Van denken krijgen wij hoofdpijn - De pedofiel verontmenselijkt

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Door: Luc Schoonhove

een onvolledige inventarisatie van algemeen geaccepteerde misverstanden aangaande pedofilie

Het zijn geen gouden tijden voor de pedofiel. De jaren zestig en zeventig, waarin op seksueel gebied alles moest kunnen, liggen inmiddels ver achter ons; en de jaren tachtig, waarin allang niet alles meer kon, maar waarin alles bespreekbaar moest zijn en waarin iedereen in gelijke mate aanspraak mocht maken op zelfontplooiing en geluk - althans in theorie - liggen inmiddels nauwelijks minder ver achter ons. De laatste echo's van de jaren waarin het erop leek dat relaties tussen kinderen en volwassenen die toevallig hun ouders niet zijn, een serieuze kans gingen krijgen, bleken halverwege de jaren negentig volledig te zijn weggestorven. De affaire Dutroux heeft de pedozaak natuurlijk geen goed gedaan, maar laten we niet denken dat deze zaak dé kentering geweest is. Al voordat er vanuit België gruwelverhalen onze kant op kwamen waaien, duidden aanscherping van de wetgeving met betrekking tot omgang met minderjarigen en een omslag in de toon waarop de media onderwerpen als pedofilie behandelden, erop dat het tij gekeerd was ten nadele van de pedofiel en de pedofiele relatie.

Pakweg tien jaar geleden kwam het nog voor dat redacteuren van actualiteitenrubrieken of discussieprogramma's op tv moeite deden om bij thema's als pedofilie of kinderseksualiteit deskundigen, op wat voor gebied dan ook, in de studio te krijgen die tegenover alle bestrijders een genuanceerd tegengeluid konden laten horen. Het gebeurde zelfs dat op willekeurige familiebijeenkomsten waar dergelijke onderwerpen toevallig ter sprake kwamen, niet belanghebbende ooms of tantes zich onverwacht teweerstelden tegen al te gemakkelijke opvattingen. Vandaag de dag echter lijkt elk verzet gebroken. Wat ons rest zijn de meest goedkope grappen in familiekring, en de meest voor de hand liggende misverstanden en vooroordelen in de media. En misverstanden zijn er nogal wat. Niet alleen het aantal misverstanden jaagt schrik aan, maar ook de hardnekkigheid waarmee ze met grote regelmaat opduiken, en het gemak en de onnadenkendheid waarmee ze opgedist plegen te worden - evenzeer door buren en familieleden die niets met het onderwerp van doen hebben, als door 'deskundigen' die opgevoerd worden in de media, en die eigenlijk beter zouden moeten weten.

Bij de voorbereiding van dit artikel schrok ik van het gemak waarmee ik haast zonder nadenken een serie vastgeroeste misverstanden aangaande pedofilie uit mijn toetsenbord wist te toveren. Hieronder geef ik een (ongetwijfeld onvolledige) inventarisatie van vooroordelen en misverstanden, samen met commentaar van eigen hand. Dit commentaar is niet gebaseerd op systematisch onderzoek, maar op een combinatie van jarenlange ervaring met het onderwerp en logisch nadenken.

Overal waar hieronder hij of hem staat, mag evengoed zij of haar gelezen worden. Om stilistische redenen spreek ik geregeld van de pedofiel(en). Deze generalisatie dient uiteraard niet al te serieus opgevat te worden. Ik ga ervan uit dat de populatie pedofielen een even grote verscheidenheid vertoont als elke andere deelverzameling van de samenleving. Iedere pedofiel die het op bepaalde punten of zelfs volledig met het onderstaande oneens is, geef ik bij voorbaat niet minder gelijk dan mijzelf.

Voor alle duidelijkheid heeft dit artikel behoefte aan een definitie van de begrippen pedofilie en pedofiel. In het onderstaande beschouw ik pedofilie als de gerichtheid in ruime zin, zowel op seksueel gebied als anderszins, van een (naar jaren) volwassene op het prepuberale kind. Hierbij is een noodzakelijke voorwaarde dat de volwassene aangetrokken wordt door datgene wat het kind onderscheidt van de volwassene, zowel op lichamelijk als op geestelijk gebied. De volwassene die aangetrokken wordt door het puberale 'kind' dat wat betreft leeftijd door de wet nog als minderjarig beschouwd wordt, beschouw ik ook nog als pedofiel, voor zover hij eveneens aangetrokken wordt door het onvolwassene in de puber. De volwassene die het kind gebruikt als substituut voor een niet-aanwezige volwassen partner, en bij gevolg al het kinderlijke in het kind negeert of wegredeneert, dient beschouwd te worden als pseudo-pedofiel. De z.g. pseudo-pedofilie valt niet binnen het bestek van dit artikel. Sterker nog: voor de pseudo-pedofilie zou ik niet graag een lans breken.

