken wat er allemaal in andere culturen gebeurt - net zoals in andere culturen was ook bij ons vroeger het kind gezien als een compleet seksueel wezen. De betreurde Jos van Ussel heeft in zijn laatste boek 'Intimiteit' zo aardig gezegd, dat kinderen altijd geslachtsrijp zijn. Maar ze worden pas op een gegeven leeftijd voortplantingsrijp. Geslachtsrijp, dus in staat en bereid tot seksuele contacten, tot sensuele contacten, tot erotische contacten, zijn ze van hun geboorte af aan. Nog in de middeleeuwen vond men dat, zeker nadat die voortplantingsrijpheids was ingetreden, de kinderen dan ook aan seksueel verkeer moesten deelnemen. Men was er zelfs van overtuigd, dat het zowel voor jongens als voor meisjes, bijzonder schadelijk was wanneer ze dat niet deden. Het was immers tegennatuurlijk, rechtstreeks tegen de gewone natuur van het beestje in. Maar vrienden, we leven gelukkig niet meer in de middeleeuwen, we leven in een moderne tijd, we hebben alle zegeningen van de techniek gekregen met wat er aan vastzit en zit nogal wat aan vast. Je moet er natuurlijk wat voor over hebben, dat we het zo heerlijk ver hebben gebracht. We moeten het er o.a. voor over hebben, dat mensen een heel veel lagere opleiding behoeven voor ze hun plaats in de samenleving kunnen innemen, voor ze in staat zijn de kost voor zichzelf en voor hun gezin te verdienen. Dus is de huwelijksleeftijd steeds hoger geworden. Huwelijken, zoals ze vroeger bestonden, van 14-, 15-jarigen - en helemaal niet uitzonderlijk waren - werden uitgesloten door de hele ontwikkeling van de samenleving. Bovendien zat men met bevolkingsproblemen, met overbevolking enfin, alle ideeën van malthusianisme en dergelijke kwamen op en het was heel duidelijk, dat in die moderne maatschappij de seksualiteit van jongeren eenvoudig maatschappelijk onbruikbaar was.

Ja, wat doe je met iets dat maatschappelijk onbruikbaar is? Dat schaf je af. Dus werd de seksualiteit van jongeren afgeschaft. Zij was slecht. Zij was zondig. En van een welopgevoed kind werd terecht gezegd: dat had helemaal geen seksualiteit. Welnu, als een kind helemaal geen seksualiteit heeft, dan is het natuurlijk verschrikkelijk schadelijk en slecht om zo'n kind met seksualiteit in contact te brengen. Dat is schadelijk en omdat het schadelijk is moeten de kinderen ertegen worden beschermd. Vandaar die beschermde leeftijd in de wet. Dat vond iedereen eigenlijk erg duidelijk. En volwassenen die de euvele moed hadden daarop inbreuk te maken? Nou, dat waren eenvoudig schandelijke individuen, die hadden zich vergrepen aan dat kind, die hadden een kind opgeofferd aan hun lusten, die beroofden 't van z'n onschuld, die wekten driften waar het kind nog niet aan toe was en die maakten misbruik van de weerloosheid van het kind, van zijn onervarenheid; ze verknoeiden het kind, ze beschadigden het kind, ze traumatiseerden 't kind. Dat wist iedereen zeker. Het werd door gezaghebbende auteurs geschreven, 't werd herhaald, 't werd nagezegd, 't werd nageschreven. 't Was voor iedereen duidelijk, 't was vanzelfsprekend. En er was een hele prettige, rustige toestand op die manier ontstaan.

Maar nu is het vervelende, dat je altijd idioten krijgt, die op een gegeven moment, terwijl de dingen rustig en vast en zeker liggen, toch weer gaan vragen: is het eigenlijk wel waar? Je hebt altijd mensen, die alles weer beter moeten weten. Die zelfs de meest vanzelfsprekende zaken, zoals deze, op een gegeven moment gaan onderzoeken. En zo is men dus ook gaan onderzoeken wat er met kinderen gebeurde, die seksuele contacten met volwassenen hadden gehad. De ellende is begonnen met Augusta Rasmussen in Noorwegen in 1934. Landis heeft dit in de V.S. gedaan in 1954, Lempp heeft dit in Duitsland gedaan in 1968. Lindy Burton heeft dit in Engeland gedaan in 1968. Frits Bernard heeft dit in Rotterdam gedaan in 1970. John Corstjens heeft dit in Nijmegen gedaan in 1975. Nu is het in de wetenschap een heel gek feit als mensen het eens worden met elkaar. Maar het wonderlijke is, dat al deze onderzoekers nu unaniem tot de conclusie kwamen, dat er helemaal niks bleek van die verschrikkelijke gevolgen voor het kind als het zulke seksuele contacten met een volwassene had gehad.

