Reizen om te leren?

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Door: Jos

Vanuit een 'inside'-zicht op de situatie van pedofielen in de Belgische gevangenissen, lijkt het me voor de buitenwereld verhelderend een ooggetuigenverslag te lezen. De beschreven situatie heeft zich kortgeleden voorgedaan. Het gaat hier over een gevangenentransport tussen twee inrichtingen. De gewoonte is dat gevangenen, geboeid, in een versterkte bus vervoerd worden. Dit soort bussen is voorzien van een centrale ruimte, die door tralies of gaas is afgescheiden van een ruimte waar zich de bewaking bevindt. Het geheel is dan nog eens afgescheiden van het bestuurderscompartiment, met een metalen wand, voorzien van een klein venstertje. De centrale ruimte is dan weer onderverdeeld in een hoofdruimte, en één of twee 'kooien' , waarin men één individu van de rest kan scheiden. Ze zien mekaar dan wel (en kunnen naar hartenlust schelden), maar ze kunnen mekaar niet fysiek raken. De begeleiding van gedetineerden tijdens dit vervoer, wordt meestal gedaan door leden van de Federale Politie, soms bijgestaan door gevangenisbewakers. Voor veel 'gewone' gevangenen is zulk transport het uitgelezen moment om aan pedo-rammen te doen, onder het -dikwijls oogluikend- toezicht van agenten. Wat je verderop te lezen krijgt is een brief, geschreven door een gevangene, (géén seksueel-veroordeelde) die getuige was van de beschreven feiten, en aan de persoon in kwestie wilde laten merken dat hij niet achter het gebeurde stond, en desgewenst zijn getuigenis wilde aanbieden. Uiteraard zijn de betreffende namen niet herkenbaar weergegeven, om voor de hand liggende redenen.

Ik wil er verder nog wel op wijzen dat het hier over een uitgelichte situatie gaat, die enerzijds véél voorkomt, maar aan de andere kant moet ik eraan toevoegen dat ik persoonlijk (nog) weinig dergelijke ervaringen heb opgedaan. Ik ben 'gehuisvest' in Leuven Centraal, en -binnen redelijke grenzen- wordt hier door de directie en een groot deel van het personeel correct opgetreden. Hierdoor gebeuren er binnen deze instelling, in tegenstelling tot de meeste andere 'huizen van bewaring' betrekkelijk weinig van dergelijke calamiteiten. Volgt nu een kopie van de brief, zoals die door de 'observator' is opgemaakt:



Leuven, vrijdag 29 maart 2002, 17:00

Dag Guido,

Ondergetekende was getuige van je kruisweg op goede vrijdag l.l. Goed, ik had, en kon, méér gedaan hebben... Even opfrissen: We zaten beiden op het Medisch Centrum 32 in het PCB, en hadden wat vluchtig contact, zonder over een echte band te kunnen spreken. Dat veranderde reeds bij -en na- het omkleden, waar ik kon vaststellen dat X insinuaties maakte en je reeds vernederde (wegens je rapport tegen een Albanees). Ik sloot me zo goed als het ging bij je aan, en probeerde zo de opkomende storm wat te bedaren. Eens in de transfertwagen, ging het helemaal mis. Doordat je achter mij zat, kon ik elk woord verstaan en de fysieke en urendurende marteling volgen. Het vragen hoe Iaat het wel was - je uurwerk, geschonken door je moeder moest je afgeven om slagen te voorkomen. Men had het op je mooie kledij en dito schoenen voorzien. X vroeg je schoenmaat, en waren we op dat ogenblik niet in Gent aangekomen, was je zeker verplicht geweest ze te ruilen voor de versleten basketschoenen van X. Tussen ons beiden hoef ik hier verder niet in detail te treden. Het was een non-stop verhoor en vernedering, waaraan de hele bende (een 8 à 9 gedetineerden) participeerde. Goed, ik kwam niet tussenbeide (ook zij die geen steen gooiden, zijn schuldig...), het was een kwestie van overleven, zowel voor jou als voor mij. Wat ik wèl deed was de federale politie, in hun opdracht van begeleiding, in kennis stellen van het gebeuren, zodra we in Gent aankwamen. Letterlijk vroeg ik hen dit niet toe te laten, en maatregelen te treffen om erger te voorkomen. De voortdurende provocaties hadden de toestand totaal verpest.

Desondanks werd je niet gescheiden van de anderen, en hield de federale politie zich afstandig in de gang, ver van de meute. We werden met de hele groep in de bezoekzaal geplaatst. Daar was een verhoging voorzien van een lessenaar mét alarmknop, voor een bewaker die daar waarschijnlijk tijdens het bezoek zit. Nu echter vond men het onnodig daar iemand te plaatsen. De nodige provocatie belette je vervolgens je eten af te halen. Een zielig hoopje mens zat te wachten op wat nog komen zou. De allochtonen gaven de toon aan. (Y, de man met de baard, X, en een viertal anderen.)

Mij verwonderde het dat men alle etensresten zorgvuldig op een grote schotel verzamelde (wat voor dit gezelschap géén gewoonte is) en in jouw nabijheid op tafel zette. De bedoeling was me duidelijk: het voorziene afruimtablet werd speciaal voorbijgegaan. Y wierp de ganse troep over je hoofd en je kledij, waarop je in wenen uitbarstte. Toen pas kwamen een vijf- à zestal agenten van de federale politie opdagen. Er werd een show opgevoerd: Wie zou het gedaan hebben? Jijzelf besloot wijselijk -en met reden- de dader niet te noemen. (Is dit een paasverhaal?)