Hieronder volgen de misverstanden.

1. Pedo's houden van kinderen.

Fout! In haar algemeenheid is deze stelling net zo'n onzin als te beweren dat heteromannen van 'vrouwen' houden of dat homo's van 'mannen' houden. Laten we vooropstellen dat pedo's niet van lelijke, domme, valse en onvriendelijke kinderen houden. Net als ieder ander houdt een pedo in hoofdzaak van leuke mensen, dus ook alleen van leuke kinderen. Ik durf hooguit te beweren dat de pedo houdt van het verschijnsel kind. Afzonderlijke exemplaren vertonen voor een pedo een even grote verscheidenheid als voor de doorsnee niet-pedo.

2. Er zijn maar weinig pedo's, en vrijwel alle pedo's zijn man.

Het ledental van Martijn heeft nooit hoger gelegen dan enkele honderden, en het aantal lezers van OK Magazine komt momenteel niet uit boven de zevenhonderd. Een verwaarloosbaar percentage van de leden van Martijn is van het vrouwelijk geslacht. Deze gegevens zeggen echter zo goed als niets. Om te beginnen zal er een niet te bepalen aantal geïnteresseerden zijn dat uit angst geen lid is. Durft men zich aan te melden als men keurig getrouwd is en kinderen heeft? Durft men de OK te ontvangen als men priester is, of directeur van een basisschool? Durft men een homoboekhandel binnen te stappen en naar de OK te vragen als men een 'bekende Nederlander' is? Ik heb zo mijn twijfels.

Het begrip pedofilie is vandaag de dag zo weinig populair dat het voor de hand ligt dat alleen die mensen zich pedo zullen noemen die het ook voor honderd procent zijn. Overbekend is het voorbeeld van de homo die op straat met plezier jongens van veertien nakijkt, maar die zich om praktische redenen alleen met oudere jongemannen inlaat, omdat hij daarmee ook uit de voeten kan.

Het is opvallend hoe gemakkelijk menig man, 's avonds laat in conversatie op een feestje, de leeftijd van zijn ideale vrouw per borrel met een jaar verlaagt, tot vijftien, veertien, dertien, twaalf jaar aan toe. Als je afgaat op stoeremannengesprekken na middernacht, dan is de helft van mannelijk Nederland pedofiel.

Vrouwen zijn een hoofdstuk apart. Doordat het in onze samenleving van een vrouw makkelijker geaccepteerd wordt teder en intiem met kinderen om te gaan dan van een man, en doordat de vrouwelijke seksualiteit doorgaans minder genitaal georiënteerd is dan de mannelijke, valt een vrouw veel minder snel door de mand als pedo dan een man. Hierdoor zal een vrouw zichzelf zelfs veel minder gauw als pedofiel herkennen dan een man. Als ik naga hoeveel meer vrouwen een huwelijk ingaan met een kinderwens dan mannen, en als ik bedenk hoe vrijerig moeders en tantes en oma's op het schoolplein omgaan met hun eigen kleintjes en met de kinderen van andere moeders, dan zie ik er niet tegen op een tijdlang de stelling te verdedigen dat meer vrouwen pedofiel zijn dan mannen!

3. Een pedo is geobsedeerd door kinderen, en is uitsluitend uit op seks.

Eigenlijk twee vooroordelen voor de prijs van één. De pedo zou om te beginnen alleen uit zijn op seks. Ik neem aan dat deze beschuldiging voornamelijk geuit wordt door mensen die seks, en dan met name kinderseks, verwerpelijk vinden. De interesse in seks moet de pedo dientengevolge in een slecht daglicht stellen. Om het nog erger te maken is de pedo dan enkel en alleen uit op seks, en is elke afzonderlijke activiteit van de pedo erop gericht een kind in bed te krijgen.