Ik zou, want het is toch goed hier ook eens een ander geluid te laten horen, willen zeggen dat dit een ondermijning is van onze maatschappij, waartegen ernstig moet worden gewaarschuwd. Laten we maar eens bedenken wat er is gebeurd met de masturbatie. Vroeger wist men met absolute zekerheid dat die niet alleen doodzonde was en dat het verschrikkelijk slecht was, maar ook dat je daar ruggemergtering van kreeg. Dat was absoluut zeker; alle geestelijken wisten dat, alle dokters wisten dat en zo was er een hele rustige en plezierige toestand ontstaan.

Tegenwoordig is er een verschrikkelijk verval ingetreden; masturbatie wordt nota bene goed gepraat door sommige mensen en de jeugd geeft er zich maar ongebreideld aan over. Ik las dat er zelfs laatst in Duitsland in een schoolkrantje werd aangeraden om het veel te doen. Stel je eens voor! Vroeger had je nog wel eens een jongen die zelfmoord pleegde, omdat hij dacht dat hij zich nu zelf volkomen te gronde had gericht. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om! De boel vervalt ontzettend snel en hard. Zo worden werkelijk alle zekerheden ondermijnd en ik wou daar een krachtig woord van protest tegen laten horen. 't Kind, dames en heren, moet beschermd worden tegen dergelijke theorieën. 't Is toch al zo weerloos. 't Is waar, wij volwassenen dringen aan de kinderen van allerlei dingen op. We dringen ze de kleding op, we dringen ze mode op, we dringen ze hun eetgewoonten op, we dringen ze 't onderwijs in allerlei vakken op, we dringen ze omgangsvormen op, spelregels voor hun spelletjes, we dringen ze lichaamsoefeningen op, we leren ze keurig netjes standsbesef: met wie je wel moet omgaan, met wie je niet moet omgaan; we leren ze fatsoenlijke taal te gebruiken, we leren ze wat goed en slecht is, we leren ze wat mooi en lelijk is, we maken ze tot socialisten, liberalen of CDA-ers en we maken ze tot katholieken of remonstranten of gereformeerden of wat al niet. Laten we nu toch eens op één punt een uitzondering maken, laten we dan ten minste een halt houden voor de seksualiteit! Op al die andere punten worden kinderen misschien voor hun leven getekend, gevormd en vervormd door volwassenen. Laten we dat nu eens niet doen met de seksualiteit. 't Zou immers te gek zijn als we datzelfde ook met de seksualiteit deden. Want is het niet waar? Seksualiteit is iets volkomen aparts, dat moet je helemaal apart zetten, dat is iets totaal anders dan al deze dingen die ik u hier heb genoemd. Laten we een halt roepen en laten we zeggen: seksualiteit moet je reserveren voor de volwassenen. En als volwassenen zich met een kind inlaten, dan moeten die daar maar voor gestraft worden. Want seksualiteit is iets heel aparts. Daar is ook iets volkomen anders mee dan met alle andere dingen. Met seksualiteit is het namelijk zo, dat je 't ineens goed kunt. U weet, bij dieren is dat anders. Die moeten dat leren. Als je een dier isoleert en het niet met soortgenoten laat omgaan, dan is zo'n dier, als het volwassen is geworden, niet meer tot seksuele contacten in staat. Een dier moet zich oefenen. Maar wij mensen zijn toch verre boven 't dier verheven, nietwaar? Bij een dier gaat het niet zonder seksuele opvoeding. Maar het is juist het feit, dat de mens zo hoog boven het dier staat, dat hem onderscheidt. Bij de mens ligt het daarom met seksualiteit ook helemaal anders dan met andere dingen. We weten: met alles wat je moet gaan doen begint dat bij iedereen met gekluns, dat begint met zoeken en met falen. Lopen kun je maar niet ineens, dat moet je leren met vallen en opstaan. Piano spelen, nou ja, hoeveel keren sla je valse tonen aan? Maar het is juist het geweldige van de sex, dat dit ineens perfect kan in de huwelijksnacht. Is dat niet wonderbaar?