Ik vroeg gelegenheid om te gaan plassen, en eens buiten de ruimte, maakte ik een bewaker nogmaals attent op het gebeuren, met de vraag je te isoleren van de anderen. Toen we terug moesten instappen probeerde jij als laatste te gaan, om te trachten uit hun handen te blijven. Ondanks het feit dat de wagen voorzien was van de nodige infrastructuur om personen van de anderen te scheiden, verplichtte de politieagente je, tussen de wachtende beulen plaats te nemen. Je beleefde verzoek te mogen gaan zitten op de twee vrijgebleven -veiliger- plaatsen werd je geweigerd. Ondertussen waren de kreten 'pedo' en 'kinderverkrachter' niet van de lucht. Onze twee vrouwelijke agenten doken veilig weg in hun respectievelijke hoeken, en hadden het zeer druk met weekbladen in te kijken... Op voorhand had men de violen goed gestemd, door aan beiden te vragen 'wat ze ervan zouden denken als deze vuile pedo hún kinderkes zou misbruiken.'

Even vòòr het vertrek -toen de motor reeds draaide- werd ik terug naar buiten geroepen. De andere begeleidende bewaker van onze wagen wilde, samen met een vijftal agenten, klaarheid inzake het 'ontvreemde' polshorloge. Daarop diende iedereen uit te stappen, en werden allen gefouilleerd (op de wijze van de federale politie). Er werd niets gevonden (aanstekers, sigaretten en drugs vind men òòk niet in een slip...). De grote vertraging hitste de gemoederen nog verderop. Als laatste moest jij instappen, met nu wél de veilige scheiding van een bank, en wat dichter bij de agenten, ondanks het 'vriendelijk' plaatsmaken van de andere gedetineerden tussen hen in, en de uitnodiging 'Guido, kom hier maar tussen ons zitten...". De oudere bewaker kwam, nadat iedereen terug plaats had genomen, zeggen dat jij géén pedo was, en voor oplichterij zat.

Tijdens onze gesprekken vóór het vertrek had je me op het verkeerde been gezet: je zei me in Leuven Centraal te zijn opgesloten. Bij aankomst in de hulpgevangenis in Leuven moest je, samen met X en anderen de wagen verlaten en was ik niet meer in de gelegenheid je mijn steun, en eventueel getuigenis aan te bieden. In een dergelijke toestand of klimaat is het zelfs maar de vraag of je stappen mag/kan ondernemen en je geen professionele hulp nodig hebt, om niet in nog erger toestanden te verzeilen. Guido, met in permanente schaduw, X, zal moeten zwijgen, en 24u/24 in de cel blijven... Y, verblijvend in Leuven-Centraal, in een afzonderingsvleugel, kwam van een zitting in het gerechtshof te Oudenaarde. Hij had samen met twee anderen een mede-gedetineerde afgetuigd met een steen in een kous. Andere gedetineerden waren in groep ervóór komen staan, zodat de bewaking 'niets' zag en dus ook niet tussenbeide kwam. Een krantenartikel, dat de gang van zaken blijkbaar bewierookte, werd trots door de betrokkene getoond, tot bijval van de omstaanders.

Zelfs mijn passieve houding was hen een doorn in het oog. (Wie niet mét ons is, is tegen ons...) Door zowel in Leuven als in Brugge regelmatig naar de wandeling te (durven) gaan, word ik enigszins ontzien. Ook het 'verkondigen' dat ik 25 jaar moet zitten, zorgt ervoor dat ik 'één van hen' ben: geen homo, noch pedo... Bij wijze van inlichting kan ik je nog zeggen dat ik te Vorst, in april '95, tussenbeide kwam in een afslachting van een gedetineerde, wat me 9 maanden psychiatrie (annex) opleverde, met verplichte medicatie. Dat was erg negatief voor mijn lopend vooronderzoek en opsluitingsklimaat. Overgeplaatst naar Sint-Gillis, werd ik in september '96 op de wandeling in elkaar geslagen door Marokkanen, als zijnde pedofiel... Ook toen zagen de bewakers 'niets'... Nochtans werden de drie daders dadelijk overgeplaatst en zag ik hen verder niet meer terug. In se is dat geen oplossing: de tam-tams in deze jungle doen hun werk...

Nog wat raad :

  • draag géén horloge, sieraden, of wat dan ook;
  • draag géén mooie burgerkledij op transfer, om beschadiging te voorkomen;
  • roep bij het eerste verwijt of handtastelijkheid de politie of de bewakers erbij, en eis een veilige plaats op.
  • in voorarrest is het van cruciaal belang dat iedereen, met nadruk op pedofielen, incest-beschuldigden en homo's, zoveel mogelijk bezoek krijgt, indien mogelijk, uiteraard. Dit blijft van belang in verband met een latere Voorwaardelijke Invrijheidsstelling.

Besluit: als God een met ons meelijdende figuur is, heeft hij op Goede Vrijdag I.1. héél erg geleden, en is niet tussenbeide gekomen...

"Men heeft het recht zich te verzetten tegen onrecht: Men heeft het recht kwaad te worden, doch men heeft niet het recht kwaad te doen." (Socrates)

Ik wil nog even uitdrukkelijk de schrijver van bovenstaande brief feliciteren, met deze moedige en correcte stellingname. Je moet maar zelf in een penibele situatie zitten, en dan, -ondanks alles- toch nog oog hebben voor de miserie waarin iemand anders gestort wordt...

bron: Artikel 'Reizen om te leren?' door Jos; OK Magazine, nummer 82; november 2002