Ik wil hiertegen inbrengen dat de pedofiele geaardheid niet in de eerste plaats een seksuele geaardheid is. De pedo heeft 'iets' met kinderen - zoveel zal duidelijk zijn. De pedo ziet graag kinderen, de pedo gaat graag met kinderen om, de pedo is graag bevriend met kinderen. De pedo wordt niet alleen aangetrokken door kinderen persoonlijk, maar ook in belangrijke mate door de kinderwereld. Boze tongen beweren vaak en graag dat pedofielen spelcomputers en konijntjes in huis hebben om kinderen naar binnen te lokken. Maar heeft niemand er ooit aan gedacht dat de pedo zelf wel eens van kinderlijke dingen zou kunnen houden? Zo verbazingwekkend kan het niet zijn dat iemand die om kinderen geeft, óók van die schattige pluizige diertjes houdt. Het is geen wet van Meden en Perzen, maar geheel onlogisch kan het niet zijn.

Net als de meeste andere mensen heeft de pedo seksuele gevoelens, en die zullen in den regel op kinderen gericht zijn. Maar deze gerichtheid zal eerder een gevolg van de geaardheid zijn dan een voorwaarde voor, of zelfs dan een definitie van de geaardheid zijn. Met andere woorden: de fascinatie van de pedo door het kind en zijn wereld zou wel eens vooraf kunnen gaan aan de seksuele gerichtheid, in plaats van het omgekeerde!

Voorts mag de pedo wat mij betreft gerust geobsedeerd genoemd worden. In onze pedovijandige samenleving moet de pedo voortdurend strijd leveren om het leven te kunnen leiden waarvoor hij is bestemd, en om achter zijn idealen te kunnen blijven staan. Iedere pedofiel zal bekend zijn met de gigantische hoeveelheden aandacht en energie die gestoken dienen te worden in de vriendschap met een kind - want zo gemakkelijk zijn kinderen niet, om over hun omgeving nog maar te zwijgen. En wanneer je nagaat dat veel energie ook nog eens volkomen rendementloos geïnvesteerd wordt in 'die ondankbare krengetjes', kan het geen verbazing wekken als een pedo in de praktijk aan weinig anders toekomt dan zijn betrekkingen met kinderen en de problemen die het pedo-zijn oplevert. Geobsedeerdheid is hier dus meer een verklaarbaar resultaat dan een psychische voorwaarde.

4. De pedo is contactgestoord, en hij is blijven steken in zijn seksuele ontwikkeling.

Er zijn voldoende gevallen bekend van mannen die in hun kindertijd goed met jongere kinderen konden omgaan, in hun tienertijd vriendinnetje na vriendinnetje van hun eigen leeftijd hadden, na hun twintigste eventueel nog met mannen het bed gedeeld hebben, om uiteindelijk op hun dertigste of veertigste tot de slotsom te komen dat er voor hen toch niets boven kleine jongens of meisjes gaat. Dergelijke gevallen wijzen erop dat de keuze voor kinderen er geen hoeft te zijn 'bij gebrek aan beter'.

De vaak gehoorde suggestie dat pedo's pedo zijn geworden uit angst voor mensen van hun eigen leeftijd, mist evenveel grond als de gedachte dat homo's homo zijn geworden uit angst voor vrouwen, of dat heteromannen hetero zijn uit angst voor mannen. Homo's hebben vaak voldoende vriendschappen met vrouwen, al worden ze in seksuele zin niet door hen aangetrokken. Waarom zou een pedo op dezelfde wijze geen goede contacten met volwassenen kunnen hebben?

De suggestie van contactgestoordheid en onvolwaardige seksuele ontwikkeling komt louter voort uit een miskenning van de pedofiele geaardheid als een geaardheid met een zelfstandige betekenis en bestaansgrond. Alleen indien men wil aantonen dat pedofilie onstaat 'bij gebrek aan beter', heeft men argumenten als bovenstaande stoornissen nodig.

5. De ongelijkheid binnen een pedofiele relatie is een kwalijke zaak.

Om mij heen kijkend moet ik concluderen dat de hechtste huwelijken die huwelijken zijn waar de partners voldoende hobby's en interesses delen, maar voor het overige sterk van elkaar verschillen. Zo verwonderlijk is dat natuurlijk niet. Twee mensen kunnen elkaar alleen langere tijd blijven boeien indien ze beiden de ander één of (liever nog) meerdere dingen te bieden hebben waarover die ander niet zelf beschikt, maar waaraan die ander wel behoefte heeft. De ongelijkheid is op zichzelf binnen de pedofiele relatie derhalve eerder een garantie voor een hechte en positieve band dan een storende factor.

