De echte Tadzio

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: John Stefan

(Thomas Manns 'Dood in Venetië' en de jongen die zijn inspiratiebron was)

Boekbespreking van 'The Real Tadzio', Gilbert Adair, 2001.

Inleiding

Sinds ik op mijn twintigste, in 1971, net als veel andere boylovers, werd gefascineerd door de film 'Dood in Venetië', die toen net uitkwam, ben ik op zoek gegaan naar achtergrondinformatie. Het was niet bepaald een publieksfilm. Voor de gemiddelde bioscoopbezoeker moet hij veel te traag, te saai en onbegrijpelijk zijn geweest. Maar bij een jongensminnaar als ik sloeg hij in als een bom. Het gelijknamige boek van Thomas Mann las ik daarna. 'Der Tod in Venedig' , dat voor het eerst verscheen in 1913, maakte op mij dezelfde betoverende indruk als de film. Ik ging er toen vanuit dat Mann geen homoseksueel was, omdat in het boek de relatie van Aschenbach met Tadzio sterk gesymboliseerd werd. De verhalen die vrienden van mij over Visconti vertelden ("hij is homo", "hij is pedo", "hij is bi") werden nergens bevestigd. Dus nam ik aan dat Visconti net als Mann zo'n grote mensenkennis had dat hij zelfs begreep wat een man en een jongen voor elkaar kunnen voelen. Pas veel later las ik dat Mann een getrouwde homo was en (als een van de grootste Duitse schrijvers) een gigantische reputatie had op te houden. Visconti heeft tot op de dag van vandaag nooit openlijk als homo- of biseksueel bekend gestaan. Meer kwam ik over de film niet te weten. Van Björn Andresen, het klassieke schoonheidsideaal, hoorde je niets meer. Hij woonde ook in het hoge noorden. In geen enkel tijdschrift zag je een foto van zijn uitzonderlijk knappe gezichtje dat ten prooi viel aan de tijd. Zo werd wat voor mij een van de beste films aller tijden was, omgeven door een waas van geheimzinnigheid en mystiek, terwijl over de meest ordinaire kaskrakers overal informatie te halen viel. Ja, bij de Slegte heb ik weleens een boek in het Engels over het werk van Visconti gevonden met daarin een (slechte!) recensie van DIV, maar wel met een prachtige still uit de film. En in een filmtijdschrift stond eens een klein artikeltje over de film 'Bluff stop' uit 1977, met Björn Andresen in de hoofdrol (de schrijver vond dat hij er qua schoonheid sterk op was achteruitgegaan). Later kreeg ik ook nog een autobiografie van Dirk Bogarde in handen en een biografie over Visconti met wat meer informatie over het productieproces van de film. Maar daar bleef het bij. Ik vroeg me zeker twintig jaar lang af wat er van Björn Andresen geworden was. Leefde hij nog? Was hij nog steeds acteur? Tenslotte was hij een van mijn lievelingsacteurs. Maar ik moest erin berusten dat geen enkele programmamaker bij de televisie het initiatief nam om aan de inmiddels historische film en zijn spelers aandacht te besteden. Björn Andresen was al net zo'n mysterie als zijn eens zo schone landgenote Greta Garbo.

In het jaar 2000 kreeg ik nieuwe hoop. Ik ontdekte op het internet een foto van Björn op oudere leeftijd (ongeveer 28 jaar), met lang haar en serieus kijkend. In zijn bio las ik dat hij getrouwd was, in 1983 een kind had verloren en tot 1989 nog zeker zes televisiefilms had gemaakt in Zweden. Eind 2001 werd er op de Duitse t.v. een serie over Thomas Mann vertoond, waarin te zien was dat hij in 1933 verliefd was geworden op de jonge, knappe Klaus Heuser, een liefde die beantwoord werd. In zijn dagboek schreef Mann dat deze vriendschap meer voor hem betekende dan zijn huwelijk en zijn gezin. Niet lang daarna vertoonde de BBC een documentaire over Dirk Bogarde met unieke beelden over het ontstaan van DIV en? met de 46-jarige Björn Andresen die onder meer vertelde dat hij destijds als jongen een hoop had moeten uitleggen vanwege de homo-erotische inhoud van de film. Alsof het allemaal nog niet genoeg was verscheen onlangs het boekje 'The real Tadzio' van Gilbert Adair, schrijver van 'Love and Death on Long Island' dat in 1996 is verfilmd en hetzelfde thema heeft als DIV.

