Heilige verontwaardiging - Han Israëls

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

De verontrusting over incest bereikte in Nederland een hoogtepunt toen Nel Draijer ruim tien jaar geleden een empirisch onderzoek publiceerde naar seksueel misbruik van meisjes door verwanten. Zij concludeerde dat incest veel meer voorkomt, en veel traumatischer gevolgen heeft, dan daarvóór werd gedacht. Draijers feministisch geïnspireerde studie heeft sindsdien de meningsvorming over kindermisbruik gedomineerd. Han Israëls toont in dit boek echter aan dat de feministische bijdrage aan deze meningsvorming vooral uit mythen bestaat.

Een aantal oudere, door feministen bejubelde theorieën blijkt bij nadere beschouwing zelfs volkomen onzinnig te zijn. Hun onvoorwaardelijke geloof in 'hervonden' herinneringen aan misbruik in de kindertijd is vrijwel het enige aspect van de feministische misbruikliteratuur dat door nuchterder onderzoekers is bekritiseerd. Israëls laat zien dat ook de beweringen die pretenderen over 'echte' herinneringen te gaan, meestal niet bestand zijn tegen enig serieus onderzoek.

Met het nog altijd als gezaghebbend beschouwde onderzoek naar incest van Nel Draijer is overigens nog iets aan de hand. Israëls stelt vast dat haar stelling dat incest tot veel, deels zeer ernstige psychische klachten leidt, door Draijers eigen cijfers niet wordt ondersteund. Die wijzen uit dat de gevolgen juist verbazingwekkend gering zijn. Heilige verontwaardiging laat zien dat de feministische literatuur die op de beeldvorming over incest zo'n bepalende invloed heeft, met grote scepsis gelezen dient te worden.

bron: Tekst van de achterflap van het boek 'Heilige verontwaardiging' door Han Israëls; Dr. H. Israëls doceert geschiedenis van de psychologie aan de Universiteit van Amsterdam; Uitgeverij Contact; Amsterdam/Antwerpen 2001

Verreweg de belangrijkste factor voor het verklaren van verschillen in de traumascore is nog steeds het al dan niet hebben van een strenge vader. Dat verklaart zo'n negen procent van de variatie. Op de tweede plaats komt het hebben van een zieke, nerveuze moeder, met een extra bijdrage van zo'n zes procent. Het effect van incest - dat wil zeggen: van seksueel kindermisbruik door verwanten - staat in de eerste rapportage van Draijer over haar onderzoek op de vijfde plaats (Draijer1988a tabel 9.21), met een extra bijdrage aan de verklaarde variatie van ongeveer één procent (de verklaarde variatie stijgt daardoor van 0,22 naar 0,23); in het proefschrift van twee jaar later staat incest in precies dezelfde tabel over precies dezelfde uitkomsten niet op de vijfde maar op de achtste plaats, met een stijging van de verklaarde variantie van 0,25 naar 0,25, dat wil zeggen van (afgerond) nul procent (Draijer 1990 p.407 tabel 11.5).

bron: Tekst uit het boek 'Heilige verontwaardiging' door Han Israëls; Uitgeverij Contact; Amsterdam/Antwerpen; 2001