Jef Last - Een persoonlijke benadering

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Ik heb Jef Last goed gekend, wij kwamen elkander meer dan eens tegen in 'Vriendschap', maandblad van het COC, waarin hij schreef onder het pseudoniem Ohira en ik onder mijn nom de plume Victor Servatius. Dat was in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, een periode van vernieuwing en omwentelingen.

Josephus Carel Franciscus Last werd in Den Haag geboren op 2 mei 1898. Hij studeerde sinologie te Leiden en Hamburg. Hij promoveerde in 1957 en groeide uit tot een van de meest vooraanstaande socialistische schrijvers in Nederland. Hij was enkele jaren communist en maakte een paar studiereizen naar de Sovjet-Unie. In 1936 vocht hij in Spanje. Hij bleef strijdbaar, publiceerde in 1927 'Bakboordslichten' en later 'De bevrijde eros' en 'Zuiderzee'. Deze laatste twee boeken worden nog altijd graag gelezen. Na een langer verblijf in Indonesië verscheen van zijn hand in 1955 'Bali in de kentering', en een jaar later 'Zo zag ik Indonesië'. Ik herinner mij het interieur van zijn woning in Amsterdam nog goed, ergens aan de Weteringschans. Zijn werkkamer lag aan de voorkant. Opvallend was het oude verkleurde draaimolenpaard dat midden in het vertrek stond. Zijn vrouw bracht thee en liet ons dan weer alleen. Hij was een boeiende verteller, had ook veel meegemaakt tijdens zijn vele reizen.

In de inleiding tot zijn 'Japan in kimono en overall', Kosmos, Amsterdam 1960, lezen wij: 'Maart 1959 reisde ik voor de tweede maal naar Japan. Een zeer gunstig contract met de KLM, waarvoor ik deze maatschappij steeds dankbaar zal blijven, stelde mij in staat daarbij de noordelijke route over IJsland en Alaska te volgen, in feite de vaart om de Noord, waarvan Heemskerk en Willem Barentszoon eens droomden. Twee jaar daarvoor, als afgevaardigde naar het PEN-congres in Tokio, had ik nog de zuidelijke route gevolgd, met een charterplane van Air France. Toen duurde de reis 3 dagen, ditmaal nog slechts 32 uren. 'De Liefde', het eerste Nederlandse schip dat, in 1600, Japan bereikte, was bijna twee jaar onderweg geweest'. In 1962 vloog ik zelf op uitnodiging van de 'Japanese Psychological Association' naar Japan, eveneens over het poolijs heen, en via de zuidelijke route terug. Japan was toen nog een zeer ver land. Jef maakte nimmer een probleem van zijn parafilie. Dit in tegenstelling tot Jan Hanlo. Wat dat betreft waren het tegenpolen. Jef kon uitvoerig over al zijn avonturen met jongens vertellen (hij was efebofiel). Maar ook over allerlei andere onderwerpen.

Interessant was zijn verhaal over twee begrafenissen die hij toevallig meemaakte in het verre oosten. De eerste vond plaats in Hongkong. Hij mocht de hele ceremonie meemaken, die nota bene een week duurde. Het was een kleurrijk feest. Dit in tegenstelling tot de begrafenis, kort daarop, in communistisch China, waar de goedkope kisten collectief in een open vrachtwagen over de weg werden getransporteerd naar de begraafplaats. Zonder noemenswaardig ceremonieel. Dit bracht hem tot een ander politiek inzicht. Het oeuvre van Jef Last omvat meer dan zestig boeken. Ook schreef hij voor De Toorts, Het Vrije Volk, De Nieuwe Groene, De Groene Amsterdammer, De Vrije Pers (Soerabaja) en vele andere bladen. Hij was een geregeld medewerker van de VARA en de VARA-televisie.

In 1962 heb ik zijn novelle 'De jeugd van Judas' uitgegeven, een verhaal dat de verhouding tussen twee jongetjes beschrijft. Hij vond het zijn beste tekst en tekende zelf de omslag voor het boekje. Er is nog altijd vraag naar, maar de oplage is uitverkocht. Misschien komt er toch nog eens een herdruk. Wel verscheen er enkele jaren geleden een Engelse uitgave bij The Acolyte Press in Amsterdam, als onderdeel van een reader.

Naast vriendschappelijke onderhielden we dus ook zakelijke contacten. We hadden een zeer verschillende achtergrond, wat de discussies ten goede kwam. Ter gelegenheid van de vijfenzestigste verjaardag van Jef Last, op 2 mei 1963, verscheen een 'Lijst van tot nu toe verschenen werk'. Het is een zeer zeldzaam document en ik prijs mij gelukkig een exemplaar te bezitten. Gedurende de laatste jaren van zijn leven heb ik Jef niet meer gezien. We waren uit elkaar gegroeid, zoals dat op een ietwat andere wijze ook tussen Jan Hanlo en mij gebeurde. Het leven bestaat immers uit fasen. Jef Last overleed in 1972, drie jaar na Jan Hanlo. Nu de twintigste eeuw achter ons ligt en een nieuw millennium is begonnen, is dit alles geschiedenis geworden. Er zijn nieuwe namen aan het firmament, er is een andere tijd aangebroken. Toch blijft het waar: 'wie schrijft blijft'. Er komt een biografie over Jef Last. Zulke projecten vergen veel onderzoek en daardoor ook veel tijd. We kijken uit naar het boek.

bron: Artikel 'Jef Last - Een persoonlijke benadering' door Dr. Frits Bernard; OK Magazine, nummer 73; juni 2000