Adzio Moes

Gilbert Adair is geen lezersvriendelijke schrijver. Net als Thomas Mann gebruikt hij liever moeilijke woorden dan makkelijke en zijn lange zinnen moet je twee keer overlezen om ze te begrijpen. Dat neemt niet weg dat wat hij schrijft zeer boeiend is. In mei 1911 had Thomas Mann last van hoofd-, maag- en kiespijn en besloot hij samen met zijn vrouw Katia en zijn broer Heinrich op vakantie te gaan naar een zonnig oord. Daar aangekomen, op het eiland Brioni voor de Dalmatische kust, bleek het weer koud en somber te zijn. Ze gingen op weg naar Venetië. In Pola stapten ze aan boord van een stoomboot waar ze geamuseerd naar een oude nicht met een geverfde snor en veel rouge op zijn wangen keken. Hij was in het gezelschap van een stel luidruchtige kantoorbedienden. Bij aankomst zetten de Manns hun bagage over op een gondel die hen naar het Lido moest brengen. De stugge gondelier voer hen vakkundig naar de plaats van bestemming, maar was meteen vertrokken. Nog voordat ze hem hadden kunnen betalen bleek hij op de vlucht te zijn gegaan voor de politie, omdat zijn vergunning was ingetrokken. Uiteindelijk namen de drie hun intrek in het Grand Hotel des Bains. Diezelfde avond werd de aandacht van Thomas getrokken door een Poolse familie, bestaande uit drie dochters en een zeer jonge zoon. Hij was gekleed in een matrozenpakje. Tot Manns verbazing leek deze bovennatuurlijk mooie en gracieuze jongen op het 12-jarige cherubijntje dat hij zes maanden eerder voor een nog te schrijven verhaal in het leven had geroepen en dat hij Johnny Bishop had genoemd. Deze zou het lustobject moeten worden van een rijpe, veel oudere kunstenaar die smoorverliefd op Johnny was. De jongen heette Wladyslaw (Adzio) Moes (van oorsprong een Nederlandse achternaam) en was afkomstig uit een rijke textielfamilie. Hij was geboren op 17 november 1900 en dus tien jaar toen Mann hem voor het eerst zag. Op een foto in het boek zie je een jongen met een regelmatig gevormd, maar mollig gezichtje en een pagekapsel. Vanaf zijn vroegste jeugd werd Adzio op een speciale manier behandeld. Hij was geboren met een ingeklapte long en zou daardoor een teer kindje blijven. (In het boek merkt Aschenbach op dat Tadzio wel niet oud zou worden gezien de slechte staat waarin zijn gebit verkeerde). Het werd alleen aan Adzio toegestaan om 's morgens uit te slapen en te ontbijten wanneer hij maar wilde. Het was aan die long te danken dat de Moesen de zomer in Venetië doorbrachten, omdat een Weense specialist had gezegd dat wat de jongen nodig had zeelucht was en het gezelschap van speelkameraadjes van zijn eigen leeftijd. Adzio raakte eraan gewend dat hij vaak het middelpunt was van de belangstelling. In Venetië namen plaatselijke vissers hem mee op hun boten. Net als zijn moeder beleefde hij plezier aan het effect van het uitstellen van je aanwezigheid op een plek met veel mensen. Zo wachtte hij op een avond tot alle gasten in het Hotel des Bains waren gaan zitten, voordat hij met zijn gloednieuwe schoenen de trap afdaalde. "Heeft iedereen me gezien?" vroeg hij toen opgewonden aan zijn verpleegster, "Zat iedereen te kijken?" Eén persoon deed dat zeker. Later zou Wladyslaw zich levendig 'de oude man' herinneren (Mann was toen 36) die overal waar hij heenging naar hem staarde. Hij herinnerde zich dat zich de gelegenheid voordeed dat ze samen in de lift stonden en hij een bijzonder intense blik van zijn bewonderaar moest verduren. "Het is gewoon weer een heer die me mag," placht hij zijn verpleegster gerust te stellen. Niemand vertelde hem uit de buurt te blijven van 'oude mannen' en ook niet uit de buurt van Mann. Hoewel zijn moeder telkens tegen hem zei: "Ja, je bent knap, maar je hebt jezelf zo niet gemaakt, dus zo trots hoef je er niet op te zijn," bleef Adzio tot aan het eind van zijn leven iets van een dandy houden.