6. Een pedo misbruikt zijn surplus aan ervaring, of zijn macht over het kind.

Ieder die ooit verliefd geweest is, weet dat verliefdheid met zich meebrengt dat de verliefde weinig of niets in te brengen heeft. Hij is bereid zich als een idioot aan te stellen, de diepste vernederingen te ondergaan en zijn laatste stuiver in het water te gooien om het object van de verliefdheid maar enigszins tevreden te stellen. Kinderen zijn uiterst gevoelig voor dit verschijnsel; ze hebben een perfecte neus voor te behalen voordeeltjes; ze hebben meestal nog geen hinder van valse gêne of bescheidenheid; ze zijn meesters in het om de vinger winden van de volwassene door wie ze aanbeden worden - of het nu hun moeder of de buurman is. (Elke bioloog kan getuigen dat vaststaat dat kinderen in deze eigenschap alleen overtroffen worden door de huiskat.)

Uit mijn ervaring in het onderwijs kan ik melden dat het lastigste probleem dat de pedofiele leraar tegenkomt in zijn omgang met leerlingen, is dat het zo goed als onmogelijk is voldoende streng te zijn voor leuke kinderen en voldoende boven ze te blijven staan. En zoals gezegd: kinderen hebben hier een perfecte neus voor; ze weten hun macht over de meester meesterlijk te misbruiken.

Als iemand stelt dat een pedofiele verhouding de relatie leraar-leerling behoorlijk kan verstoren, dan zal ik dat niet bestrijden, maar ik zal er onmiddellijk op wijzen dat die verstoring in de eerste plaats ten koste zal gaan van de positie van de leraar, niet van die van het kind. Het kind zal waarschijnlijk slechts 'schandalig profiteren'.

7. De pedo is promiscue.

Ja, in zekere zin. Het is goed denkbaar dat een pedo meer dan één vriend(innet)je tegelijk heeft. Net als een moeder of een vader kan een pedo van verscheidene kinderen tegelijk houden. Als een pedo zijn loopbaan al begint met romantische ideeën over monogamie en eeuwige trouw, dan zullen zijn ervaringen met kinderen hem algauw op andere gedachten brengen. Juist kinderen lenen zich volstrekt niet voor zulke idealen.

J.M. Barrie, de schrijver van Peter Pan, noemde (in een tijd dat gay nog gewoon vrolijk betekende) kinderen heel treffend gay and innocent and heartless. Of, in modernere bewoordingen: kinderen doen maar wat. Aan één kant is dat een onmiskenbare kinderlijke charme, aan de andere kant maakt dat hen volkomen onberekenbaar. Iedere pedo zal kunnen vertellen hoe kinderen in staat zijn om, nadat je jarenlang hopen tijd, geld, aandacht en, bovenal, liefde in ze gestoken hebt, ineens niets meer van zich te laten horen - en dan ook nog geen moment de indruk te hebben iets verkeerds te doen! (Iedere pedo zal moeten beseffen dat dit het voorrecht van het kind is.) Hiertegenover staat dat het kind nooit op een volwassen wijze trouw van een volwassen vriend eist. Verwacht het kind dat de grote vriend zich wekenlang niet met andere kinderen inlaat, wanneer het met zijn ouders op vakantie gaat? Verwacht het welpje dat de akela zich buiten de weekenden alleen met volwassenen bezighoudt? Ik heb er nooit iets van gemerkt. Het kind verlangt maar één ding: wanneer het kind toevallig aanwezig is, dient de grote vriend er uitsluitend voor hém of háár te zijn. Voor de rest stelt het kind geen eisen op dat gebied.

De pedo weet dat het vriendje-van-nu, als die het in zijn malle hoofd krijgt, van de ene op de andere dag van de aardbodem verdwenen kan zijn. Verder weet de pedo dat zijn vriendje-van-tien over vijf jaar vijftien is, en over tien jaar twintig. De kans is groot dat de jongen tegen die tijd een vaste vriendin heeft en weinig behoefte meer aan een oudere minnaar. Al klinkt het hard, de pedo doet er heel verstandig aan om voortdurend te blijven uitzien naar aardige vriendjes of vriendinnetjes. Dat is geen kwestie van ontrouw; de pedo mag inzien dat zelfopgelegde monogamie geen enkel tastbaar doel dient. (In de praktijk zal de promiscue pedo vaak moeten onderkennen dat er onder al zijn aardige vriendjes toch weer één huizenhoge favoriet zit - zo betrekkelijk is die vermeende 'polygamie'.)

