Toen Jonathan stierf - Tony Duvert

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Door: E. Brongersma

De oudere boeken van de Franse schrijver Tony Duvert eisen erg veel van de lezer: de volgorde van de gebeurtenissen in de tijd wordt dooreengehutseld, zonder waarschuwing wisselen werkelijkheid en droom of hallucinatie met elkaar af, enz. Geleidelijk aan keerde hij terug tot meer gebruikelijke werkwijzen en werden zijn boeken toegankelijker. Tegelijkertijd werd een andere ontwikkeling zichtbaar. Naarmate de schrijver zijn eigen geslachtelijke voorkeur voor jongens beter leerde aanvaarden, nam de rol van wreedheid en bloed af. In het begin overheersten die alles, maar hun betekenis werd steeds minder en liep terug tot het onvermijdelijke.

Maar één punt bleef altijd centraal in zijn werk: jongens. In zijn prachtig essay "L'enfant au masculin" heeft hij van zichzelf gezegd, dat ieder die zou trachten hem te beschrijven zonder melding te maken van zijn liefde voor jongens, een volkomen vals beeld zou tekenen. Jongens vervullen zijn gevoelsleven en zijn denken. Seks met een jongen is niets sensationeels: het is de natuurlijkste zaak ter wereld, zowel voor de man als voor de jongen. En ook afgezien van die vanzelfsprekende seks zijn jongens voor hem altijd de hoofdpersonen, waarbij de ouders afsteken door hun onbegrip voor de jeugd en door hun geestdodende burgelijkheid.

Als een hoogtepunt in Duvert's ontwikkeling staat daar: Quand mourut Jonathan" (Toen Jonathan stierf). Het aantal Nederlanders dat met gemak en plezier Franse romans leest is helaas slinkend. Daarom is de goede Duitse vertaling die Roza Winkel Verlag in Berlijn nu op de markt brengt, met vreugde te begroeten. Zij kan het lezerstal van dit prachtige boek vergroten.

De schilder Jonathan is uit een ander land naar Frankrijk gekomen. Hij leert er de ouders van Serge kennen. De vader, die niet in het kind geïnteresseerd is, en de gemakzuchtige, ijdele moeder vertrouwen het 8-jarige jochie aan de vrijgezel toe als hun dit zo uitkomt. Ergens in een dorp heeft Jonathan zijn huisje en tussen het ongelijke paar groeit een wonderlijke intimiteit, vanzelfsprekend ook lichamelijk. Serge vindt voor het eerst iemand die met hem op zijn eigen niveau kan denken en praten. Hij hecht zich aan Jonathan, maar die beziet hun hele verhouding met grote wijsheid en nuchterheid. Hij beseft dat straks, als Serge's moeder hem komt halen, het kind gewillig mee zal gaan en Jonathan spoedig weer zal vergeten. "Zo zat de wereld nu eenmaal in elkaar. Onherroepelijk zou die Serge overmeesteren en hem in dat soort man veranderen waarvan er al zoveel zijn; het soort waar Jonathan eens voor op de vlucht geslagen was. Alles, alle verleidingen, alle machten zouden Serge dwingen zijn eigen wezen te verraden, en dit zonder spijt. In laatste instantie zou de vijand niet opdoemen in de gedaante van monsters, karikaturen, klootzakken, ouders en rechters; hij zou in het kind zelf huizen. Noch Serge, noch Jonathan konden daar iets aan doen."

Het is die afschuwelijke verwoesting van het kind op weg naar de volwassenheid. De Oostenrijkse dichter Hugo von Hofmannstahl kijkt, volwassen man, in een spiegel en ziet het bleke gezicht van een moordenaar: ik heb de goede jongen, die ik eenmaal was, vermoord! En wie series foto's kent van de hele ontwikkeling van een jongen, van het stralende, spontane, grootogige kind, één en al schoonheid, tot een saaie, nette, beheerste jongeman, krijgt de tranen in zijn ogen. Wat verwoest de natuur al niet in haar meedogenloos voortschrijden! Een paar jaar maar, en dan is de bloei voorbij!

Barbara, Serge's moeder, komt op een dag, onaangekondigd, en neemt haar zoontje mee. Jonathan krijgt achteraf een brief van haar, waarin ze hem vertelt dat Serge het niet prettig bij hem gevonden heeft.
Dat stoot hem in nog dieper eenzaamheid terug. Is het waar? Jonathan grijpt naar de drank. Zijn tekeningen verraden zijn ellende. Er komen veel lijken in voor, veel sadistische scènes. Een tijd lang blijkt dit de verkoop te vergroten. Hij verdient goed.
Maar dan kan hij plotseling niet verder. Hij doet akelige, wanstaltige pogingen tot seksueel kontakt met kleine jongetjes die ergens spelen.
Twee jaar gaan zo voorbij. Dan schrijft Serge's vader, die tot dusver met Barbara samenwoonde, dat ze gaan trouwen en een huwelijksreis willen maken. "Serge houdt van je. Mag hij die tijd weer bij jou zijn?" Jonathan is bang een heel sterk veranderde jongen te zullen vinden, maar weigert niet.

Serge, nu tien jaar, komt en van het begin af is hij het die seksuele intimiteiten zoekt en deze steeds dieper maakt. Maar hij is eerst wel vol verwijt: "Waarom heb je in die twee jaar nooit iets van je laten horen? Ik verlangde naar je!" Als Jonathan hem van Barbara's brief vertelt krijgt de jongen een onstilbare huilbui. Wat heeft zijn moeder hem gemeen bedrogen: hem had ze verteld dat Jonathan hem lastig en vervelend gevonden had!

Op een band aaneengeplakte vellen, tientallen meters lang, heeft Serge een eindeloze tekeningserie gemaakt, die hij geleidelijk aan ontrolt en uitlegt met een verrukkelijke fantasie. Jonathan en hij leven in een paradijs, naar geest en lichaam. Ze denken maar liever niet aan de slag die onvermijdelijk komen moet. Na twee heerlijke maanden ligt daar op een dag het telegram dat Serge terugroept naar Parijs.

Om nieuwe intriges van Barbara te verijdelen zweren ze samen, hoe Jonathan met Serge, hoe Serge met Jonathan in verbinding kan blijven achter haar rug om. Maar wat vermag een tienjarig jongetje tegen de over hem gestelde machten?
Als Barbara en haar man voor een paar weken naar Londen moeten, hoort Serge, door de dunne wand die zijn slaapkamer van de hunne scheidt, het gesprek van zijn ouders. Zijn vader is voor een nieuw verblijf bij Jonathan, maar zijn moeder is rabiaat tegen: sinds hij bij Jonathan was is Serge onvriendelijk tegenover haar; Jonathan maakt hem eigenwijs en zelfstandig. Nee, hij moet maar naar zijn grootmoeder.

De lezer moet zelf maar zien, hoe Duvert het verhaal tot een einde voert. Maar ik ben zeker dat voor velen die van kleine jongens houden, dit boek onvergetelijk zal blijven, een meesterwerk.

Tony Duvert: "Als Jonathan starb", Roman
Uitgeverij: Verlag Rosa Winkel, Berlin.

bron: Boekrecensie < "Toen Jonathan stierf" > door Edward Brongersma; Martijn, nummer 25; december 1984 t/m januari 1985