Als je de schoonheid van Adzio met die van Björn Andresen vergelijkt, krijg je iets van een anticlimax. Adair verklaart dit aan de hand van het feit dat er door de eeuwen heen een golfbeweging plaatsvindt ten aanzien van de opvatting van wat men mooi vindt aan het menselijk lichaam. Nu eens is klein en mollig in, dan weer lang en slank. Iemand uit ons eigen tijdperk vinden we aantrekkelijker dan iemand uit een andere periode. Adair voorspelt dat het gekir over de schoonheid van Björn Andresen (die ten tijde van de release van DIV 'de mooiste jongen ter wereld' werd genoemd) voor onze nakomelingen al net zo onbegrijpelijk zal zijn als Manns verliefdheid op Adzio dat voor ons is. Interessant onderwerp. Adair gaat helaas niet in op het vermogen van de liefde om mensen mooi te maken en ook vergeet hij blijkbaar dat schoonheid iets subjectiefs is. Ik kan me voorstellen dat mensen onverschillig blijven bij het zien van Björns uiterlijk, omdat ze niet van krullen houden.

Adzio's speelkameraadje werd Jas (Jasjoe). Hun moeders kenden elkaar en hadden afgesproken elkaar in het Lido te ontmoeten. Al na een week moesten de Manns echter uit Venetië vertrekken, omdat er geruchten waren over een cholera-epidemie. Terwijl Mann begon met het schrijven van DIV, ging Adzio naar een kostschool waaraan hij in 1918 afstudeerde. Hij moest in dienst, toen de eerste wereldoorlog net was afgelopen. Later zou hij boer worden met een groot sociaal gevoel voor zijn werknemers. Een uitgebreide levensbeschrijving van Wladyslaw Moes staat in Adairs boek. In de jaren zeventig zag Wladyslaw DIV en hoorde hij zijn familienaam uitspreken door Aschenbach, als deze voor het laatst het hotel verlaat en een aantal koffers ziet staan. "Van wie zijn ze?" vraagt hij aan de receptionist. "Van de familie Moes," antwoordt deze. Wladyslaw schreef toen in een brief aan zijn vriend Jas of hij niet een advocaat zou moeten raadplegen om een vergoeding te kunnen krijgen. Visconti had nooit de toestemming van Wladyslaw voor het project gevraagd. Adzio is wel degelijk oud geworden. Hij overleed in 1986.

Björn Andresen

Voor iedereen die in de korte film 'Op zoek naar Tadzio' een verlegen Andresen het klaslokaal van een Zweedse middelbare school ziet binnenkomen is het duidelijk dat de zoektocht ten einde is. Wie is Björn Andresen? Hij werd op 26 januari 1955 geboren als buitenechtelijk kind. Nooit is hij achter de identiteit van zijn vader gekomen. In het jaar van zijn geboorte trouwde Björns moeder met een Noorse zakenman van wie ze vier jaar later scheidde. In 1965 verdween ze en later bleek ze zelfmoord te hebben gepleegd. Björn werd opgevoed door zijn grootouders. Na zijn rol in DIV, waarvoor hij 5000 dollar kreeg en waarmee hij meteen een elektrische piano kocht (volgens Dirk Bogarde was het een elektrische gitaar) werd zijn carrière als jongensacteur door zijn agent op een rampzalige manier om zeep geholpen. Als veel van zijn leeftijdgenoten had Björn de ambitie om een rockband op te richten. Later was hij als klassiek geschoolde muzikant verantwoordelijk voor de muzikale arrangementen van de Zweedse toneelversie van 'The Rocky Horror Show'. Hij speelde de rol van John Lennon in een kortlopende show over The Beatles, maar op zijn eenentwintigste was hij een gevallen ster. In zijn privé-leven had hij ook niet veel geluk. Hij verloor een van zijn kinderen, waarna hij en zijn vrouw uit elkaar gingen. Het laatste wat men over hem heeft gehoord is dat hij weer terug is bij zijn vrouw en zijn dochter.