8. De pedo laat zijn vriend(innet)tje vallen als dit te oud wordt.

De pedo zou zich van jochie naar jochie (of meisje) haasten, hij zou het ene kind net zo gemakkelijk voor het andere inwisselen - als de pedo maar een kind in de buurt heeft om zijn ontucht mee te bedrijven. Wanneer een vriendje door zijn leeftijd lichamelijk gezien over het hoogtepunt van zijn aantrekkelijkheid heen is, zou de pedo het kind als een baksteen laten vallen en driftig op zoek gaan naar een 'verser' vriendje. Als dit vooroordeel niet ongelooflijk diepe wortels had, zou ik niet eens de moeite nemen deze nonsens te weerleggen.

Eenieder die over een minimum aan hart en aan verstand beschikt, weet donders goed dat een dergelijk gedrag niets met liefde van doen heeft. Dat betekent dus automatisch dat diegenen die pedo's zulke verwijten maken, ontkennen dat een pedo tot liefhebben in staat is. Dat klinkt misschien overdreven, maar het legt de vinger exact op de zere plek. Dit verwijt is slechts één verschijningsvorm van een populaire trend die ik pleeg aan te duiden als de verregaande verontmenselijking van de pedofiel.

Deze term vergt enige uitleg. Een groot deel van de bevolking is ronduit tegen pedofilie - zoveel moge duidelijk zijn. Waarom is niet volledig duidelijk. Afkeer van seksualiteit in het algemeen en kinderseksualiteit in het bijzonder zal een rol spelen, evenals de bezitsdrang van ouders, die gevoelsmatig het lichaam en de geest van hun kind als de hunne zien en nooit zouden kunnen accepteren dat het kind een relatie aangaat met iemand met wie zij zelf niet zouden willen omgaan. Maar met deze argumenten zullen tegenstanders niet gauw op de proppen komen. Liever voeren zij aan dat kinderen niet geconfronteerd mogen worden met zaken voor volwassenen, en dat kinderen beschadigd raken als ze te vroeg worden geconfronteerd met dingen waaraan ze nog niet toe zijn. Veelal bedoelen ze dan seksualiteit en intimiteit met derden (buiten het gezin). Voor het gemak overzien ze dan dat dochtertje-van-acht smoorverliefd is op de meester, de tennisleraar en ome Piet tegelijk; en dat zoontje-van-tien voortdurend met zijn hand in zijn broek zit wanneer hij denkt dat niemand hem in de gaten heeft, en papa's seksblaadjes verspreidt onder zijn vriendjes.

Tegenstanders van pedofilie kampen al snel met een nijpend gebrek aan argumenten. Een drastische maar eenvoudige oplossing hiervoor is het neerzetten van de pedo als een monster. Alle handelingen van de pedo en al zijn beweegredenen worden bij voorbaat in een kwaad daglicht gesteld. Let maar eens op uitspraken in de media, heden ten dage. Een pedo geeft een kind nooit cadeautjes om het een plezier te doen, maar altijd om het om te kopen of om het emotioneel aan zich te verplichten. Een pedo wil een kind niet helpen bij zijn huiswerk om het vooruit te helpen, maar alleen om in de tussentijd aan 'm te kunnen zitten.

Elk restje goede bedoeling van de pedo wordt genadeloos onder het gras geschoffeld, want zodra de pedo een monster is, zijn geen verdere argumenten-tegen noodzakelijk. Deze werkwijze maakt het leven van de doorsnee niet-pedo een stuk eenvoudiger dan vroeger, een jaar of tien of twintig terug, toen genuanceerde meningen nog in de mode waren. De verontmenselijking van de pedofiel verschaft de niet-pedo een handig excuus om niet meer te hoeven nadenken over het maatschappelijke vraagstuk dat pedofilie heet. 'Ik wil het gewoon niet hebben; dáárom niet!' hoeft men alleen nog maar te roepen.