Ik zou zeggen: ook om andere redenen is de pedofiel een gevaarlijk wezen, want een kind kan toch immers helemaal niet beslissen wat het plezierig vindt of wat het niet plezierig vindt. Kijk eens, dat weet het wel als het om eten en drinken gaat; dan weet het wel wat lekker is en wat prettig. Een kind weet ook wel waar het plezier in heeft; het weet ook wel wie het aardig vindt, wat 't voor vriendjes heeft en wat het geen aardige vriendjes vindt; een kind weet over het algemeen heel best waar het zin in heeft. 't Is heel goed als Jantje leert om tante Louise te kussen, al heeft ze een snor en een wrat op haar neus. Heeft Jantje er helemaal geen zin in, dan veegt ie zijn mond erna vies af. Maar het is heel verkeerd als Jantje (of Marietjes, zeg ik nu om de discriminatie uit te bannen) als Jantje of Marietje zo maar een vreemde aardig zou vinden en die zo maar zou zoenen uit tederheid, omdat hij of zij dat nou leuk vindt. Of nog erger: door zo iemand gestreeld zou willen worden. Want dat is seksualiteit en zo'n kind kan toch immers helemaal niet weten wat het wil op dat gebied of wat het in dat opzicht prettig vindt? Een kind is onschuldig, want een kind heeft nog helemaal geen weet van sex. Sex is toch immers schuldig? Het is toch immers vies en slecht en zondig. We moeten dat maar voorbehouden aan volwassenen en we moeten het voor kinderen tot taboe verklaren. Kijk eens, wij volwassenen kunnen dat nou plezierig vinden, we kunnen ernaar verlangen en we kunnen soms zelfs zeggen dat we het nodig hebben, dat het een verlossing is uit eenzaamheid, dat het een contact geeft, dat intimiteit zo iets verschrikkelijks fijns is, dat tederheid en affectie allemaal prachtige dingen zijn. Maar ik zou zeggen: laten we de kinderen daar toch buiten houden. Dat is toch logisch? Of niet soms?

't Is toch zo uitstekend als kinderen leren zich eens iets te ontzeggen. Want anders worden het nooit flinke mensen, nietwaar? En wat kun je beter noemen om ze te ontzeggen dan nou juist die seksualiteit, die tederheid, dat intieme contact. Want, daar zijn ze toch immers nog helemaal niet aan toe? In Nederland zijn er nota bene organisaties, die houden zich bezig met de jeugd en die willen nu plotseling allemaal dat die leeftijdsgrens in de wet lager zou moeten worden, die zou weg moeten. De bezem willen ze er doorhalen. Ik noem bijv. de Katholieke Jeugdraad voor Nederland, het Protestants Verbond voor Kinderbescherming, het Algemeen Verbond voor Kinderbescherming, de Nederlandse Jeugdgemeenschap en nu ook nota bene het Nationaal Centrum voor Geestelijke Volksgezondheid in dat rapport dat dan vandaag voor ons ligt. 't Zijn allemaal organisaties die heel veel met de jeugd te maken hebben, ze weten misschien heel veel van de jeugd af en ik heb dus verschrikkelijk zitten zoeken: hoe kan het nu in hemelsnaam bestaan dat die allemaal die leeftijdsgrenzen uit de wet weg willen hebben of lager willen hebben? Ik kan er maar één verklaring voor vinden, namelijk dat dit uiterst reactionaire organisaties zijn; ze willen immers terug naar de toestand van vóór 1886, ze willen terug naar onze overgrootouders. Dat is de enige verklaring die ik voor dit wonderlijk optreden van deze organisaties kan vinden. Maar laten we toch wel terdege beseffen, waar al dit verderf toe moet leiden. Vrienden, we leven in een keiharde wereld, we leven in een wereld van concurrentie en competitie; we moeten werken met onze ellebogen en we moeten desnoods over lijken leren gaan, willen we vooruitkomen in de maatschappij. En daarom is het goed als kinderen al van jongs af aan geconfronteerd worden met geweld; dat ze stripverhalen hebben, dat ze op de televisie kijken, dat ze in films zien hoe mensen mishandeld en afgeslacht en gefolterd worden. Maar laat ze niet kijken naar wat mensen in liefde en tederheid met elkaar doen. Dat is pornografie, dat mag niet, dat is verschrikkelijk verkeerd. Terecht zegt ons wetboek van strafrecht het zo mooi in artikel 451bis (waarin een leeftijdsgrens staat van zelfs 18 jaar) in de grote wijsheid van de wetgever: dat uit handen van een minderjarige onder de leeftijd van 18 jaar alles gehouden moet worden wat geschikt zou zijn "om de zinnelijkheid van de jeugd te prikkelen". Kijk eens, je kunt een jongen best leren boksen, daar is niets tegen, maar laat hem niet leren hoe je iemand strelen moet. In het Duitse tijdschrift Betrefft Erziehung heeft eens een heel mooi plaatje gestaan. Je ziet eerst een man die een jongetje verschrikkelijk afranselt, zodat het kind zit te brullen en te huilen en dan staat eronder dat die man daarvoor één maand gevangenisstraf krijgt, voorwaardelijk. En eronder zie je een man, die een meisje op z'n schoot heeft en haar streelt over haar beentjes en daaronder staat: vijf maanden onvoorwaardelijk. Dat is juist, zo is onze maatschappij. Dat is ook goed. Want het is heel erg belangrijk dat we onze kinderen harden en tot flinke sterke mensen opvoeden.

