Zelfonderdrukking of: Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Voor ons, homoos, is er maar één woord om deze "normaliteit" te definiëren: HETEROTERREUR. Ik beweer dat iedere homo die nu denkt: "nou, nou, is dat niet wat overdreven", zichzelf onderdrukt. Voor opgroeiende mensen is onze wereld vol met hetero-identifikatiemogelijkheden. Voorbeelden. Daarom worden de meeste mensen hetero, en dáárom alléén! Voor óns, bij wie de maatschappij er niet in slaagde de in ieder mens aanwezige homoseksuele verlangens uit te roeien, bestond er nooit en nergens een positieve identifikatiemogelijkheid. Wij vonden ónze verlangens nergens in het openbare leven terug. Wij bestonden niet. Maar dat niet alléén: wij leerden van jongs af aan homoseksualiteit te verafschuwen. Het werd ons gepresenteerd als goed voor spot, medelijden of weerzin. Omdat wij nooit een "verwelkomende" instelling ten opzichte van homoseksualiteit tegenkomen, nemen we onvermijdelijk de negatieve, afwijzende opvattingen over en die bepalen onze hele levenshouding. Ze hebben ons met de paplepel ingegoten om onszelf te haten en we hebben onze les maar ál te goed geleerd! De overtuiging dat we tweederangsmensen zijn zit zó diep dat we zélfs onderdrukking van buitenaf vaak niet eens opmerken als we er niet voortdurend op gespitst zijn om die onderdrukking te bestrijden.

bron: Artikel 'Zelfonderdrukking of: Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet' door Joop Keesmaat; De Verkeerde K(r)ant, nummer 2; winter 1980