Tegen een Britse journalist die Björn interviewde toen deze een twintiger was, zei hij: "Het ouder worden kan mij niet snel genoeg gaan. Ik ben geboren met een gezicht waar ik niet om heb gevraagd." Zoiets zou de ijdele Adzio denk ik nooit gezegd hebben! Björn voegde er nog aan toe dat het een van de ziektes van deze wereld is dat we schoonheid met de jeugd associëren. "Daar hebben we ongelijk in. De ogen en het gezicht zijn spiegels van de ziel en die worden mooier naarmate we ouder worden en naarmate de pijn die het leven met zich meebrengt. De ware lelijkheid ontspringt alleen maar uit het hebben van een zwart hart."

'Dood in Venetië' homo-bijbel?

Adair stelt in zijn boek nog dat de novelle DIV zijn weerga niet kent. André Gide, Proust, Cocteau, Genet, Forster, Isherwood, Gore Vidal en Mishima moeten het allemaal afleggen tegen Mann, omdat ze er niet in geslaagd zijn het toppunt van homoseksuele literatuur te schrijven, of, zoals Adair het noemt: 'van homotekstualiteit'. Dit zou het onderwerp kunnen worden van een ander essay. Wat ik wel wil opmerken is dat Adair blijkbaar vergeet dat niet alle homoseksuele literatuurliefhebbers van Thomas Mann houden en het zeker niet met Adair eens zullen zijn. Menige nuchtere lezer van deze tijd zal zijn wenkbrauwen fronsen bij de afloop van het boek, waarin de oude, wijze Aschenbach helemaal in de ban is van een veertienjarige jongen.

Dan geeft Adair nog wat informatie over de geschiedenis van de homoseksualiteit. Homo's trokken in de 19e en de 20e eeuw om allerlei redenen naar Italië: vanwege het klimaat in het noorden van Europa, vanwege de strenge wetten daar, vanwege de vroegrijpheid van Italiaanse jongens, enz. Natuurlijk had Italië ook nog eens de reputatie dat mannen vrijelijk de liefde met jongens konden bedrijven. Tegenwoordig gaan veel knapenminnaars nog verder naar het zuiden, naar Sri Lanka, Thailand en de Filipijnen. Volgens Adair is de betekenis van DIV dat het, zij het op een ironische manier, kritiek leverde op de neo-klassieke mythologie die Europese homo's gebruikten om hun seksuele geaardheid te sublimeren. Zeus, die achter de jonge Ganymedes aanzit, werd eindelijk te kijk gezet zoals hij werkelijk is: een vieze oude man.

Ik wil me graag aansluiten bij de woorden van Björn Andresen en er nog aan toevoegen dat alles in het leven vergankelijk is, behalve de schoonheid van je ziel. 'Dood in Venetië' is een film over de vergankelijkheid, 'The real Tadzio' gaat over de schoonheid van de ziel.

The Real Tadzio, Gilbert Adair, 2001 - EURO 9,95 - (geen Nederlandse vertaling)



Hieronder, wellicht ten overvloede, nog een lijstje met films met Björn Andresen, met jaar van verschijning en, indien bekend, de rol waarin Björn verscheen.

  • 1. Kojan (1992) - ook bekend als Cabin, The (1992)
  • 2. Maskrosbarn (1989) (TV) .... Fredrik
  • 3. Lysande landning (1987) (TV) .... Alex Lenke
  • 4. Morrhår & ärtor (1986) - ook bekend als Peas and Whiskers (1986)
  • 5. Smugglarkungen (1985) - ook bekend als King of Smugglers (1985)
  • 6. Enfaldige mördaren, Den (1982) .... Angel - ook bekend als Simple-Minded Murder, The (1982)
  • 7. Gräsänklingar (1982) .... Åsa - ook bekend als One-Week Bachelors (1982)
  • 8. Bluff Stop (1977) .... Stefan
  • 9. Morte a Venezia (1971) .... Tadzio - ook bekend als Death in Venice (1971) (UK) (USA) - ook bekend als Mort à Venise (1971) (France)
  • 10. Alla ricerca di Tadzio (1970) .... Björn Andresen (zichzelf dus)
  • 11. Kärlekshistoria, - En (1970) .... Per's kameraad - ook bekend als Swedish Love Story, A (1970)


bron: Artikel 'De echte Tadzio' door John Stefan; OK Magazine, nr. 82; november 2002