Annemarie Grewel over homoseksuele ministers

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

[Interviewer:] Vindt u dat een minister in dit kabinet, stel dat die nou homoseksueel of lesbisch zou zijn, dat die daar voor uit moet komen? [Annemarie Grewel (PvdA):] Ja.

[interviewer:] Zou dat kunnen? [Grewel:] Ja.

[Interviewer:] Destijds toen die kwestie rond Ed Nijpels speelde - afgezien van het feit of die homoseksueel is, of was, of ooit iets gedaan heeft - kon dat blijkbaar niet. [Grewel:] Vond hij. Hij zei dat ie chantabel... of men zei... of hij zei dat ie chantabel zou zijn als ie er voor uit zou komen. Nou, en nu is ie burgemeester en nou gaat ie scheiden. [...]

Ik schrijf ook wel eens een column in de Gay Krant en als je het over outing hebt heeft de Gay Krant me wel eens gevraagd of ik niet de namen van bekende Nederlanders die er niet voor uitkomen wil publiceren en daar ben ik altijd heel dubbel over omdat ik eigenlijk vind dat je dat niet hoort te doen omdat mensen dat zelf moeten doen en wie ben ik dat ik zal gaan roepen... eh... ehh... [gelach in de zaal] staatssecretaris Koning die nu voorzitter is van de Rekenkamer is dus echt een homoseksueel en staatssecretaris Hermes was ook een homoseksueel; ik bedoel is het nog steeds maar is nu Kamerlid. En zo zijn er wel meer te noemen. Maar moeten die dat niet zelf in de openbaarheid brengen in plaats van dat ik dat doe. Ik zou er niet over denken om dat te doen. [Publiek lacht hard.]

Maar aan de andere kant vind ik dat zolang er mensen zijn in kleinere plaatsen in gereformeerde plaatsen, weet ik veel waar, die er niet voor uit kunnen komen omdat ze dan ontslagen worden; dat die er niet voor uit durven komen omdat ze dan persoonlijk leed wordt toegebracht, vind ik dat die mensen juist in die posities zoals ministers en staatssecretarissen en Kamerleden er absoluut voor uit moeten komen want het heeft een waanzinnige opluchtende voorbeeldfunctie.

[Interviewer:] Vindt u dat mevrouw Dales er voor uit zou moeten komen? [...] [Grewel:] Ik weet niet of die het ooit echt gedaan heb. [...] Ik weet wel dat ze vriendinnen heeft maar ik weet niet of ze het ooit doen. En zolang ik dat niet zeker weet zal ik over iemand niet zeggen dat ie het is. Maar van staatssecretaris Koning weet ik het wel.

[Interviewer:] Maar hoe weet u dat nou zeker, dat die het gedaan heeft? [Grewel:] Nou omdat ik hem ken en zijn vriend ook ken en dat kan niet missen. [Gelach.] En zo is Hans de Boer die nou secretaris-generaal op WVC is, die is ook nog een blauwe maandag minister van cultuur geweest; dat was in de eerste fase van de Wet Gelijke Behandeling en toen heeft ie nooit een bek open gedaan. Dat heb ik hem altijd heel erg kwalijk genomen. Toen werd ie burgemeester van Haarlemmerhupseflups en toen ging ie plotseling spreken over 'mijn huisgenoot'. Nou dan kan ik iemand wel dood meppen. En nou is hij secretaris-generaal op WVC en hij spreekt nog steeds over zijn huisgenoot. Maar als hij morgen minister is dan zweer ik je, houdt hij weer op met spreken over zijn huisgenoot. Dat haat ik.

bron: DVD 'Pluijm! - Theatertalkshows 1991-1994' door Cees van der Pluijm; Uitgave COC Nijmegen; Interview Grewel: 28 februari 1992