De afnemende tolerantie tegenover pedofilie doet sterk denken aan de toenemende roep om de doodstraf. De samenleving wordt geconfronteerd met een stijging in de criminaliteit en begint als direct gevolg harder te roepen om de doodstraf. Want van dode misdadigers hoeven we ons niet meer af te vragen wat we er nu verder mee aanmoeten. Hoe kwamen ze tot hun daden? Hoe leren we het hun af? Doet er allemaal niet toe; op de elektrische stoel met die handel! (Want van nadenken krijgen we hoofdpijn.)

Het is niet voor niets dat de man-in-de-straat, gevraagd naar categorieën misdaden waarvoor de doodstraf moet gelden, steevast kinderverkrachting in één adem noemt met seriemoord. Wandaden tegen kinderen kunnen niet fel genoeg bestreden worden - laat daarover geen misverstand bestaan - maar het is hierbij angstig te bedenken dat tegenwoordig kinderverkrachting ook in één adem genoemd wordt met pedofilie. Sommige ondervraagden op straat zie je al denken: Om te beginnen alle pedofielen op de stoel! (En waarom niet?! Het zijn toch maar monsters.)

9. Pedofilie is een criminologisch begrip.

Pedofilie omvat per definitie niet meer dan een geaardheid. (Relaties kunnen pedofiel zijn; mensen als pedofiel bestempelen ligt al moeilijker, omdat de geaardheid slechts een facet van de totale menselijke identiteit is. Handelingen die als pedofiel omschreven worden, kunnen niet anders gedefinieerd worden dan als handelingen verricht door mensen met een pedofiele geaardheid, of voortvloeiend uit een pedofiele relatie.) Bij mijn weten komt in geen enkel Nederlands wetboek de aanduiding pedofilie of pedofiel voor. Het is daarom uiterst wonderlijk te constateren dat tegenwoordig steeds vaker gesproken en geschreven wordt van pedofielen en hun slachtoffers (of slachtoffertjes, om het extra zielig te laten klinken). Deze koppeling is uiteraard even absurd als bijvoorbeeld de aanduidingen homo's en hun slachtoffers of Joden en hun slachtoffers. Stel je die laatste koppeling eens voor in een landelijk ochtendblad... Heel Nederland zou op zijn kop staan, de krant zou met de staart tussen de poten een rectificatie moeten plaatsen, en de gewraakte redacteur zou op straat staan. Maar pedofielen en hun slachtoffers... alle kranten schrijven het, en alle kranten komen er ongestraft mee weg.

10. De samenleving zou beter af zijn zonder pedofielen.

Wat ligt meer voor de hand dan deze stelling? De samenleving zou zonder pedofielen immers van een groot probleem verlost zijn.

Wie de zaken zo simpel ziet, overziet een belangrijke maatschappelijke functie van de pedo. Een barbaars overblijfsel in onze 'hoogontwikkelde' samenleving is de behoefte aan een zondebok. De pedofiel vervult deze rol tegen wil en dank, maar niettemin met glans. Waar je het oor ook te luisteren legt, de pedofiel is de boksbal waartegen eenieder zijn overtollige energie mag verkwisten. Op familiefeestjes wordt de pedo wat betreft zijn plaats op de evolutieladder door de meerderheid algauw ingeschat ergens tussen het virus en de bacterie. In gevangenissen waar ook ter wereld vormt de kinderschender in zijn eentje het onderste niveautje in de pikorde. Hier ligt dan ook de grote maatschappelijke betekenis van de pedo: zolang je geen pedo bent, maakt het niet zoveel uit wat je allemaal misdoet; je kunt rustig gaan slapen in de wetenschap dat er altijd nog slechtere mensen zijn dan jij. Misschien klinkt dit overdreven - ik maak me niettemin sterk dat voor veel mensen aan de onderkant van onze samenleving, die van zichzelf niets hebben om trots op te zijn, deze gedachte het zwemvest is waarop zij door hun bestaan dobberen.

Het is een triest idee dat pro-kind-manifestaties als de witte marsen van najaar 1996 in België altijd met twee paar ogen bekeken dienen te worden. Op het eerste gezicht hebben de demonstranten natuurlijk voor honderd procent gelijk: kinderen mogen niet in kelders opgesloten worden (en nog erger) en de overheid moet daarop veel beter toezien. Maar tegelijkertijd ziet het tweede paar ogen de schijnheiligheid van de witte kleren van de betogers afdruipen. Een dergelijke stoet bestaat immers ongetwijfeld voor het overgrote deel uit belastingontduikers, milieuvervuilers en zware drinkers die op de stoep parkeren en hun vrouw slaan - ik noem maar iets. Vermomd in de kleur van de kinderlijke onschuld nemen zij de kans te baat om anderen de schuld te geven van alles wat er fout zit in de maatschappij.

