De zaak Cees B.

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

"Uit de verklaring van J.H. van der L. [vader van de jongen M.], zoals opgenomen in het door hem als politie-ambtenaar op 12 juli 2000 opgemaakte proces-verbaal van politie, alsmede uit diens verklaring, zoals op 10 mei 2001 tegenover de rechter-commissaris afgelegd, blijkt voorts dat zijn zoon M. op 12 juli 2000 vorenbedoelde onbekende man weer was tegengekomen, dat M. hem die man toen had aangewezen, dat hij die man vervolgens had aangesproken, dat die man hem toen had opgegeven [naam verdachte: Cees B.] te zijn en dat deze bekend had dat hij op 30 mei 1999 M. op de Lepelaarsingel te Vlaardingen achterna was gefietst en hem had gevraagd of hij ƒ 50,- wilde verdienen door hem af te trekken." [...]

"Het hof heeft in zijn tussenbeslissing van 21 december 2001 verzoek 4 d.d. 7-12-2001 gehonoreerd en aan het NFI is opgedragen -zakelijk weergegeven- de DNA-mengprofielen van het nagelvuil van N.K. en op de wreef van haar linkerlaars te vergelijken met de DNA-profielen in de profielenregistratie. Blijkens de conclusie van het rapport d.d. 7-2-2002 van de vaste gerechtelijke deskundige drs A.D. Kl. heeft de vergelijking plaats gevonden met de profielen-registratie d.d. 17-1-2002 en is geen overeenkomstig profiel gevonden."

bron: zoeken.rechtspraak.nl/zoeken/dtluitspraak.asp?searchtype=ljn&ljn=AE0013&u_ljn=AE0013; Datum uitspraak: 8 maart 2002