Rooie Flikkers slaan terug!

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Ruud Ploegmakers (alias Goldi) & Anton Beljaars (alias Liz)

In de nummers van nov. en dec. van Sekstant hebben drie mensen gereageerd op uw interview met de Rooie Flikker Fraksie in Sekstant van sept. Wij zijn twee Rooie Flikkers en willen hierop reageren. De reacties richten zich allemaal op ons nichterig gedrag. En dat is niet alleen zo met deze twee ingezonden brieven. In Nijmegen en binnen het COC blijken bijna alle reacties alleen maar betrekking te hebben op het opmaken en jurken aantrekken, dat wij doen. Dit zelfs zo sterk, dat we hebben moeten constateren, dat de meeste mensen onze publikaties niet eens lezen, niet met ons discussiëren over homoseksuele bevrijdingsstrijd, maar alleen maar bang zijn voor onze jurken - die we overigens maar een paar keer gedragen hebben. Deze vaak redeloze vijandigheid en het niet aangaan van discussies met ons heeft ons behoorlijk gefrustreerd.

Wij hebben nooit en nergens beweerd, dat we one als vrouwen willen gedragen. Wij hebben echter wel in de gaten, dat het gedrag van de meeste mannen door een heteroseksuele fallocratie bepaald wordt. D.w.z. de meeste mannen zien alleen maar hun eigen lul en daardoor ontkennen ze de eigen individualiteit van vrouwen, homo's en kinderen. Het vooroordeel dat homo's verwijfde mannen zijn, is één van de sterkste uitingen van deze fallocratie: een homoseksuele man doet volgens dit vooroordeel niet wat hij als man moet doen: hij neukt niet maar laat zich neuken. En het laatste is in termen van de fallocraten ook nog iets verwerpelijks. Bovendien wordt hiermee de seksualiteit van vrouwen gezien vanuit de lul. Dat vrouwen en homo's ook op een andere manier hun seksualiteit kunnen beleven en uiten, komt in de gedachten van de meeste seksistische mannetjesputters niet op. Dus dit vooroordeel zegt niets over vrouwen, homo's en kinderen, maar alles over de mannen.

Dat dit vooroordeel zeer sterk bestaat en actief is, heeft volgens ons te maken met een diepzittende angst van vele mannen voor eigen homoseksuele gevoelens of voor eigen vrouwelijkheid. Wanneer hij zou proberen hier wat opener voor te staan, zou hij afbreuk doen aan zijn heersende positie en zich zeer kwetsbaar opstellen. Een gevaar waar je bang voor bent, dat probeer je te bezweren door erop te schelden. Onder andere in de persoon van een mietje of nicht dient dit gevaar zich aan. Mietjes hebben dan ook erg veel agressiviteit te verduren. Een belangrijke reden voor ons nichterig gedrag is gelegen in de solidariteit met mietjes. Zij zijn het immers, die vaak ondanks zichzelf hun homoseksualiteit in het openbaar laten zien en dus de confrontatie tussen homoseksualiteit en heteroseksualiteit moeten aangaan. De meeste homo's doen dit niet en gedragen zich in het openbaar heel normaal, d.w.z. onopvallend. Ze laten zich terugdringen in hun ghetto (de bars, parken, COC etc.) en doen daar vaak wel heel nichterig. Ze gaan als het ware een compromis aan met de heteroseksuele maatschappij. Welnu, wij, de Rooie Flikker Fraksie, willen dit compromis doorbreken. Niet wijzelf maken ons tot nichten en homo's, maar de heteroseksuele maatschappij maakt ons tot nichten en homo's. Dat zegt dus alleen maar wat over de heteroseksuelen. Wij willen die heteroseksuele fallocratiese maatschappij aanvallen en doen dat o.a. met de attributen van make-up en vrouwelijk en nichterig gedrag.

Over discriminatie en het vooroordeelbevestigende van nichten.

Wat gebeurt er, wanneer er een geval van discriminatie plaatsvindt? Laatst waren we in een homobar, waar ook enkele Marokkaanse arbeiders aanwezig waren. Eén van de Marokkanen gedroeg zich nogal opdringerig, d.w.z. hij drong erg intensief bij een paar jongens erop aan, met hem naar de w.c. te gaan. Uiteindelijk zette de bareigenaar de man uit het café. Wanneer een Nederlander zich opdringt, kunnen we dat zelf wel afhandelen. Hier werd de hulp van de bareigenaar ingeroepen. Deze vond natuurlijk dat zijn gasten niet lastiggevallen mochten worden, maar discrimineert gastarbeiders natuurlijk nooit. Wanneer een Nederlander iemand wil versieren, doet hij dat anders dan een Arabier. Een bekende truc is iemand zat voeren. De Marokkaan liet heel eerlijk meteen zijn bedoelingen merken en daar kunnen wij vaak niet tegen. Bij navraag wat er gebeurd was, kregen we ten antwoord, niet dat een man zich opdringerig had gedragen, maar dat een gastarbeider lastig was geweest. Dit is discriminatie, alhoewel iedereen die erbij betrokken was ons verzekerde, dat hij geen gastarbeiders discrimineert. Hier werd een man veroordeeld als gastarbeider. D.w.z. hij werd veroordeeld op zijn uiterlijk en manieren. Discriminatie is nu juist, dat men met de veroordeling van iemands uiterlijk ook iemands persoon veroordeelt. Iemand, die niet discrimineert, gaat met je praten, ook al zie je er nog zo maf uit, ook al doe je nog zo gek. Hij of zij laat zich niet afschrikken door uiterlijkheden.