Ook politici weten van wanten. Wordt het hoog tijd weer eens te scoren? Is er dringende behoefte aan een krachtige stellingname waaraan je je geen buil kunt vallen en waarmee je niemand tegen je in het harnas kunt jagen? Spreek je dan snel uit voor het kind en tegen de kinderverkrachter. En weet je wat? Doe de pedofiel er voor hetzelfde geld maar bij! En zie daar: je publiek heb je in je achterzak en het punt is binnen.

Wat zou de samenleving aanmoeten zonder pedo's?! Ze zou hopeloos op haar achterste liggen; men zou als de bliksem op zoek moeten naar een nieuwe zondebok. Wie zouden dat worden? De homo's, de asielzoekers, de Joden maar weer eens?! Het zou niet veel uitmaken... zolang het maar om een beperkte groep gaat, die zich niet effectief kan verweren.

Conclusie

Het wordt stilaan tijd dat pedofilie in onze wereld de plaats krijgt die zij verdient. Een beschaafde en ontwikkelde samenleving zal moeten inzien dat pedofilie geen geestesziekte is, maar een geaardheid die altijd heeft bestaan en altijd bestaan zal. Ik zie geen andere oplossing voor het vraagstuk van de pedofilie dan een acceptatie van de pedo in de maatschappij. Laat de samenleving de pedofielen om te beginnen niet als homogene groep beschouwen maar laat ze elke afzonderlijke pedo afrekenen op zijn eigen woorden en daden. Laat ze rotte appelen gerust uit de mand verwijderen, maar laat ze niet op voorhand aannemen dat de hele mand niet deugt.

Laat de samenleving tevens aanvaarden dat het kind niet alleen het voorrecht heeft om een relatie met een volwassene te beëindigen, maar ook het voorrecht om een dergelijke relatie aan te gaan. Laat de maatschappij het kind de vrijheid bieden om te kiezen voor datgene waaraan het behoefte heeft.
Laat verder iedereen zich inspannen de taak die hij of zij op zich genomen heeft, naar behoren uit te voeren. Laten de menswetenschappers gerust zoeken naar het wezen van de pedofilie, maar laten ze voldoende bescheidenheid ten toon spreiden bij de interpretatie van de onreproduceerbare resultaten van hun onreproduceerbare onderzoeken, en laten ze bij voorkeur stellingen voor zich houden die onbewijsbaar zijn, maar die niettemin grote schade kunnen aanrichten. (Gehoord uit de mond van een Belgische 'deskundige': Een pedofiel misbruikt gemiddeld zeven kinderen. Sic!!)

Laten ouders hun kinderen met liefde opvoeden. Laten ze hun wijsheid en verantwoordelijkheid bijbrengen, en laten ze hen tot de laatste snik beschermen tegen schadelijke invloeden. Maar laten de ouders hun kinderen niet als eigendom beschouwen - niet van lichaam en niet van geest. Laten de ouders beseffen dat de kinderen degenen zijn die de wereld over korte tijd vooruit moeten helpen, en dat ouders nog veel van hun kinderen kunnen leren.

Laten de bejaarden die de oorlog meegemaakt hebben erop toezien dat niemand vergeet wat vervolging inhoudt - vervolging op grond van politieke ideeën, van afkomst en van voorkeur. Laten homo's en allochtonen en vrouwen zich met alle kracht teweerstellen tegen discriminatie, en laten ze hun verworvenheden niet alleen voor zichzelf opeisen.

Als iedereen zich aldus op zijn eigen taak stort, hoeven de pedo's zich nog maar om twee opdrachten te bekommeren: zorgen dat hun vriend(innet)jes geen kwaad overkomt, en ertoe bijdragen dat de volgende generatie volwassenen alweer een stukje wijzer is dan de huidige.

Wat een heerlijke, simpele samenleving zal dat zijn...

bron: 'Van denken krijgen wij hoofdpijn - De pedofiel verontmenselijkt' door Luc Schoonhove (fysicus en leraar en schrijver van fictie en non-fictie op het terrein van relaties tussen jongeren en ouderen); OK Magazine, nummer 64; augustus 1998