Ik heb een tijdje geleden via het Departement van Defensie een tijdschrift in handen gekregen, waarvan je niet zou verwachten dat het wijsheden op dit gebied zou verkondigen, namelijk het bulletin van de Atomic Scientists, de atoomgeleerden. Een mijnheer James Prescott heeft daar in 1975 een artikel in geschreven, waarin hij het heeft over de samenhang tussen seksualiteit en geweld. Hij heeft een onderzoek ingesteld bij alle mogelijke culturen en beschavingen in deze wereld. En hij is tot de conclusie gekomen dat het onthouden van lichamelijk genot, het onthouden van lichamelijke tederheid de voornaamste bron is van agressiviteit en geweld in de wereld. Hij heeft ontdekt dat in die culturen, waar kinderen veel lichamelijk gekoesterd worden en waar aan kinderen een grote vrijheid op het gebied van de seksualiteit wordt gelaten, dat daar weinig diefstal voorkomt, weinig moord en doodslag, weinig slavernij of exploitatie van de mens, weinig verminken en en folteren van de gevangen vijand. En nu vraag ik u, moeten we daaruit niet de juiste conclusies trekken? Als wij de jeugd vrijer zouden laten op seksueel gebied, dan zal die jeugd minder hard en minder agressief worden. En waar blijven we dan als de Cubanen of de Russen hier komen? Laten we toch in hemelsnaam een stoere, krachtige, flink agressieve jeugd hebben. Nu zult u misschien zeggen: ja, als we die hebben, dan krijg je ook weer meer criminaliteit en dat is toch niet zo vreselijk plezierig. Maar ach, dat lost zichzelf wel op. Want als we een harde jeugd hebben, dan hebben we ook wel een harde politie, harde officieren van justitie en harde rechters. Die stoppen er dan wat meer en wat langer in de gevangenis. En het gevangenispersoneel moet toch ook leven? Er is al werkeloosheid genoeg!

We moeten dus de seksualiteit bij de kinderen met kracht bestrijden en strafbaar stellen. Weliswaar blijft het een naar feit: de wet kan met geen mogelijkheid verhinderen dat er seksuele contacten tussen volwassenen en kinderen plaatsvinden. Dat die zelfs heel veelvuldig plaatsvinden. Daar kan de wet nu eenmaal niets aan veranderen. Een Amerikaans geleerde heeft terecht eens gezegd, dat op geen enkel gebied de wet zo machteloos is als nu juist op het gebied van de zedelijkheid. Maar we moeten ons daarop toch niet blind staren. Ook al kan de wet die contacten niet tegenhouden, hij heeft toch wel een heel goed effect. Want de wet heeft dit effect, dat de contacten die toch plaatsvinden, nu stiekem moeten plaatsvinden en op een schuldige manier moeten plaatsvinden. Zo wordt het onmogelijk, dat er werkelijk een goede seksualiteit zou zijn, dat er een goede erotiek zou zijn, dat er een soort seksualiteit zou zijn die in te bedden is in de opvoeding en de vorming van het kind. Nee, als het nu ontdekt wordt, dan kan de politie ingrijpen. Dan zie je heel vaak dat zo'n kind zich nauwelijks herinnert wat er nu eigenlijk voor seksuele daden of erotische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden tussen dat kind en die volwassene, maar - en dat is nu juist zo uitstekend - het gebeurde wordt totaal ontluisterd en het kind wordt een heilzame schrik voor de politie bijgebracht. Zelfs aardige politiemensen kunnen het kind de stuipen op het lijf jagen op dit gebied. Dat wordt er dan goed ingehamerd en ik dacht dat dit voor de verdere vorming van onze maatschappij een groot voordeel en een groot goed was. Het kind weet nu voortaan dat seksualiteit zondig en misdadig en vies en slecht is. dit blijft zo, als wij die leeftijdsgrenzen nu maar behouden. Dan krijgen we ook de echte geharde zakenmensen die we nodig hebben voor de concurrentie en de competitie; de koude, contactarme, agressieve mensen, die onze maatschappij tot het paradijs hebben gemaakt, dat ze op het ogenblik is. Denkt u daar nu maar eens heel goed over na!

bron: Artikel 'De bezem door de leeftijdsgrenzen' door Dr. Edward Brongersma; Congresbundel Pedofilie & Samenleving; Uitgave NVSH-LWP 1977; RAI Amsterdam; 19 maart 1977