Homo's worden gediscrimineerd vanuit de opvatting, dat homomannen verwijfd zijn en homovrouwen manwijven zijn. Wij, Rooie Fiikkers, vinden dat niemand het recht heeft denigrerend over ons te doen, omdat we mietje zijn. Om dit te bewerkstelligen gaan we juist als mietjes de straat op. Wij vinden de uitspraak van het COC en vele anderen in het homoghetto, dat nichterig gedrag vooroordeelbevestigend is, getuigen van oppervlakkigheid. Ze gaan namelijk niet in op de oorzaken en de inhoud van dit vooroordeel. Je niet vooroordeelbevestigend gedragen kan volgens ons alleen maar betekenen: je aanpassen aan de heteroseksuele normen zoals in de statuten van COC 3.1.2. vermeld staat: "Het bevorderen van het streven van homofiele personen naar volledige zelfontplooiing en evenwichtige aanpassing aan de samenleving" ... (Hoe kan een homo zichzelf ontplooien in een homovijandige maatschappij?) Vooroordelen verdwijnen niet door op voorlichtingen te zeggen, dat homo's precies hetzelfde zijn als alle andere mensen. Die verdwijnen alleen maar in een strijd tegen de heteroseksuele fallocratie, in een strijd van de autonome vrouwenbeweging en homobeweging.

Over onze homoseksuele identiteit

We constateren, dat homoseksuele mannen zich in de subcultuur, de bars etc., anders gedragen den heteroseksuele mannen. In Nijmegen spreken velen elkaar in de homobars aan met het woordje "vriendelle" of vriendin. Men spreekt over "onze zusters". Er worden bals masqués gehouden. Nichterig gedrag kun je er ook veel zien. Elkaar afkatten en overtroeven in subtiele gemeenheden is ook kenmerkend voor het homosfeertje. Iedereen zit daar zichzelf hoog te houden, d.w.z. zijn marktwaarde op te houden. De sfeer in homoseksuele bars is vaak zeer op geilheid en sex toegespitst. Deze hele bovenomschreven sfeer heeft erg veel te maken met het feit, dat homoseksuele mannen op grond van hun seksualiteit gediscrimineerd en apart gezet worden. Wij vinden dat de homo's hierdoor zich anders gaan gedragen, want ze voelen zich enigszins thuis binnen de veilige muren van het exclusieve ghetto. Het is de homo-vijandige heteroseksuele maatschappij, die onze nichtenkitten en daarmee ook ons maakt tot wat we zijn. Of met andere woorden, de homoseksualiteit en vrouwelijkheid, die mannen in zich hebben, ken zich in de fallocratiese heteroseksuele maatschappij alleen maar op deze nichterige manier uiten. Maar omdat de zgn. normale man deze vrouwelijkheid in zichzelf niet toestaat, maakt hij er iets belachelijks, iets nichterigs van. En dat verdrijft hij uit zijn wereld naar het verborgen homoghetto. Wij homo's moeten juist proberen van dit "andere" gedrag een strijdmiddel naar buiten toe te maken. In de eerste plaats hebben we het recht ons als nichten te vertonen en niemand heeft dáárom ons af te wijzen. Ten tweede moeten de nichten eraan werken, dat alle mannen deze vrouwelijkheid ontdekken en ontwikkelen. En homo's zelf moeten de betrekkelijkheid van hun nichterigheid en homoseksualiteit inzien.

Homoseksualiteit hoort er nog niet bij

Volgens meneer Wout Zijl uit Hintham moeten nichten "begrip opbrengen voor de angst van de "gewone" mensen, die ons gedrag als bedreigend ervaren". Dus wij moeten begrijpen dat de "gewone" mensen ons onderdrukken en we moeten zeggen: "Het is helemaal niet erg dat jullie ons onderdrukken, ga je gang maar!". Wij zijn niet van plan ons te laten onderdrukken. Wij voelen ons beledigd door Wout Zijl, omdat hij ons niet serieus neemt. Wij laten ons alleen maar "meeslepen door uit West-Duitsland geïmporteerde quasi-linkse theorieën". Net zoals koude oorlog fanatici als Mario Soares de strijd van arbeiders afdoen met de redenering, dat ze zich door Moskou of Peking laten leiden, doet de schoolmeester uit Hintham ons af als een stelletje misleide homo's.

Van Wout mogen we ons niet afzetten, maar moeten we samenwerken met de anderen tegen de aantasting van het levenspeil, de om zich heen grijpende werkloosheid. Bij ons weten komen voornoemde strijdpunten voor in programma's van politieke partijen als CPN, KEN e.d. Wie zegt ons, dat "het volk" alleen maar hiertegen wil vechten? Volgens ons leven er wel degelijk meer behoeften bij allerlei lagen onder de arbeidersklasse. Maar die dingen mogen van de directeuren van de revolutie niet op het politieke programma komen en daarmee miskennen deze directeuren de behoeften en noden, die allerlei mensen onder de arbeidersklasse voelen. Juist het feit, dat arbeiders vaak het hardst homo's discrimineren is volgens ons een teken, dat er bij de arbeiders grote seksuele problematiek heerst. Bovendien zitten er onder de arbeiders massa's homo's!

De linkse leiders nemen graag woorden als "het volk" en de "arbeidersmassa" in de mond. Hiermee zien ze vaak voorbij aan allerlei verschillende lagen met verschillende behoeftes die er onder "het volk" bestaan. We noemen er een paar: vrouwen, jongeren en homo's, zieken, bejaarden, fabrieksarbeiders, kantoorpersoneel, gehuwden en ongehuwden, Surinamers, gastarbeiders, scholieren en studenten enz. Het is juist de bedoeling van kapitaal en staat deze verschillende groepen ieder in hun ghetto te plaatsen en tegen elkaar uit te laten spelen. Het gezin is een ghetto, het onderwijs en de fabriek zijn ghetto's die van elkaars bestaan weinig weet hebben en zo gemakkelijk tegen elkaar uit te spelen zijn. Het is kenmerkend voor de CPN, het bestaan van deze ghetto's niet te doorzien en dus vaak mee te doen met het verdeel-en-heers-spelletje.

In het ghetto van het gezin heerst de man over de vrouw. Wanneer de vrouw buitenshuis werkt, wordt ze nog steeds als vrouw gediscrimineerd, bijv. minder loon, speciaal vrouwenwerk in ghettoachtige vrouwenafdelingen met mannelijke chefs. Bovendien moet de werkende vrouw ook nog eens thuis het huishouden doen. Op school zitten arbeiderskinderen losgescheurd van thuis en krijgen ze een opvoeding, die vijandig is aan de belangen van moeder, vader en van henzelf, wanneer ze als volwassen arbeiders werken. In de fabriek zitten de mannen bij elkaar (een homoseksueel aspekt van de arbeidsdeling) en worden ze geregeerd door chefs en machines en leven hun frustraties vaak thuis uit en moeder de vrouw moet dat maar opvangen, zonder aan haar eigen frustraties toe te komen. En overal heerst het kapitaal, ook in de hoofden van de onderdrukte individuen zelf. De behoeften, die mensen vanuit het ene ghetto hebben botsen met de behoeften die anderen hebben, bijv. de vrouw tegenover haar man, kinderen tegenover ouders. Een echte eenheid in de revolutionaire strijd laat deze geschilpunten naar voren komen om erover te praten en de revolutie grondiger en wezenlijker te maken, om het kapitaal in al haar facetten te vernietigen. Daartoe is nu een autonome vrouwen- en homobeweging nodig. De eenheid, die Wout Zijl voor ogen zweeft, wanneer hij het heeft over de "enige perspectief biedende emancipatiestrijd" is slechts een schijneenheid, omdat de seksualiteit hier onder tafel verdwijnt.

Het wordt tijd, dat homo's eens aan hun bevrijding gaan werken, in plaats van een ideologie te huldigen, die de kapitalistische patriarchale werkelijkheid, die hen belet hun persoonlijkheid door te zetten, versluiert.

Voor contact met de Rooie Fiikker Fraksie, bellen naar [edit tel.nrs.] of schrijven naar Postbus 406, Nijmegen en niet meer bellen naar [tel.nr.] want op dat nummer zijn we niet meer bereikbaar. Tot nu toe hebben we uit den lande zo'n dertig positieve en belangstellende reacties ontvangen n.a.v. ons interview met Gerard Kerkvliet. Uitgerekend twee negatieve komen ons via Sekstant van verdachte COC-zijde ter ore.

bron: Ingezonden brief 'Rooie Flikkers slaan terug!' door Ruud Ploegmakers (alias Goldi) & Anton Beljaars (alias Liz); Sekstant, nr. 3; maart 1976